Startpagina Economie

Doorbraak om ammoniak te produceren zonder CO2-uitstoot

De productie van ammoniak – een belangrijk onderdeel van synthetische meststoffen – is door het grootschalige gebruik van aardgas een van de voornaamste bronnen van CO2-uitstoot. Door de bundeling van 2 verschillende technologieën hebben wetenschappers van KU Leuven en UAntwerpen een CO2-vrij alternatief ontdekt.

Leestijd : 3 min

Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het zogeheten Moonshot-innovatieprogramma van de Vlaamse overheid. Het is een toekomstgericht industrieel innovatieprogramma van de Vlaamse overheid. In plaats van naar de maan wil men met het programma werken naar een CO2-neutrale industrie tegen 2050.

Ammoniak is een basisstof binnen de chemische industrie en kent veel toepassingen, waarvan kunstmeststoffen het bekendste voorbeeld zijn. De productie van ammoniak gaat echter gepaard met een grote hoeveelheid CO2-uitstoot. Wereldwijd is 2% van de CO2-uitstoot toe te schrijven aan de productie van ammoniak, en in de chemische industrie in Vlaanderen is ammoniaksynthese zelfs verantwoordelijk voor 15% van de uitstoot.

De productie gebeurt voornamelijk aan de hand van het zogeheten Haber-Boschproces, dat aan het begin van de twintigste eeuw ontwikkeld werd. Daarbij wordt een mengsel van stikstofgas en waterstofgas door middel van hoge temperatuur en druk omgezet in ammoniak. Het gebruik van aardgas, als bron voor waterstofgas, zorgt voor de grote CO2-uitstoot. Voor kunstmestfabrikanten

Duurzame alternatieven

Wetenschappers van KU Leuven en UAntwerpen hebben nu een eerste doorbraak gerealiseerd in de zoektocht naar een duurzaam alternatief voor ammoniaksynthese. Ze kregen hiervoor steun van de Vlaamse overheid via het innovatieprogramma Moonshot, dat tegen 2050 een CO2-neutrale industrie wil mogelijk maken.

In een eerste fase komt plasmatechnologie aan bod, de onderzoeksexpertise van professor Annemie Bogaerts (UAntwerpen). “Een eerste horde om ammoniak te produceren, is het splitsen van het stikstofmolecule N2. Dat is een erg stabiel molecule, door de drievoudige binding tussen twee stikstofatomen. In plaats van de hoge temperaturen en druk van Haber-Bosch gebruiken wij een plasmareactor.”

“Plasma krijg je door gas te verwarmen of door er elektrische energie in te brengen. Zo ontstaat er een cocktail van verschillende reactieve deeltjes waarin nieuwe chemische reacties mogelijk zijn. In de plasmareactor vormen zich elektrische ladingen en hoge temperaturen, vergelijkbaar met een bliksem. In deze omstandigheden is het mogelijk om het stabiele stikstofmolecule N2 te splitsen. Door reactie met zuurstof ontstaan er vervolgens stikstofoxides.”

Inspiratie in de autosector

Stikstofoxides zijn beter bekend als NOx. “Er bestaan in de automobielsector al technologieën om de NOx-moleculen te elimineren uit de uitlaatgassen en daarop hebben we ons gebaseerd”, zegt professor Johan Martens (KU Leuven). “We hebben een bestaande filter aangepast zodat die de NOx-moleculen niet omzet in stikstof, maar in ammoniak.”

“Door de combinatie van plasmatechnologie met concepten uit de auto-industrie kan je dus op een duurzame wijze ammoniak produceren. En het mooie is dat de nodige grondstoffen, lucht en water, altijd en overal aanwezig zijn. Voor de opwekking van het plasma kan je dan weer hernieuwbare elektriciteit gebruiken via zonne- of windenergie.”

Decentrale productie

“We hebben een overtuigend concept gevonden, nu is het zaak om dit idee uit te werken tot een industrieel proces”, reageert professor Bogaerts. “Dit gebeurt eerst met een pilootopstelling in het labo. Uiteindelijk willen we komen tot een functionele toepassing die kan bijdragen aan de strijd tegen klimaatopwarming.”

De technologie zal het Haber-Boschproces niet meteen vervangen, maar kan op korte termijn wel een bijzonder waardevolle aanvulling bieden, denkt professor Martens. “In tegenstelling tot de huidige ammoniakproductie die gebeurt in een beperkt aantal gigantische reactoren, kan de plasmatechnologie lokaal worden ingezet met kleine installaties op verschillende plekken. Denk aan landbouwers in afgelegen gebieden: zij zouden met deze technologie, aangedreven door zonne- of windenergie, hun eigen meststoffen kunnen produceren.”

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken