Peterselie: vers geplukt op zijn best

Maar of het nu een kruid is of een groente maakt echt niet zo veel uit. Peterselie is een makkelijke plant die niet heel veel eisen stelt aan zijn groeiomstandigheden en weinig gevoelig is voor ziekten en plagen. Het geheim van de teelt zit in voldoende geduld om de zaden te laten kiemen. En wie het geduld niet heeft om te wachten tot de zaden kiemen, kan terecht in de handel, waar jonge plantjes in perspotjes volop voorradig zijn.

Botanisch

Peterselie behoort tot de familie van de schermbloemigen (Apiaceae), een uitgebreide familie van een 440 plantengeslachten die samen ongeveer 3500 plantensoorten omvatten. De familie bevat naast enkele zeer giftige soorten (gevlekte scheerling en dodemansvinger) een groot aantal soorten die gekweekt worden omwille van hun culinaire kwaliteiten. Zo worden o.a. kervel, lavas, koriander, pastinaak en selderijsoorten geteeld voor hun aromatische stengels en of wortels, andere soorten zoals dille, venkel, karwij en anijs zijn bovendien leverancier van gewaardeerde aromatische vruchten en zaadjes. Peterselie (Petroselinum crispum) is een twee- tot meerjarige plant, die in het eerste jaar een bladrozet vormt en in het tweede en de daaropvolgende jaren bloeit en zaad vormt. De bloei en de zaadvorming gaat ten koste van de hoeveelheid en vooral ook de smaak van de bladeren. Dat is meteen ook de reden waarom we hem in de moestuin telen als eenjarige. Peterselie komt in 3 soorten voor. De gladde of bladpeterselie is de meest aromatische met een verfijnde smaak en wordt daarom het vaakst gebruikt om gerechten op smaak te brengen. Krulpeterselie, een variant van de vorige met sterk gekroesde bladeren, is minder aromatisch en wordt daarom meer gebruikt voor garnering. Wortelpeterselie heeft een dikke, eetbare wortel, vergelijkbaar met een kleine pastinaak. Het blad van de peterseliewortel lijkt op dat van bladpeterselie en kan op dezelfde manier gebruikt worden. Laat echter steeds voldoende blad aan de plant staan, dit is nodig voor de groei van de wortel (oogstbaar vanaf het late najaar tot het vroege voorjaar).

Standplaats en bodemeisen

Peterselie groeit van nature in Azië en het Middellandse zeegebied, waar hij de voorkeur geeft aan steen- en rotsachtige plaatsen (petron = steen) in de nabijheid van waterbronnen. In ons klimaat groeit hij op vrijwel alle gronden,maar hij heeft een uitgesproken voorkeur voor een vruchtbare, vochthoudende grond met een goede structuur. Op te natte of te droge grond ontwikkelt peterselie slechts een zwak wortelgestel. Peterselie geeft de voorkeur aan halfschaduw. In de volle zon groeit hij minder en vertoont het blad de neiging om te vergelen. De plant verdraagt geen verse mest of te weinig verteerde compost. Bereid de grond voor met voldoende verteerde compost en geef in de loop van het groeiseizoen eventueel wat bijbemesting met een samengestelde organische meststof.

Zaaien

Peterseliezaad kiemt heel erg traag. Het kan 4 tot 6 weken duren vooraleer de eerste groene sprietjes tevoorschijn komen. Door de zaden een nacht in lauw water te weken voor het uitzaaien kan men de kieming versnellen. De kieming kan ook worden versneld door een hoge temperatuur (15 tot 20°C) aan te houden tijdens het kiemproces. Dit kan door binnenshuis in potjes of zaaiteiltjes te zaaien. Voor de buitenteelt kan men dan zaaien vanaf maart, dan kunnen de plantjes begin april naar buiten. Wie vroeger zaait (januari) kan de plantjes het best uitplanten in de koude serre, dan kan reeds eind maart een eerste keer geoogst worden. Als men zaait in teiltjes, moet het verspenen gebeuren als de plantjes nog heel erg jong zijn, omdat al gauw een lange penwortel gevormd wordt, die, wanneer men te lang wacht met verspenen, nog moeilijk opnieuw inwortelt. Om dit probleem te omzeilen kan men ook voorzaaien in potjes, waarbij men al naargelang 2 of 5 tot 7 zaden per potje inzaait. Wanneer de zaadjes kiemen, houdt men bij het systeem van 2 zaden per pot het sterkste plantje over. Deze planten ontwikkelen grotere en stevige bladeren. Bij het systeem van 5 tot 7 zaden per pot laat men alle plantjes doorgroeien. Men kan dan vroeger oogsten, maar de blaadjes zijn kleiner en fijner. Het uitplanten van de plantjes gebeurt in een jong stadium, 3 tot 5 blaadjes, nadat de plantjes enkele dagen afgehard zijn op een koele, beschutte plek.

Vanaf april tot half augustus kan er ook buiten gezaaid worden, waarbij men afhankelijk van de weersomstandigheden tot diep in de winter kan oogsten. Zaai op rijen met 20 cm tussenafstand en dun uit tot 10 cm in de rij. Zaai niet te diep en houd de grond gedurende de hele kiemperiode (tot 6 weken) voldoende vochtig en onkruidvrij.

Oogsten

Tijdens de groei kan men regelmatig bladeren plukken om ze vers te gebruiken in de keuken. Pluk alleen de buitenste bladeren en laat de jonge blaadjes in het hart van de plant ongemoeid, zij zorgen ervoor dat de plant voldoende energie blijft aanmaken voor de verdere groei. Peterselie kan enkele dagen bewaard worden in de frigo, krulpeterselie zelfs iets langer. Langere bewaring kan eventueel door diepvriezen, waarbij de textuur van het blad wel verloren gaat, maar de smaak en het aroma verbazend goed bewaard blijven.

Tips

-Peterselie laat zich zonder problemen kweken in potten. Regelmatig bijbemesten, voldoende water en een plekje in de halfschaduw zorgen voor een mooie opbrengst.

-Peterselie vormt als tweejarige plant bloemen en zaden in het tweede groeiseizoen, waardoor de smaak van de bladeren sterk achteruitgaat. Plant dus elk jaar nieuwe plantjes voor het lekkerste resultaat.

-Voeg peterselie pas op het laatste moment toe aan warme gerechten, anders gaan de smaak en het aroma grotendeels verloren.

Aandachtspunten wortelpeterselie

-Wortelpeterselie wordt vollegronds gezaaid van eind maart tot begin juni (vergelijkbaar met de teelt van wortelen). De wortels zijn bestand tegen vorst en kunnen vollegronds overwinteren om ze naar believen te oogsten tot in het vroege voorjaar. De smaak ligt ergens tussen die van knolselder en peterselie. Wortelpeterselie wordt slechts heel beperkt geteeld en is moeilijk te vinden in de handel, maar is op voldoende vochthoudende grond makkelijk zelf te telen.

GB

Meest recent

Meest recent