Startpagina Schapen

Lissy Steegmans: ‘Het is plezierig om te doen, maar we halen niet de verhoopte omzet’

Coronacrisis of niet, in de stal van het Sint-Annahof mekkeren de ooien en lammeren naar hartenlust. Guido Steegmans, Martine Pot en dochter Lissy versnijden het vlees van de lammeren die zijn opgegroeid in de eigen stal en verkopen het lamsvlees in hun eigen hoevewinkel. In een tijdperk waar duurzaamheid centraal staat, zou het concept van de korte keten vlot moeten aanslaan bij de consument, zou je denken. Maar zo eenvoudig blijkt dit niet te zijn. “Nee, totaal niet.”

Leestijd : 5 min

Het is een vaststelling waar verwerkers en verkopers van lamsvlees elke dag mee worden geconfronteerd: de Vlaamse consument is jammer genoeg nog te weinig verlekkerd op die typische smaak. De consumptie van lamsvlees is bij ons maar goed voor enkele procenten. En dat weegt zwaar door voor al wie in deze sector actief is.

Elektricien en schapenboer

In Mellaer, in de buurt van de Sint-Annakapel in Lummen, groeide Guido Steegmans op in een landbouwersgezin. Ook zijn vrouw Martine stamt uit een familie van loonwerkers. Het duurde wel tot na hun huwelijk voor het koppel zich zou toespitsen op het (deeltijds) houden van schapen.

Guido moest van thuis uit eerst een andere stiel leren en werd zelfstandig elektricien. Op het ouderlijk landbouwbedrijf liepen varkens en runderen rond, geen schapen. “Op aangeven van de dierenarts kochten we in het najaar van 1981 een eerste Hampshire Down schaap, Wolleke . Pas een jaar later werd onze enige dochter Lissy geboren”, zegt Guido.

Dochter Lissy (37) herinnert het zich nog levendig van in haar kindertijd. “Met een neefje zaten we dan wat beduusd aan het raam te kijken als de varkens werden opgeladen. Toch is toen de liefde voor de landbouwsector gegroeid. Om voldoende spreiding doorheen het jaar te hebben, zitten nu 4 schapenrassen in onze stal: Hampshire Down, Texel, Swifter en Charollais. Zo kunnen we het jaar rond lamsvlees in onze hoevewinkel verkopen. In de stal hebben we nu 8 rammen en 100 ooien. De verzorging van schapen is ook eenvoudiger dan het afmesten van runderen of varkens. Ook naar ruimte toe is het houden van schapen eenvoudiger.”

Slagersdiploma

Om die schapen zelf te kunnen vermarkten volgden vader Guido en dochter Lissy samen een opleiding en behaalden zo hun slagersdiploma. “Door samen aan de opleiding te beginnen, was dat praktisch eenvoudiger en hebben we elkaar gestimuleerd om door te zetten”, zegt Guido.

“Schapen zijn ook gemakkelijker te behandelen dan bijvoorbeeld kolossen van runderen. Een karkas van een lam is toch van een andere orde dan bijvoorbeeld het achterkwartier van een rund. Daar zie ik mezelf niet onmiddellijk mee sleuren”, zegt Lissy, die moeder is van 2 kinderen en nog een deeltijdse job als boekhouder heeft.

Momenteel is de opbrengst van de schapenhouderij en de verkoop in de hoevewinkel onvoldoende om 2 gezinnen te onderhouden. “Ik help onder andere bij het versnijden, de voorbereidingen en bij de verkoop in de winkel. Ik hou enorm van het sociale contact met de klanten en ik beantwoord met veel enthousiasme al hun vragen over ons landbouwconcept.

Maar ja, als boekhouder moet ik ook goed naar de cijfers te kijken. Nee, de schapen zijn geen alibi om nu winkeltje te kunnen spelen. Hoewel ik dat vroeger als kind graag deed”, lacht Lissy, die haar goed humeur nooit verliest.

Zoeken naar bekendheid

De verkoop van lamsvlees werd in de zomer van verleden jaar versterkt met de opstart van een hoevewinkel. “Mijn vader en ik halen misschien een beetje de verloren tijd van vroeger in. Vanuit het oogpunt van een hobby is mijn vader altijd een boer gebleven. Ik heb ook nooit anders gekend, toen mijn grootouders een landbouwbedrijf met varkens en runderen hadden.”

“We proberen zeker ook om kinderen bij de schapenhouderij te betrekken. We vinden het belangrijk om de kinderen te tonen dat de schapen het hier goed hebben in onze stallen en op de weides. En ja, slachten hoort erbij. Bij kinderen ligt dat soms wat gevoelig wanneer ze een lief lammetje in de ogen kijken.

We proberen hen dan ook bewust te maken dat wie wil genieten van een goed stuk vlees, hiervoor dieren moet slachten. Tegenover de kinderen proberen we ook ons landbouwconcept te kaderen in het algemeen belang van de landbouw voor de maatschappij. Deze coronacrisis toont nog maar eens het belang aan om niet al te veel afhankelijk te zijn van het buitenland.”

Respect topchefs

“Waar we als jong bedrijf wel heel trots op zijn, is dat enkele Limburgse topchefs de weg naar ons lokaal kwaliteitsproduct hebben gevonden. Wanneer zij zich lovend uitspreken over de kwaliteit van ons lamsvlees, wordt de grond onder de voeten plots wat lichter. Daarnaast zetten we ook hard in op bedrijfsbezoeken. Het is langs al deze verschillende kanalen dat we zoeken om nieuwe markten aan te boren.

Vorig jaar hebben we ook deelgenomen aan de Dag van de Landbouw. Een heel mooi initiatief, waar we heel veel plezier aan hebben beleefd. Het was een uitstekende gelegenheid om ons net opgestart bedrijf in de kijker te plaatsen.

Het is een dag waarbij geïnteresseerden in contact kunnen komen met wat je doet en zien hoe er wordt gewerkt. Tegelijk hoop je dan stilletjes dat een klein deel van de geïnteresseerden later zou terug komen om iets in de hoeveslagerij te kopen, maar dat viel jammer genoeg wat tegen.

We zijn wel heel trots op ons vast cliënteel, dat duidelijk waardeert wat we doen en waar we voor staan. Ze vinden onze uitstekende kwaliteit en een goede service van heel groot belang. Dat is maar een van de redenen waarom de klanten terugkeren. Het zouden er echter wel meer mogen zijn. Het is – zeker voor drukbezette tweeverdieners – makkelijker om in een supermarkt te winkelen. Daar heb je alles op 1 plek en laad je je winkelkar volledig vol.” Die vaststelling hoor je wel vaker bij wie via de korte keten verkoopt.

Toekomst van landbouw

En dan is er nog de toekomst van de landbouw. “Ik doe hier alle papierwerk, en dat is heel veel. Niet het minst voor veehouders. Er zijn ook de vele controles, die uiteraard moeten gebeuren, maar het mag soms wel eens wat menselijker.

We zijn blij met de vele inspanningen van de verschillende landbouworganisaties die het respect voor de boer promoten. Als boeren staan we voor verschillende uitdagingen op gebied van milieu en klimaat. Wij proberen daar ook op een positieve manier ons steentje bij te dragen. En laat ons niet vergeten dat ook (schapen)vlees belangrijk blijft in een gezond voedingspatroon.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Schapen

Hoe bereid je de aflamperiode goed voor ?

Schapen Op sommige bedrijven zijn de eerste lammeren al geboren, maar voor de meeste bedrijven vinden de geboorten plaats tussen half februari en april. De geboorteperiode is de meest delicate, maar ook de belangrijkste periode voor een schapenbedrijf. Het aantal lammeren is bepalend voor de rendabiliteit, maar het moeten wel levende en finaal verkoopbare lammeren zijn.
Meer artikelen bekijken