op EU-niveau voor
het lokale belang,
maar ook andersom
U komt altijd zeer gemotiveerd en energiek over. Waar komt die tomeloze motivatie en energie vandaan?
Haha, ik word wel ‘hevig’ genoemd ja. Weet je, ik ben een boerendochter en dat heeft me toch wel gevormd. Mijn papa had vetkoeien en iedereen in het gezin werkte mee. We hadden roostervloeren en dus stond ik als kind de mest uit de stallen te schuiven. Dan word je vanzelf een beetje no-nonsense… ik vond dat meewerken trouwens heerlijk. s’ Nachts mee als er gekalfd werd, met mijn papa mee naar de veemarkt… Het gebeurde soms dat ik maar met een uurtje slaap de klas binnenkwam en de andere kinderen zeiden dat ik stonk naar de koeien.”
Het verklaart uw liefde voor de landbouw, maar waar komt die politieke drijfveer vandaan?
Die gedrevenheid heb ik zeker van mijn papa meegekregen. En natuurlijk was er nonkel Valère, die een erg belangrijke invloed op mijn politieke carrière heeft gehad. Als kind schreef ik bijvoorbeeld brieven aan de burgemeester, met de vraag of die niet dit of dat even kon aanpassen. Mijn nonkel Valère zei me toen dat ik goed bezig was door die brieven te schrijven en zo de mensen te helpen, maar ook dat ik als politica door één wet te maken of veranderen 10 miljoen mensen zou kunnen helpen… Toen ik na mijn studies mocht beginnen op zijn kabinet in de Senaat, ben ik eigenlijk echt de politiek ingerold.
U neemt wel veel hooi op de vork met de combinatie schepen en Europees parlementslid, en dan nog een gezin met 2 kinderen. Is het niet vreselijk zwaar?
Het is een ideale en heerlijke combinatie van lokale en Europese problematiek! Ik breng de EU dichtbij de burgers van Sint-Truiden. Andersom neem ik naar Brussel de ervaring mee die ik opdoe met de botten tussen de landbouwers. Het zijn 2 totaal andere werelden die toch niet los van elkaar gezien mogen worden. Het is alleen, ja, hard werken, en voor het gezin is dat niet altijd handig. Dat los ik op door in het weekend als ik vanuit functie dingen bezoek, mijn kinderen mee te nemen. Ik los het ook op door heel veel te organiseren en sommige niet-essentiële zaken te laten. Buitenlandse missies zal ik eerder aan collega’s laten.
Waarom kwam u bij de liberale familie terecht? Van oudsher is CD&V mede door de koppeling met Boerenbond toch een sterke plattelandspartij.
Men mag de visie en aanwezigheid van onze partij op het platteland zeker niet onderschatten. De reden dat ik persoonlijk bij Open Vld terechtkwam, is eenvoudig. Ik ben als liberaal geboren. Ik houd van vrijheid, verantwoordelijkheid en solidariteit. CD&V kijkt voor oplossingen voor problemen al snel naar groepen, wij liever naar het individu. De christendemocraten grijpen al snel naar instellingen als middel om zaken aan te pakken – wellicht ook omdat ze daar vaak stevig in vertegenwoordigd zijn. Open Vld gelooft eerder in een directe benadering van de burger. De partij was voorloper op thema’s als het homohuwelijk, euthanasie… we willen de mens echt een mens laten zijn, zelf laten kiezen, daar geloof ik in.
Hoe vertaalt de liberale geest zich in landbouwpolitieke standpunten?
Toch is Open Vld voor bescherming van de landbouwmarkt. Hoe rijmt u dit met die belangrijke waarde van open handel?
Ik ben een zeer groot voorstander van handel, maar de landbouw zit wel wat anders in elkaar dan andere onderdelen van de economie. Landbouwers zijn afhankelijk van het weer, werken met levend materiaal en kunnen niet zomaar de productie stil zetten, zoals in een fabriek. Maar de belangrijkste reden dat we landbouw toch wat anders benaderen dan de rest van de economie, is de strategisch belangrijke rol van de landbouw. Ik zie geen Vlaanderen zonder landbouw… daarvoor is voldoende en kwalitatief goed voedsel te belangrijk. De landbouw speelt ook een cruciale rol bij het behoud van natuur en open ruimte.
Kunt u dat uitleggen?
Maar u denkt niet dat een wereld zonder subsidies, zoals Nieuw-Zeeland het doet, wenselijk is?
Landbouwers boeren niet voor de subsidies, ze zouden liever zonder kunnen werken. Dat is ook onze houding: een landbouw die zonder subsidies kan, is het einddoel. Maar een markt kan alleen maar goed functioneren als sprake is van een gelijk speelveld. Als ik kijk naar de huidige situatie, dan stel ik vast dat we wereldwijd en eigenlijk zelfs Europees helemaal geen gelijk speelveld hebben. Zo kent dichtbevolkt Vlaanderen een heel andere uitgangspositie dan bijvoorbeeld Frankrijk, of verder weg Brazilië. We doen hier zowat aan landbouw op stadsniveau. De milieunormen zijn daarom bij ons zwaarder dan daar, en dat betekent oneerlijke concurrentie.
Levert de uitzonderingspositie voor landbouw, als ik het zo noemen mag, wel eens discussie op in eigen gelederen?
Zeker, het is bij partijcongressen vooral de jongere garde die daar vragen bij stelt. Discussie binnen de eigen partij is heel gezond, het boerenverstand wint altijd.
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wordt momenteel vertimmerd. Wat vindt u van de plannen van de Europese Commissie?
Het is volgens mij goed dat een poging wordt gedaan om het geld echt bij de boeren terecht te laten komen. Ik vind het ook hoopvol dat men de keuze maakt voor innovatie en vergroening. Als liberaal doet het me nog het meeste deugd dat men de one size fits all-benadering verlaat. Voortaan staan doelen meer dan middelen centraal. Flexibiliteit is het toverwoord en dat is terecht, want landen verschillen enorm. Het is vanzelfsprekend wel van belang dat de doelen passen bij het beschikbare budget, want de landbouw heeft weinig geld over.
De EU is door de jaren heen ook steeds groter geworden. De later toegetreden lidstaten, zoals Polen, Tsjechië en Roemenië, vinden dat ze hogere hectarepremies verdienen. Nu krijgen ze immers minder dan hun West-Europese collega’s. Bent u het daarmee eens?
In principe moeten landbouwers in de gehele EU een gelijke behandeling krijgen, maar dan moeten we rekening blijven houden met verschillende kostenstructuren. Bovendien: als de later toegetreden lidstaten van de EU klagen dat ze minder hectarepremies krijgen, wil ik voordat we gaan herverdelen wel eerst de complete rekensom maken. De nieuwe lidstaten krijgen bijvoorbeeld meer geld dan de oude lidstaten vanuit het plattelandsontwikkelings- en cohesiebeleid. Daarom dus dat ik die studie heb aangevraagd; alleen zo kunnen we weloverwogen en doelgerichte maatregelen nemen.
Bent u blij met de Europese klimaataanpak?
Het klimaat is bij uitstek iets dat je Europees of zelfs wereldwijd moet oppakken, dus ik ben blij dat men probeert Europees te coördineren zodat vermeden wordt dat sommige landen niets doen en andere heel veel. Het Europese Milieuagentschap schreef een rapport over de klimaatimpact. De conclusie daarvan is dat de landbouw grote gevolgen ondervindt, en ook meer gevolgen dan andere sectoren… Ik had daar eigenlijk geen studie voor nodig. We maken tegenwoordig geweldige, ja zelfs prijswinnende wijn in Sint-Truiden, en onze appels hebben brandwonden van de hitte.
Daarover gesproken: vindt u als
Nee, eerst moet het KMI zeggen dat het weer uitzonderlijk was, dan moeten schades worden opgenomen en pas dan komt er een besluit van de regering dat het gaat om een landbouwramp en er dus geld over de brug moet komen. Het kan zijn dat onze telers pas in 2021 gecompenseerd worden voor de geleden schade van deze zomer. Moet je voorstellen! Ik ben als schepen op bedrijven geweest waar 3 jaar op rij 90% van de oogst vernietigd moest worden… hoe overleef je zoiets?
Het zal alvast niet gemakkelijk
Het raakt zeker bij ons in Limburg, maar vast ook op andere plaatsen de hele economie. Als de boer geen geld heeft, dan koopt de boerin geen kleed. En de weersomstandigheden zijn nog maar één element. In Sint-Truiden voelen we nog dagelijks de pijn van de Rusland-boycot. Het is schandalig dat landbouwers nooit zijn gecompenseerd voor de economische schade die zij lijden, omwille van een politiek conflict waar ze volledig buiten staan.
Wordt überhaupt nog met de Russen gesproken?
Hoezeer vreest u de brexit?
Waar in Sint-Truiden vooral de perentelers geraakt worden door de Rusland-boycot, daar raakt het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU vooral de appeltelers. Wel moet ik zeggen dat ik nog helemaal niet zo overtuigd ben dat de brexit zal plaatsvinden. Wanneer ze plaatsvindt, denk ik dat de Britten snel weer lidmaatschap zullen aanvragen. De jeugd is voor lidmaatschap; die begrijpt dat je de grote uitdagingen van deze tijd – terreur, klimaat, migratie maar zeker ook het behoud van een sterke landbouw – Europees aan moet pakken. In elk geval moeten landbouwers worden gecompenseerd door onregelmatigheden die optreden door een brexit, en daar lijkt de Commissie zich ook van bewust te zijn.
Denkt u dat met de chaotische brexit de kans op het uittreden van andere lidstaten kleiner wordt?
De angst bestond dat na een Brexit
Hervorming is noodzakelijk?
We hebben politici nodig die voorop durven lopen?
We hebben meer lef in de politiek nodig, en ook meer vrouwen. Misschien gaat dat wel samen, haha.
Ik ben zeer voor handelsakkoorden maar dan wel met landen die een gelijk speelveld met ons kunnen vormen. Het akkoord met Japan is een opportuniteit voor ons. We onderhandelen met Japan om peren op de Japanse markt te krijgen, maar ze leggen wel een aantal voorwaarden op met betrekking tot fytosanitaire voorwaarden, zoals bacterievuur. Anders is het met Mercosur, dus 4 Zuid-Amerikaanse landen met soms een bedenkelijke wet- en regelgeving wat betreft dierenwelzijn, milieu… Of als de wet- en regelgeving er wel is, dan blijkt uit schandalen steeds opnieuw dat ze op grote schaal niet gerespecteerd wordt.
In het kamp van Eurocommissaris Phil Hogan, wordt wel gesuggereerd dat de landbouw met Japan heeft gewonnen, en nu best wel mag bloeden. Weer anderen zeggen dat elke sector of ‘chapter’ in het jargon van de onderhandelaars, als geheel moet winnen.
Ik vind het idee van grootschalige markttoegang voor Mercosur-landen zeer slecht. Het is onmogelijk om bij elke onderhandelingsronde elke sector te laten winnen, maar als we naar deze Zuid-Amerikaanse landen kijken, dan is duidelijk dat zij alle kaarten op landbouwexport zetten. Het is de enige sector waarin ze echt concurrerend zijn. Dat betekent dat ze alleen zaken zullen doen als Europa op dat gebied grote concessies doet. Je kunt niet één sector zo opofferen voor de industrie en dienstensector.