Startpagina Archief

Vlas in de kustprovincie, het Texas van Vlaanderen

Het is geen toeval dat Frankrijk en België in de vlasteelt samenwerken. 80 % van de wereldproductie van vezelvlas wordt in Frankrijk en België geteeld en in Vlaanderen spant de kustprovincie de kroon. En dan is het onderzoeks- en kenniscentrum Inagro nooit veraf.

Leestijd : 3 min

In 10 jaar tijd is het areaal in de vlasregio België-Noord-Frankrijk bijna verdubbeld tot 124.000 ha en is de voorbije 3 jaar voor 25 miljoen euro geïnvesteerd in de vlasteelt. Dat blijkt uit een sectoranalyse van het economisch tijdschrift West-Vlaanderen Werkt, uitgegeven door de provincie West-Vlaanderen.

Texas van Vlaanderen

De vlassector was vanaf het midden van de 19de eeuw in het zuiden van West-Vlaanderen de motor van de overgang van een landbouweconomie naar een wijdvertakt en robuust industrieel weefsel: gaande van segmenten in de textielsector, producten op basis van lijnzaadolie en houtvezelproducten. Het leverde de regio de bijnaam het Texas van Vlaanderen op en herdoopte de Leie in de Golden River. Vanaf 1960 was de sector tanende.

De vlassector is echter meer dan een relict van een roemrijk verleden. Vlasbewerking is ook vandaag nog een solide en dynamische pijler van de veelzijdige West-Vlaamse economie, en dat bracht het themanummer van West-Vlaanderen Werkt in kaart.

Vandaag zijn er in ons land nog een 50-tal vlasverwerkende ondernemingen actief, waarvan 30 in West-Vlaanderen. Die stellen, samen met de 6 Vlaamse linnenweverijen, zo’n 550 mensen te werk.

Het betreft nagenoeg allemaal familiebedrijven die kunnen putten uit een stevige basis kennis en ervaring. Zij transformeren de vlasplant tot bruikbare vezels als grondstof voor een brede waaier van industriële producten, zoals materiaal voor de auto-industrie of zelfs de bouwsector. Daar horen ook alsmaar vaker innovatieve toepassingen bij, zoals vlasvezelversterkte kunststoffen waarmee bijvoorbeeld zitbanken kunnen worden gemaakt. Al blijft de textielsector wel een belangrijke afnemer.

Vlas in cijfers

In de periode 2016-2018 is ruim 25 miljoen euro geïnvesteerd door de – overwegend – West-Vlaamse ‘vlassers’, een absoluut record. De sector evolueerde van voorheen heel arbeidsintensief, naar vandaag enorm kapitaal- en kennisgedreven. Er wordt in recordtempo geïnvesteerd in automatisatie, nieuwe machines, precisielandbouw en ook in ruimtelijke uitbreiding van de vlasateliers.

Ook de vlasteelt zelf bloeit en groeit terug: het areaal in de vlasregio België-Noord-Frankrijk, is de jongste 10 jaar substantieel toegenomen van 68.000 ha naar 124.000 ha. Het overgrote deel, ongeveer 85 %, verlegt zich steeds meer naar Noord-Frankrijk, waar er uiteraard meer landbouwgrond ter beschikking is, maar het zijn Vlaamse ‘vlassers’ die als eerste verwerkers de groei aansturen.

Met een uitvoerpercentage van ruim 90 % ontpoppen onze ‘vlassers’ zich tot heuse exportkampioenen, met een steeds grotere afzet van vlasvezel in Indië en Azië. Na een halve eeuw van stilstand en uitdunning van de rangen, hebben de vlasverwerkers de wind terug in de zeilen.

Revival van vlasteelt

De vlasrevival heeft veel te maken met het toegenomen belang van ecologie, authenticiteit en duurzaamheid in de economie. Het telen van vlas vereist bij ons weinig irrigatie en bemesting, bijvoorbeeld in vergelijking met katoen. Alle onderdelen van de plant worden benut waardoor er geen afval is en dus geschikt is binnen een kringloopeconomie.

Vlaslinnen geniet dan weer de reputatie van tegelijk stevig, zacht, licht en lang houdbaar te zijn. Ook het feit dat de meeste schakels binnen de hele keten van teelt en verwerking van de vlasvezel in dezelfde Belgisch-Noord-Franse regio werkzaam zijn, is een troef.

Dat lokale en duurzame verhaal kent echter ook een zwakke plek. Er wordt in ons land en ook elders in West-Europa geen vlasgaren meer gesponnen. Dat betekent dat de 6 linnenweverijen die in Vlaanderen nog actief zijn hun vlasgaren, dat vaak gesponnen is met Vlaams vezelvlas, moeten importeren vanuit Polen, Indië of China.

Ook het klimaat kan een bedreiging vormen voor onze regionale vlasteelt. De vlasplant gedijt hier immers omwille van ons gematigd klimaat en verdraagt geen grote hitte of overmatige regen.

Inagro en vlasteelt

Het is niet toevallig dat Inagro vanaf de oprichting in 1956 nauw bij de vlasteelt is betrokken. De focus varieert in functie van de noden.

LV

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen