Biogasinstallaties werken op basis van anaerobe vergisting. Het is een proces waarbij micro-organismen in afwezigheid van zuurstof complexe componenten in de biomassa afbreken tot eenvoudigere moleculen. Hierbij produceren ze biogas en digestaat. Het digestaat is de vergiste biomassa die verder kan worden gebruikt als meststof. Het vergistingsproces vindt plaats in de reactor. Het biogas wordt afzonderlijk opgevangen en vervolgens richting de warmtekrachtkoppeling (WKK) gestuurd. De voornaamste componenten van het biogas zijn methaan (CH4) en CO2. Het methaan in het biogas wordt verbrand in de motor van de WKK. Deze drijft een generator aan die vervolgens elektriciteit produceert. De warmte uit de motor wordt gebruikt om de reactor op temperatuur te houden, de warmte die overblijft, kan verder nuttig op het bedrijf aangewend worden.