Startpagina Economie

VanDrie Group verkoopt veel kalfsvlees in Italië , merkt nog weinig van coronavirus

VanDrie Group ziet zowat een kwart van haar kalfsvleesproductie naar Italië gaan. Toch valt de schade door het coronavirus vooralsnog mee. In de supermarkten loopt de afzet goed door, aldus Marijke Everts, directeur corporate affairs VanDrie Group. “Maar we volgen de situatie wel nauwgezet.” De grootste angst is een besmetting bij één van de Italiaanse vestigingen, of een klap voor de Italiaanse economie.

Leestijd : 3 min

VanDrie Group is met een omzet van circa 2,2 miljard euro de grootste Europese producent van kalfsvlees. Het bedrijf concurreert in de Benelux onder meer met Vanlommel, in Olen, dat niet direct bereikbaar is voor commentaar. Het Nederlandse bedrijf realiseert bijna een kwart van haar omzet in Italië, waar het coronavirus nu al meer dan 3.000 mensen ziek heeft gemaakt. Italië en Duitsland zijn met afstand de belangrijkste afzetmarkten voor VanDrie. Samen tekenen ze voor de helft van de omzet.

Italië wordt bediend met vlees dat komt vanuit Nederland maar ook België. In België heeft VanDrie een slachterij in Hasselt en een significant aantal kalverplaatsen. In totaal gaat vanuit ons land - de industrie zit met name in Vlaanderen - ruim 14.000 ton runds- en kalfsvlees naar Italië.

Italiaanse productie

Het bedrijf produceert ook in Italië zelf; het heeft ook een veevoederbedrijf en stevig aantal kalverplaatsen in Italië, aldus Everts. De dieren worden in lokale slachterijen geslacht. “We maken ons zeker zorgen over het personeel daar”, aldus Everts. “In de eerste plaats voor hun gezondheid. Maar bij besmettingen en quarantaines kan ook onze productie in gevaar komen.”

Het is een geluid dat meer doorklinkt bij bedrijven die exporteren: als 1 persoon ziek is - misschien zelfs niet ernstig – kan dat leiden tot quarantaines die als een inktvlek door de onderneming gaan. Al snel heb je dan een afdeling of fabriekshal die nauwelijks meer kan functioneren. Bij zuivelbedrijf FrieslandCampina hebben ze daarom besloten vergaderingen met grotere groepen, van zo’n 25 man, voorlopig even via videoconference te doen.

In Nederland en België zijn de productielocaties van VanDrie voorzien van extra desinfecterende middelen. Personeel wordt gevraagd vaak en goed de handen te wassen. “Dat is vanzelfsprekend, maar benadrukken we nu wel even extra.” Instructies vanuit de Nederlandse of Belgische overheid krijgt men niet, maar toch is Everts tevreden over de informatievoorziening. Online is alles te vinden en worden gegevens over besmettingen zowat real-time bijgehouden. VanDrie-werknemers mogen uit voorzorg niet meer reizen naar landen of gebieden met veel besmettingen: China, Zuid-Korea en een deel van Noord-Italië.

Verkopen

De verkoop aan de Italiaanse supermarkten loopt ondertussen goed, aldus Everts. “Daar merken we nog niets van het virus. Maar in de foodservice (catering, hotels, restaurants etc., red) en de groothandel zien we wel een dip. Uiteindelijk is het totale effect op ons vooralsnog beperkt, want de retail is toch wel een belangrijk deel van onze afzet. Maar we volgen het wel want Italië is heel belangrijk voor ons. Het valt nu nog mee.”

Kalfsvlees is vaak geen goedkoop product. “Als de economie van Italië minder goed gaat presteren door het virus, kan dit de consumptie drukken.” Maar: de Italianen houden van kalfsvlees, en zullen het misschien minder snel laten staan dan Noord-Europeanen. “Dat is onze hoop.”

Afzetspreiding

De afhankelijkheid van een beperkt aantal afzetmarkten zit VanDrie al langer dwars. De Italiaanse, Duitse en Franse markten overheersen in de cijfers. Het bedrijf is dan ook vrijwel altijd aanwezig bij handelsmissies en investeert in het ontwikkelen van een kalfsvleescultuur in landen als China en Japan.

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken