Startpagina Recht

Interview met advocaat Jan Opsommer: Soms krijgen landbouwers het gevoel een speelbal te zijn van de overheid

Jan Opsommer (42) is een bekend advocaat uit Oudenaarde. Al jaren verzorgt hij voor Landbouwleven en diens Franstalige zustertitel Le Sillon Belge de rubriek Recht. Daarin geeft Opsommer uitleg bij nieuwe wetten en decreten, en laat hij met cases zien wat de wetgeving kan betekenen voor uw bedrijf. In een interview gaat Opsommer in op zijn passie voor de landbouw, zijn beroep, en de actualiteit.

Leestijd : 8 min

Wie onderneemt in een streng gereglementeerde sector, met vaak de nodige grond en bedrijfsmiddelen, kan al eens met recht te maken krijgen. De wereld van het agrarisch recht is betrekkelijk klein. Alle advocaten kennen elkaar wel. Boerenzoon Jan Opsommer staat al sinds 2003 boeren in de rechtbank bij. Het is dankbaar werk, zegt hij voorafgaand aan een interview met Landbouwleven, juist omdat het zo specifiek is en omdat je een steentje kunt bijdragen aan de toekomst van een landbouwbedrijf.

Waarom bent u advocaat geworden, en dan nog specifiek in de landbouw?

Ik ben een landbouwerszoon. Mijn ouders hadden tussen Kortrijk en Gent een gemengd bedrijf met akkerbouw, melkvee en vleesvee. Holsteins en zuiver witblauw, een vreemde maar bewuste combinatie van mijn vader. Ik wilde het bedrijf best overnemen, maar mijn vader besliste anders. Het werd mijn jongere broer. Voor mij was de keuze toen: zal ik proberen om veearts te worden, of advocaat? In die periode zag ik, door de dreiging van de Groene Hoofdstructuur, dat de overheid immens kan ingrijpen in een landbouwbedrijf. Die vaststelling deed mij voor rechten kiezen: als veearts kon ik wel een aantal boeren helpen, maar als advocaat misschien ook de hele sector. Het werd daarom een studie Rechten, eerst in Kortrijk en later in Leuven.

Bij alles dat de boer doet, komen wetten en regels kijken.

Inderdaad, en de gevolgen daarvan laten zich niet onderschatten. Denk alleen al aan de rol die grond voor een landbouwer speekt. Het is een zeer belangrijke productiefactor, maar de overheid bepaalt voor een groot deel wat je er wel en niet mee mag doen. Ook is niets nog zeker in de bedrijfsvoering met de steeds wijzigende regels. Zo kan men een vergunning krijgen voor het houden van 150 runderen, maar vervolgens wijzigt de overheid mestwetgeving die het houden van slechts 110 koeien mogelijk maakt… Afgelopen jaar bijvoorbeeld voerde de overheid halfweg het jaar de nieuwe regels van MAP6 met terugwerkende kracht in. Ik vind dat niet correct en in elk geval voor landbouwers niet evident om te volgen en na te leven.

Soms krijgen landbouwers ook het gevoel een speelbal te zijn van de wijzigende plannen van de overheid. Wil de overheid plots een fietspad over een akker, dan kan men daarvoor onteigenen. De landbouw is een extreem gereglementeerde sector. De belangen die aan al deze regeltjes vasthangen, zijn dikwijls groot. Het komt er dus op aan de regelgeving goed te kennen en toe te passen.

U wist natuurlijk van huis uit veel van het boerenbedrijf, maar dat is nog iets anders dan een juridische specialisatie. Hoe bouwde u die op?

Na het afstuderen loop je als beginnend advocaat eerst 3 jaar stage, onder begeleiding van een stage-patroon. In die tijd mag je eigenlijk al alle procedures voeren en hetzelfde werk doen, maar je blijft verbonden aan een stage-patroon op wie je kan terugvallen. Als stagiair kreeg ik in die tijd veel uiteenlopende zaken te doen, met ook een pak landbouwdossiers. Voor mij was al snel duidelijk dat het een zeer specifieke en ook interessante materie is. Er is zoveel wetgeving die bijna alleen op landbouwers toepasbaar is, zoals het Mestdecreet, de VLIF-reglementering, de sectorale milieureglementen… Na mijn derde jaar stage, in 2003, ben ik meteen met een eigen bureau gestart.

Niet lang daarna ben ik de samenwerking met Landbouwleven aangegaan, deels omdat de vragen die de lezers ons voorleggen volledig in mijn interessegebied liggen, maar ook om de vinger aan de pols te houden bij wat leeft en beweegt in de landbouw.

En niet zonder succes, want het bureau is vandaag meer dan u alleen.

Dat klopt, ik stuitte al snel op te veel werk. Inmiddels werken we met 8 advocaten, waarvan 2 intussen ook vennoten zijn geworden. Voor de administratieve ondersteuning kunnen we rekenen op 2 extra medewerkers. Het voordeel van een groter kantoor is dat ieder een specialiteit kan opbouwen, wat de cliënten alleen maar ten goede komt. Samen weet en kun je meer dan alleen.

Wat zijn nou de meest voorkomende zaken voor u, als advocaat?

De klassieke rechtstakken waarin dossiers voor landbouwers worden verdedigd, situeren zich in het burgerlijk recht en het strafrecht. In het burgerlijk recht zijn er bijvoorbeeld de discussies en geschillen over pacht, eigendom en erfdienstbaarheden, zoals het recht van uitweg, maar ook discussies over zogenaamde burenhinder, waarbij buren erover klagen hinder te ondervinden van de exploitatie van een landbouwbedrijf. Dergelijke zaken komen de laatste tijd meer frequent voor, dikwijls omdat stedelingen zonder voeling met de landbouw in of tegen agrarisch gebied komen wonen voor de rust en het mooie landschap, maar er dan de lasten van een normaal landbouwbedrijf niet willen bijnemen. In het strafrecht worden jaarlijks verschillende landbouwers gedagvaard voor verkeersongelukken met gewonden, inbreuken op de milieu- en stedenbouwwetgeving en jammer genoeg ook het gebruik van verboden producten.

Daarnaast is er, vooral de laatste 15 jaar, een groot aantal zaken die onder het zogenaamde publiek recht vallen. Hier gaat het in de landbouw vooral om wet- en regelgeving rondom milieu en stedenbouw, tegenwoordig in één naam genoemd onder het omgevingsrecht, maar ook overheidsingrijpen zoals onteigeningen, ruilverkaveling, ruimtelijke planning, enz.

Uit wat voor zaken haalt u de meeste voldoening?

Een juridische kwestie is voor de cliënt natuurlijk nooit leuk, maar persoonlijk behandel ik graag pachtdossiers. Het is in het klassieke burgerlijk recht zo’n buitenbeentje dat de finesses echt tellen en dankzij het jarenlang adviseren ben ik hier wel mee vertrouwd. Je kunt dan snel tot de kern komen en een cliënt echt helpen, soms ook door te zeggen dat wat de cliënt wil wettelijk gezien niet kan. Daarnaast geven ook vergunningendossiers veel voldoening, omdat ze zo bepalend zijn voor de ontwikkeling van het bedrijf. Als je dan kan helpen om de vergunning te bekomen, dan kun je een klein steentje bijdragen aan de gezonde toekomst van een landbouwbedrijf.

En pleiten in een strafzaak?

Ook dat soort zaken behandel ik graag. Vroeger kwam dat vaker voor dan nu, maar ik doe het nog steeds regelmatig. Vaak gaat het dan om milieukwesties. Heeft een boer wel of niet mest geloosd in een sloot bijvoorbeeld? De overheid deelt in dat soort zaken serieuze boetes uit. Pleiten in een strafzaak levert een bepaalde adrenalinestoot op: kun je de rechtbank overtuigen van de onschuld van jouw cliënt, of wat gebeurd is zo kaderen dat de strafmaat meevalt… Het zijn natuurlijk voor de cliënt niet bepaald de fijnste zaken.

U zult toch vast wel eens iemand tegenkomen die schuldig is?

Ja en ik vraag volledige openheid van een cliënt. Alleen dan kan ik de persoon in kwestie immers goed verdedigen. Samen bepaal je de lijn van verdediging… de cliënt heeft het laatste woord. Als een cliënt wil dat ik hem of haar probeer vrij te pleiten, dan probeer ik dat. Uiteindelijk staat de cliënt en niet ik terecht, en verdient iedereen een juridische verdediging. Dat is immers een garantie die onze rechtstaat biedt. Het is een mensenrecht dat niemand zichzelf hoeft te beschuldigen.

