De VLM (Vlaamse Landmaatshappij) en de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) gaan elk jaar in het Vlaams parlement bij de leden van de commissie Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie langs met het Mestrapport. Ook nu hadden onder meer de deskundigen Els Lesage, Stijn Overloop en Ralf Eppinger, de minder goede cijfers van het Mestrapport 2019 mee.
Kernboodschap Mestrapport
De VLM en VMM herhaalden nog eens de kernboodschap, die in december 2019 al wereldkundig werd gemaakt in dat Mestrapport 2019.
- Waterkwaliteit gaat achteruit.
- Extreme weersomstandigheden zijn niet de enige verklaring.
- Verliezen van stikstof uit landbouw blijven hoog door onoordeelkundige bemestingspraktijken.
- Regionale verschillen nopen tot intensievere gebiedsgerichte benadering, zoals in MAP6.
- Klemtoon op bemesting volgens het 4J-principe: Juiste dosis, Juiste mestsoort, Juiste tijdstip en Juiste techniek.
- Weereffecten nopen tot klimaatadaptieve maatregelen.
De komende maanden zet de VLM zwaar in - onder andere met een nieuw overzichtsfilmpje op hun website - op dat bovenvermeld 4J-principe. “Volgens ons houden landbouwers bij het bemesten onvoldoende rekening met de weersomstandigheden”, stelt Els Lesage van de VLM.
Geen glazen weerbol
“In warme en droge zomers wordt nog te veel bemest, wat voor een omgekeerd effect zorgt. Het is beter om meer aandacht te besteden aan het heel gericht en het oordeelkundiger bemesten: in het voorjaar net voor het inzaaien van een teelt een basisbemesting - uitgerekend op basis van verschillende parameters. Dat meer gericht bemesten kan zeker ook in de grote teelten, zoals bij maïs en aardappelen. En dan bijbemesten, afhankelijk van de groeibehoeften en andere omstandigheden, zoals het weer.”
Het lokte bij Bart Dochy (CD&V), Vlaams parlementslid en voorzitter van de commissie Landbouw én zelf landbouwer, de vraag uit of landbouwers naast landarbeiders, technici en managers, straks misschien ook nog eens weervoorspellers moeten gaan worden.
“Volgens VLM zouden boeren dus in het voorjaar het weer beter moeten kunnen inschatten.” Collega Tinne Rombouts (CD&V) merkte fijntjes op dat zelfs professionele weerkundigen het weer maar 6 dagen vooruit kunnen voorspellen.
Cumulatief weereffect?
Els Lesage van de VLM nuanceerde de wat overtrokken conclusies. “Het is uiteraard niet zo dat landbouwers over een glazen bol moeten beschikken. Feit is wel dat we meer dan ooit moeten rekening houden met effecten van het weer. Dat is een realiteit. Het is niet anders.
We geven een aantal tips mee: in het voorjaar goed nadenken bij de basisbemesting, bij droogte niet extra bemesten. Het is voor iedereen een opdracht: in de wijzigende weers- en klimaatomstandigheden het gezond verstand nog meer laten werken.”
Vraag is bijvoorbeeld ook of meerdere droge en warme zomers na elkaar voor een cumulatief effect op de hele fosfor-, nitraat- en mestproblematiek zorgen. Feit is dat ook de VLM en de VMM meer aandacht zullen schenken aan klimaatrobuuste en klimaatadaptieve maatregelen.
Verder wil VLM ook het gebruik van kunstmest beter en vooral nauwkeuriger in kaart brengen. Landbouwers hebben nu al de verplichting om een papieren register bij te houden, waarin ze naast de aankoopgegevens ook het gebruiksregister op perceelniveau moeten invullen. Tegen 1 juli komt er een digitaal register.
Uitgestoken hand
Er worden ook af en toe overtredingen vastgesteld van het onjuist gebruik van AGR-GPS bij mesttransporten van erkende mestverwerkers, zegt de VLM. “Er wordt gewerkt aan een digitale applicatie. Maar ook hier zit alles nog eerder in een opstartfase, zodat we hierover pas binnen enkele maanden zullen kunnen communiceren.”
Een en ander kan beter, zo bleek uit de gedachtewisseling in de commissie. Onder meer over de NER-overschrijding ondanks de bestaande marge én over de inbreuken op de teeltvrije zone langs waterlopen. De kritiek van Bruno Tobback (SP.A) klonk niet mals: “Zijn de sancties wel voldoende hoog om effectief en afschrikwekkend te zijn? Het weer gaan we niet veranderen, moeten we dan niet de normen zelf verlagen? Zijn onze huidige normen aangepast aan meer drogere jaren in de toekomst?”
Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) kreeg het laatste woord. “De resultaten zijn niet goed, de situatie is ernstig. Van MAP naar MAP, zonder beter resultaat. Dat is frustrerend, voor iedereen die ermee bezig is, maar ook voor het milieu, de biodiversiteit, de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.
Dit is een eindpunt. Moeten we het over een andere boeg gooien? Samen met de sector gaan we zoeken naar een oplossingsgerichte aanpak. In de loop van het jaar komt er een nieuwe evaluatie. We moeten aan de slag. Niet in clichés vervallen, maar in alle ernst werken. En ik wil graag de hand reiken aan iedereen die voor een beter resultaat gaat”, aldus minister Zuhal Demir.
Lieven Vancoillie