“Enkel eerlijk vergunningenbeleid geeft jonge

boeren perspectief op duurzame toekomst”

Het bewuste artikel in Het Belang van Limburg kopt: ‘Vergunningen voor intensieve veeteeltbedrijven verdrievoudigd’. Deze titel is hoogst misleidend en wekt de indruk dat de intensieve veehouderij in Vlaanderen een enorme groei kent. “In de meeste gevallen gaat het dus niet over nieuwe bedrijven”, benadrukt Sonja De Becker, voorzitter Boerenbond. “Maar wel over aanpassingen en uitbreidingen van bestaande bedrijven.”

Omgevingsvergunning

Alles heeft te maken met de gewijzigde regelgeving. Op 23 februari 2017 ging de omgevingsvergunning van start. Ze vervangt en integreert de vroegere milieuvergunning, de stedenbouwkundige vergunning, de verkavelingsvergunning en de vergunning voor vegetatiewijzigingen. De aanvragen worden nu ingediend bij 1 loket, het Omgevingsloket. Alle handelingen of activiteiten die vroeger milieu- en/of stedenbouwkundig vergunningen- of meldingsplichtig waren, worden geïntegreerd in de nieuwe omgevingsvergunning.

Logisch dus dat het aantal aanvragen sinds 2017 dan ook gestegen is. Elke ingedeelde inrichting of activiteit die in Vlaanderen wordt uitgebaat, moet immers beschikken over een omgevingsvergunning of een meldingsakte. Zoals bekend zijn die inrichtingen en activiteiten ingericht in 3 klassen, dus ook voor land- en tuinbouwbedrijven (klasse 1).

Vlaams minister Zuhal Demir stelt in het bewuste artikel dat ze sinds haar aantreden betrokken is bij 50 dossiers en in 90% niet vergunde. “Uitstoot van ammoniak, de hinder voor omwonenden en de impact op het landschap is voor mij als minister de belangrijkste parameter bij vergunningsaanvragen. Die grote impact pleit tegen industriële megastallen. Ik werk aan een omzendbrief voor provincie- en gemeentebesturen waarin ik ze uitleg waarom men het Vlaamse voorbeeld volgt. Ik vind dat we moeten inzetten op korteketen-landbouw. Daarom zullen we kleine boeren in de toekomst goed moeten ondersteunen.

Het bewuste artikel met een foutieve voorstelling van de feiten en de uitspraken van Vlaams minister Zuhal Demir zetten bijzonder veel kwaad bloed bij landbouworganisaties. Boerenbond stelt verder vast dat de minister in de media veelvuldig praat over de boeren, maar helaas niet of nauwelijks mét hen. “Moest ze dit doen, dan zou ze misschien beter begrijpen dat de kracht van onze Vlaamse landbouw ligt in haar grote diversiteit in al zijn vormen, waarbij grote en kleine, gangbare en korteketenbedrijven allemaal onze steun verdienen. En dat Boerenbond niet – zoals het cliché soms luidt – pleit voor ongeremde schaalvergroting, maar wel voor toekomstgericht ondernemerschap en ontwikkeling binnen de landbouw.

We staan voor een open overleg met alle betrokken partijen, maar stellen vast dat minister Demir steevast de dialoog met de sector schuwt. Het is bovendien stuitend dat we via de pers moeten vernemen dat mevrouw Demir beleid meent te moeten voeren via omzendbrieven.”

Kracht in diversiteit

Voor Boerenbond ligt het antwoord onder meer in een verdere verduurzaming van de landbouw in een doordachte combinatie van technologische ontwikkelingen, innovaties, schaalveranderingen, de verankering van het landbouwbeleid in een geïntegreerd voedselbeleid en de omslag naar een kringloopeconomie, en niet in omzendbrieven die gemeentes en provincies ervan moeten overtuigen dat slechts één bepaald soort landbouwmodel steun verdient of in een Don Quichot-achtige strijd tegen het spook van de zogenoemde megastallen.

Dynamiek verdwijnt

Ook Hendrik Vandamme, voorzitter Algemeen Boerensyndicaat, reageert in De Drietand heel ontstemd. “Je wordt als primaire sector overgeleverd aan de grillen van de markt én de politiek. Dat is nu vooral een probleem in het vergunningenbeleid. Deze evolutie bedreigt zelfs de natuurlijke dynamiek in een aantal sectoren en ontneemt vooral jonge mensen elke dag meer en meer de goesting om in de stiel te stappen. Wanneer er geen bijsturing komt van dat beleid zal het platteland steeds verder ontvolken en verdwijnt ook daar de dynamiek, met alle gevolgen van dien. Ik weet niet of een regelgever zich daar wel goed van bewust is wanneer strengere maatregelen uitgevaardigd worden.”

Ook Groene Kring mengt zich in de discussie. “We mogen blijkbaar niet meer ondernemen van minister Demir”, stellen voorzitter Bram Van Hecke en ondervoorzitter Sam Magnus. Het steekt veel jonge boeren dat ze, anders dan andere sectoren, niet worden gezien als ondernemers die beredeneerde keuzes maken wat betreft groei, verbreding en diversificatie. “Groene Kring vraagt om een beleid te voeren op basis van feiten en niet op basis van buikgevoel. Enkel een objectief en eerlijk vergunningenbeleid geeft jonge boeren perspectief en garantie op een duurzame en zekere toekomst.”

Lieven Vancoillie