Lijkt me best lastig…

Advocaten zijn uitvoerders van een opdracht, maar het is natuurlijk zo dat ik een cliënt het beste kan verdedigen, als ik me in zijn of haar handelen kan inleven. Kan dat niet, dan is het toch wel wat tegennatuurlijk en verwijs ik door. Ik moet een zaak immers in eer en geweten kunnen verdedigen. Kan ik dat niet, dan weiger ik het dossier.

Wat is nu uw grootste overwinning; welke zou u wel ingelijst aan de muur willen hangen?

Haha, ik heb natuurlijk wel een beroepsgeheim dus moet ik een zaak bedenken die niet gemakkelijk te herleiden is… Ik denk dan toch aan een zaak die verder gaat dan het belang van een cliënt. Ik heb eens kunnen voorkomen dat een overheidsgebouw werd neergezet in een onaangetaste zone. Na 3 jaar kwam de uitspraak dat de overheid op die plaats totaal niet mocht bouwen en dat was een enorme opluchting… voor mij, maar vooral ook voor de landbouwers daar.

En van welke nederlaag lag u wakker?

Ik trok ooit naar het Grondwettelijk Hof rond de invoering van de nutriëntenhalte. Het Hof concludeerde dat mijn cliënt geen ongelijk had, de bestraffing van de overschrijding van de nutriëntenhalte was niet gelijk voor iedereen, maar omdat een hoger belang gediend moest worden, namelijk een gezonder leefmilieu, bleef het systeem toch bestaan. In feite kwam het erop neer dat sommige boeren een zwaardere last moeten dragen dan andere burgers voor het behoud en de verbetering van het leefmilieu. Ik ben het daarmee oneens. Alle burgers horen, vind ik, de openbare lasten gelijk te dragen.

Zijn er gemakkelijke en minder gemakkelijke rechters?

In een utopische wereld is het recht het recht, dus zou dat niet zo mogen zijn. Maar uiteindelijk is recht geen exacte wetenschap, geen wiskunde. De rechter is een mens en heeft zijn persoonlijke achtergrond. In landbouwdossiers heeft de ene rechter heeft meer voeling met de landbouw dan de ander. Dit is ook volstrekt normaal. Een rechter kan niet alle beroepen en onderdelen van de maatschappij perfect kennen. Het komt er dan op aan de rechtbank zo goed mogelijk uit te leggen hoe het er in de landbouw aan toe gaat.

Neemt die voeling af, zoals in de rest van de maatschappij?

Absoluut. Het is daarom de taak van een raadsman die een landbouwer bijstaat om de rechtbank uit te leggen wat landbouw is, hoe het werkt en dus ook wat de praktische impact van beslissingen op het bedrijf zal zijn.

Ten slotte, er zijn stemmen die stellen dat rechters steeds meer de rol over nemen van de politiek. In Nederland is in boerenkringen dat geluid zeker te horen: dankzij ‘activistische’ rechters zouden draconische stikstofmaatregelen worden genomen. Hoe ziet u dat?

Uiteraard hebben rechters zoals iedereen een persoonlijke mening. Goede rechters laten die persoonlijke overtuigingen thuis en behandelen de zaken professioneel en onafhankelijk. Veel hangt natuurlijk af van de beoordelingsruimte die aan de rechter wordt gelaten door de wetgever. Als de politiek niet heel expliciet uitlegt hoe haar wetgeving moet worden toegepast, of wat de concrete invulling van bepaalde regels is, wordt er veel beoordelingsvrijheid gelaten aan de rechter. De manier waarop deze beoordelingsvrijheid dan wordt ingevuld zal onvermijdelijk verschillen van rechtbank tot rechtbank en van rechter tot rechter. Doordat ons land en onze regio’s bovendien op internationaal niveau, meestal Europees, bepaalde engagementen is aangegaan, kan een rechter ook daarmee rekening houden. Soms kan de rechter hier zelfs niet omheen. Dit alles brengt met zich mee dat rechtbanken onvermijdelijk in een toenemende mate mee op het beleid gaan wegen.

Jan Cees Bron

Lees ook in Recht

Belangrijkste bepalingen uit het uitvoeringsbesluit toegelicht

Recht Op 1 november 2023 is het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023 in werking getreden. In het decreet zelf werden nog een aantal praktische zaken overgelaten aan de Vlaamse regering. Deze heeft nu haar voorontwerp van uitvoeringsbesluit aan de Raad van State overgemaakt voor advies.
Meer artikelen bekijken