Startpagina Akkerbouw

Start de uitzaai van suikerbieten op het juiste moment

Hoewel de voorspellingen nog onzeker zijn, zal de drogere periode in het vooruitzicht de zaai stilaan doen starten. Handel niet overhaast, raadt het Bieteninstituut aan. “Want fouten bij de uitzaai kan je niet meer herstellen, zeker na een nat voorjaar! ”

Leestijd : 2 min

Het KBIVB geeft hierbij een korte opfrissing over de juiste machineafstellingen en zaaidichtheden.

De oppervlakkige laag (zaaibed) moet verkruimelen en de dieper gelegen aarde mag niet in een compacte blok blijven liggen als je deze voor je uit werpt (vochtige grond is gevoeliger voor verdichting). Controleer de percelen afzonderlijk, er zijn grote verschillen tussen de percelen. Kies uw zaaitijdstip in functie van de weersvoorspellingen. Streef in uw planning naar minimum 36 uur drogend weer, zonder neerslag na de zaai. Zo drogen de kluiten aan de oppervlakte op en vermindert het risico op dichtslaan van het zaaibed bij intense neerslag.

Kies voor een correcte zaaidiepte in functie van de weersomstandigheden. De ideale zaaidiepte is 2 tot 2,5 cm, op een goed aangedrukt zaaibed, met een goede bedekking van het zaad (om bosmuizenschade te voorkomen). Voor een goede werking van Force zaaizaadontsmetting moet het zaaibed goed aangedrukt zijn en mag er niet te diep gezaaid worden (niet meer dan 3 cm). Indien regen voorspeld wordt, stel de zaai uit of zaai dan niet te diep (max 1,5 cm).

Streef naar een finale gewasstand van 95.000 planten per hectare (85.000 in zware klei). De zaaiafstand hangt af van de rijafstand (45 of 50 cm) en van het verwachte opkomstpercentage. Percelen die niet-kerend bewerkt worden, vertonen soms een iets lager opkomstpercentage dan percelen die geploegd worden door de aanwezigheid van gewasresten in het zaaibed. Ook grasland dat recent omgezet is kan door de aanwezigheid van bodeminsecten lagere opkomsten geven.

Kans op vergelingsziekte

Door de zachte winterse omstandigheden stelt het KBIVB vast dat op heel wat percelen waar vorig jaar bieten geteeld werden (maar ook waar bietenhopen lagen) de bietenkoppen nieuw blad vormden.

Deze hergroeide bieten bieden overlevingskansen en vroege ontwikkelingskansen voor groene bladluizen die overdragers zijn van het vergelingsvirus. Het bieteninstituut raadt dan ook aan om deze bietenkoppen zo snel mogelijk, bij voorkeur mechanisch, te vernietigen en ze onder te werken.

KBIVB

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken