Startpagina Maïs

Tegen doorlevende onkruiden zijn er efficiënte oplossingen, maar geen innovaties

Haagwinde, knolcyperus en aardappel-, witloof- en cichoreiopslag zijn zaken die je ook liever niet ziet in je maïsveld. Ook hiervoor zijn er oplossingen op de markt. Er zijn echter ook nieuwe uitdagingen. De komst van sulfonylurea-resistent raaigras in enkele percelen bezorgt landbouwers wat kopzorgen.

Leestijd : 4 min

E lke ongewenste plant is er één te veel. Hieronder geven we een overzicht hoe je haagwinde, knolcyperus en opslagplanten kan bestrijden.

Haagwinde

Bij haagwinde is de grootste moeilijkheid de verspreide opkomst en de moeite die het kost om het wortelstelsel in de diepte te vernietigen.

tabel8

Callam combineert tritosulfuron 12,5% en dicamba 60%. Het is met een dosis van 0,4 l/ha zeer efficiënt tegen haagwinde. In geval van zware druk geeft het fractioneren in een dosis van 0,25 kg, gevolgd door een correctie met 0,15 kg 10 dagen later, de beste resultaten. Dit kan worden gecombineerd met courante producten.

Casper combineert dicamba 50% en prosulfuron 5%. De efficiëntie tegen haagwinde van de haag is ook goed met zeer weinig hergroei in het volgende jaar. Het is goedgekeurd tegen een dosis van 300 g/ha in 1 of 2 toepassingen (200 g dan 100 g).

Banvel toegepast in een dosis van 0,4 l is een compromis tussen selectiviteit enerzijds en de teelt en werkzaamheid anderzijds. In het geval van een zware druk wordt het in de praktijk toegepast tegen een dosis van 0,4 l, en met een correctie van Peak van 20 g/ha indien nodig. Het kan worden gecombineerd met de andere courante actieve stoffen. Met een dosis van 0,25 l bestrijdt het zwaluwtong, kleefkruid en muur.

Kart (fluroxypyr 100 g/l + florasulam 1g/l) kan ook in de bestrijding worden gebruikt. De efficiëntie van dit product bij een dosis van 0,7 l is vrij vergelijkbaar met die van Banvel. Een correctie 7 tot 10 dagen later met Kart 0,5 l + Peak 10 g/ha kan echter nog steeds nodig zijn om ervoor te zorgen dat een latere opkomst van haagwinde wordt vernietigd. De selectiviteit van deze behandelingen is zeer goed.

Het heeft ook een goede complementaire werking op herderstasje, kruiskruid, zwaluwtong en vogelmuur.

Deze verschillende producten kunnen ook worden gecombineerd met verschillende partners.

Sulfonylurea-resistent raaigras, een nieuwe uitdaging in maïs

In een paar percelen is sulfonylurea-resistent raaigras opgekomen. De invoer van stro uit het ‘Bekken van Parijs’ is hier in sommige situaties de oorzaak van. Deze resistentie is een natuurlijke en overerfbare eigenschap, die bepaalde enkelingen uit een populatie hebben en hierdoor een dodelijke dosis herbicide overleven in tegenstelling tot andere planten in die populatie. Er zijn twee vormen van resistentie: ofwel is het ontstaan door een doelwitmutatie die voorkomt dat het herbicide zich eraan bindt (mutatie op het niveau van een aminozuur), ofwel door een andere mutatie waardoor de plant enzymen ontwikkelt die de herbicidemoleculen afbreken (detoxificatie). De eerste proeven die in 2019 zijn uitgevoerd, hebben de grenzen van de momenteel in maïs beschikbare herbiciden aangetoond. Het beste wat men kan doen in zo’n situatie is rotatie invoeren, er zijn bovendien ook gevallen gerapporteerd bij duist. Dit jaar worden er proeven hierrond opgezet.

Aardappelopslag

Aardappelopslag wordt goed bestreden in het ‘10 tot 15 cm stadium’ van de meest ontwikkelde aardappelplanten, door een behandeling met Callisto 1 tot 1,25 l + partners, afhankelijk van de aanwezige flora. De schema’s Callisto 1l + [Starane Forte 0,4 l of Banvel 0,4 l] + Aspect T 1,6 l zorgen ook voor een goede bestrijding van de aanwezige aardappelopslag. De behandelingen zijn onvoldoende tegen latere opkomst van aardappelknollen.

Opslag van witloof of cichorei

De moeilijkheid bij de bestrijding van opslag van witloof- of cichorei ligt in het feit dat de wortelpunten verspreid liggen over de hele diepte van het profiel en er sprake is van een gepreide kieming. Een gefractioneerde toepassing van Casper 0,2 kg, gevolgd door Casper 0,1 kg + Trend 0,1% en Banvel 0,4 l en vervolgens Peak 0,02 kg + Trend 0.1%, geeft uitstekende resultaten. De bestrijding is zeer goed, zowel op de opslag aanwezig tijdens de behandeling als op de opslag die ontstaat na het behandelen.

Knolcyperus bestrijden

Alvorens chemische bestrijding te overwegen, moeten verschillende preventieve methoden worden gevolgd. Tractoren en grondbewerkingswerktuigen kunnen knolcyperus op een boerderij verspreiden door knollen tussen de percelen te vervoeren. Daarom is het essentieel om de machines en werktuigen goed te reinigen nadat ze zijn gebruikt in een veld met knolcyperus. Er mogen ook geen gewasresten of grond van reeds aangetaste percelen worden verspreid op gezonde percelen. Als er grond wordt gepacht of ter beschikking gesteld, moet de potentiële huurder schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de aanwezigheid van knolcyperus en moet er in onderling overleg een document worden ondertekend. Sommige bietenpercelen met knolcyperus weigert de suikerraffinaderij al te rooien.

tabel9

Een landbouwer die een met knolcyperus besmet perceel bezit, moet teelten vermijden waarbij grond wordt afgevoerd, zoals aardappelen, suiker- of voederbieten, cichorei, wortelgroenten, bolgewassen, enzovoort.

Knolcyperus zit op verschillende diepten in de grond, de opkomst van de zaailingen is redelijk gespreid over de tijd en de bestrijding ervan vereist 2 werkgangen. De eerste wordt uitgevoerd in het 5 tot 15 cm stadium van de knolcyperus, rond het 5-6 bladstadium van de maïs. Een bestrijding van 99% kan worden bekomen met een behandeling van Zeus 1 l + Onyx 0,75 l of Osorno (of Callisto) 0,5 l + Zeus 0,5 l + Onyx 0,75 l ,gevolgd door een tweede behandeling met Osorno 1 l + Onyx 0,75 l die 2 weken na de eerste wordt toegepast.

G. Foucart, F. Renard, J-P Mazy

et M. Mary

CIPF, UCL – Louvain-la-Neuve

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken