Vetprijzen
Begin juni dalen vetprijzen verder op de GDT-veiling. Dichtbij in het derde kwartaal van 2019 zijn er nog duidelijk hogere prijzen dan in het vierde kwartaal van 2019. De globale prijsindex ging minder onderuit (-3,4%), omdat het belangrijkste product vollemelkpoeder maar 1,5% in prijs daalde. In Europa blijft de boterprijs onder druk staan en tikt men zelfs in Nederland en Duitsland onder de 4.000 euro/ton aan. De in de eerste maand 22% lagere boterexport van de EU in combinatie met een iets hogere Europese boterproductie zet mee de prijs onder druk. Hebben de Europese boterproducenten vergeten om handel te creëren naar Azië? De Nieuw-Zeelandse boterexport groeide namelijk in dezelfde periode met 29% naar voornamelijk China, de Filipijnen, Iran en Australië.
Mageremelkpoeder
Door het wegsmelten van de magerepoedervoorraad in Europa en een sterke vraag naar het product zijn de prijzen begin mei beginnen te stijgen. In Europa en de VS volgen prijzen al snel, richting 2090 euro/ton. De prijzen voor magere poeder zijn in Oceanië, de VS en Europa bijna gelijk, wat wijst op een goede handel in het product. Daardoor is het nu heel duidelijk dat eiwit in 2019 de melkprijs meer zal ondersteunen dan vet.
Begin juni zien we het omgekeerde beeld bij poeder tegenover boter. Europa kent in het eerste kwartaal een lagere productie voor vollemelkpoeder (-10,8%) en mageremelkpoeder (-2,8%) en een fel gestegen uitvoer in mageremelkpoeder (+35%), die ervoor zorgt dat prijsvorming van magere poeder nog altijd in de lift zit, met wekelijks een gestage stijging.
De prijsindex beweegt naar 2.127 euro/ton. Momenteel zijn de poederprijs en boterprijs communicerende vaten, waardoor het melkprijseffect neutraal is. België heeft de eerste maanden van het jaar opvallend meer poeder uitgevoerd naar Indonesië.