Startpagina Actueel

Landbouwbarema inkomstenjaar 2019: Enkel daling semi-brutowinstcijfer vleesveehouderij

Tussen de beroepsgroeperingen en de administratie van Financiën is een akkoord bereikt over het landbouwbarema en het barema van de varkenshouders met betrekking tot de inkomsten van 2019. In 2019 boerden veel landbouwbedrijven vrij goed. Alleen voor de vleesveehouderij wordt een lager semi-brutowinstcijfer berekend. Paul Van Der Schueren en Tine Mertens van DLV accountants zetten zaken op een rijtje.

Leestijd : 3 min

Het jaar 2019 was een vrij goed jaar voor de landbouwsector. De opbrengsten per ha waren voor de meeste teelten aanzienlijk hoger dan het jaar voordien en dit ondanks een zeer droge zomerperiode. Ook de prijzen voor tarwe (lichte daling), suikerbieten en aardappelen waren goed. De varkenssector kende na het slechte 2018 in 2019 opnieuw een goed jaar. Zowel zeugenhouders als vleesvarkenshouders ontvingen zeer goede prijzen. Ook melkveehouders gingen erop vooruit ten gevolge van een betere melkprijs.

Bij de besprekingen van het landbouwforfait kwamen deze evoluties zeer duidelijk naar boven. Zowel de macro-economische cijfers van de officiële statistieken van de overheid als de resultaten van de onderzoeken van de fiscus op de landbouwbedrijven en bij leveranciers en afnemers, gingen allen in dezelfde richting. Dit betekent dat er enkel voor de vleesveehouderij een daling van de semi-brutowinstcijfers te noteren viel.

Barema

Wisselende resultaten

De sterk gestegen opbrengsten voor tarwe, suikerbieten en aardappelen hadden een enorme invloed op de rendabiliteit van de sector in 2019. Bij de berekening van de aardappelprijs werd rekening gehouden met de onverkochte stocks ten gevolge van de corona lock-down in het voorjaar 2020. De globale omzet steeg desalniettemin waardoor de semi-brutowinst gemiddeld 6,75% hoger uitkomt.

De vleesveehouders kenden in 2019 opnieuw een minder goed jaar. De prijzen in de vleesveehouderij waren globaal lichtjes beter dan in 2018. Omwille van de gestegen voederprijzen was er toch nog een lichte daling van ongeveer 0,75%.

De melkveehouderij kende een redelijke stijging in 2019 ten gevolge van een duidelijk hogere melkprijs Voor de melkveehouders betekende 2019 een stijging van de melkprijs met ruim 3% en een lichte daling van de opbrengst van de reformkoeien en de kalveren. In combinatie met de gestegen melkproductie per koe en een hogere voederkost resulteerde dit in een stijging van de semi-brutowinst met iets meer dan 3%. Het niveau van de coëfficiënten liters melk per ha – onder andere nodig om de fictieve ha melk te berekenen – bleef ongewijzigd. Hierdoor zullen bedrijven met een hogere melkproductie dan vorig jaar meer (fictieve) ha melk moeten aangeven.

De verhoging van de semi-brutowinst per ha voor de bedrijven met meer dan 25 ha melk stijgt naar 4 euro per ha (in plaats van 3 euro per ha). Een melkveebedrijf met 65 ha melk zal dus voor zijn ha melk boven de 25 de semi-brutowinst per ha zien verhogen met 160 euro in plaats van 120 euro.

Aftrekbare kosten

De individueel aftrekbare kosten blijven dezelfde (pacht, dierenartskosten, sociale bijdragen, intresten…). De lonen en loonwerken zijn aftrekbaar tot een maximum van 430 euro per ha. Wel werd reeds overeen gekomen dat de verzekeringspremies die worden betaald in het kader van de brede weersverzekering individueel aftrekbaar zullen zijn.

Varkenshouders boekten in 2019 een zeer goed resultaat. In de varkenshouderij werd een sterke stijging van de biggen- en vleesvarkensprijs genoteerd in combinatie met een stijging van de prijs van het krachtvoeder. Dit resulteerde in een semi-brutowinst van 240 euro per productieve zeug (-85 euro semi-brutoverlies in 2018) en 12 euro per verkocht vleesvarken (3,5 euro semi-brutowinst in 2018). Zeugenhouders met meer dan 25 volwassen biggen per zeug zullen een extra aantal zeugen moeten aangeven.

Voor varkenshouders op contract bleef de semi-brutowinst van 9 euro per afgemest varken op hetzelfde niveau als vorig jaar. De aftrek van verliezen voor sterfte van varkens mogen gespreid afgetrokken worden over een periode van 2 jaar. Dit betekent dat niet afgetrokken verliezen van 2018 kunnen afgetrokken worden in de aangifte van het inkomstenjaar 2019.

Indienen belastingaangifte

De aangifteformulieren van de land- en tuinbouwers die hun aangifte niet via tax-on-web (laten) invullen zullen vanaf eind september 2019 worden verzonden. De uiterste datum van terugzending situeert zich wellicht rond 10 december 2020. Zoals vorig jaar beschikken de mandatarissen (boekhouders, belastingconsulenten…) automatisch over een bijkomende termijn tot en met 10 januari 2021 voor het indienen van een elektronische aangifte via tax-on-web. De landbouwers worden verzocht om hun gegevens zo vlug mogelijk aan hun adviseur te bezorgen.

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken