Rechtszeker en betaalbaar
Op het einde van de online studiedag van ie-net ingenieursvereniging leidde Jacques Van Outryve een debat met Pieter Verhelst (Boerenbond), die de verontschuldigde voorzitter Sonja De Becker verving, Lieven De Schamphelaere (Natuurpunt), Martin Van Gheluwe (Phytofar) en Geert Vermeersch (Fevia).
“Is het een Green Deal of een Green Dream?”, aldus Pieter Verhelst. “Voordeel is dat de strategie duidelijk en urgent is. Er is een marsrichting uitgestippeld, maar die moet de komende jaren verder worden uitgerold. We pleiten voor duidelijkheid, voor rechtszekerheid, maar ook voor betaalbaarheid. We gaan het niet allemaal oplossen met het GLB alleen, er moet ook worden gekeken naar de hele agrovoedingsketen. Goed, beter, best. OK, maar het gaat niet over hoe hoog de lat ligt, wel om ervoor zorgen dat we over die lat geraken.”
Voor Geert Vermeersch is de Green Deal een mooi verhaal, maar ook noodzakelijk. “We moeten dit gewoon doen. Het is een ingewikkeld verhaal dat concrete doelstellingen moet opleveren. Die moeten worden vertaald op bedrijfsniveau. Er zijn duidelijk opportuniteiten. Ik maak een verwijzing naar de dioxinecrisis. Door de maatregelen die daarna werden genomen, staan we in ons land aan de top van voedselveiligheid, ook in het duurzaam produceren van veilig voedsel, maar we moeten het allemaal samen doen. We moeten een algemeen maatschappelijk draagvlak creëren, waarin het ketenoverleg ook heel belangrijk is. We mogen niemand achterlaten, ook geen burgers en geen kmo’s, want in Vlaanderen gaat het in de voedingssector vooral om veel kmo’s. Het gaat om duurzaamheid, circulaire economie, maar ook om zorgen dat het allemaal betaalbaar blijft, dat onze voeding betaalbaar blijft.”
Veel opportuniteiten
Martin Van Gheluwe: “Die Green Deal zal een grote impact hebben, kijk maar naar de 50 % reductie. We kijken er positief naar, met veel opportuniteiten. Samenwerking is inderdaad belangrijk én het betaalbaar houden. Verlies ook onze export naar Amerika en Azië niet uit het oog. We moeten ons concurrentieel voordeel blijven behouden met betaalbare en goede producten. Dat wordt de grote uitdaging: competitief blijven in een geglobaliseerde marktomgeving. Daarvoor gaan we op zoek naar nieuwe systemen, nieuwe combinaties, nog veiligere gewasbescherming, ook met biologische middelen, gesteund door technologie. De vraag is: hoe krijgen we die technologie tegen 2030 klaar om alles te ondersteunen? Die innovatie gaat gepaard met grote investeringen, zonder het dan nog te hebben over registratie en andere procedures.”
Volgens Martin Van Gheluwe zal investeren in innovatie ook gevolgen hebben voor de bedrijfsgrootte. “Technologie kan pas renderen als bedrijven voldoende groot zijn. In Vlaanderen ligt dat al een pak moeilijker, hoewel Vlaanderen een van de beste teeltgebieden van heel Europa is. We werken nu al gericht met slimme spuittoestellen in de gewasbescherming.”
Voor Fevia Vlaanderen is het duidelijk: ketenoverleg is heel belangrijk, met alle schakels uit de keten. “Maar ook in een goede partnership met de overheid. We moeten inderdaad de competitieve sterkte heel hard bewaken. En dan pleiten we uiteraard voor gelijke spelregels, zowel binnen als buiten de Europese Unie”, stelt Geert Vermeersch.
Gericht werken
Ook Natuurpunt verwelkomt de Green Deal. “We delen volledig de ambities die in de Green Deal staan”, zegt voorzitter Lieven De Schamphelaere. “We moeten de natuur en de ecosystemen voluit meenemen in een nieuwe economie, in een nieuwe maatschappij. Het is bekend dat natuurlijke systemen bijvoorbeeld kunnen helpen bij het klimaat. De jager is landbouwer geworden, en dat is bewonderenswaardig. Maar het is allemaal wat te ver gegaan: de verarming van de bodems, de erosie, de terugloop van de insectenpopulatie, minder biodiversiteit én minder beleving op het platteland. We moeten allemaal gaan zoeken hoe we het allemaal beter kunnen krijgen. Het is voor ons duidelijk dat het evenwicht tussen de ecosystemen anders moet. Of dat allemaal betaalbaar is? Inkomenssteun moet minder ha-gericht zijn, maar meer effectief bijdragen aan ecosysteemdiensten, aan bodem, aan water, VLIF-steun, beheersovereenkomsten... Er moet heel gericht worden gewerkt en we moeten ook kijken naar andere verdien- en bedrijfsmodellen in de landbouw, zoals bio en korte keten. We moeten nog meer op zoek gaan naar de belevingswaarde van producten. We moeten gaan voor andere verdien- en bedrijfsmodellen in de landbouw, zoals bio en korte keten, meer belevingswaarde aan producten.”
Ook Pieter Verhelst van Boerenbond wil bruggen slaan. “In Vlaanderen is er een heel divers pallet aan boeren, maar in alles wat er gebeurt, is de economische rekening belangrijk. Het gaat om het creëren van toegevoegde waarde, en daarvoor hebben we zeker ook hoogtechnologische landbouw blijvend nodig. Maar is er nog voldoende ruimte in Vlaanderen om die hoogtechnologische landbouw toe te laten, zonder dat we initiatieven voor bio en agro-ecologie vergeten. En dan mogen we ook de consument niet uit het oog verliezen die het niet breed heeft. Het is een en-en-enverhaal.”
Familiale bedrijven
Geert Vermeersch : “Er is enerzijds de perceptie, anderzijds de realiteit. Vergeet niet dat wat Vlaamse voedingsbedrijven produceren voor 60 % uit de lokale bodem komt. 90 % van onze bedrijven telt minder dan 100 medewerkers, het zijn bedrijven die sterk lokaal verankerd zijn. Het hele debat rond de Green Deal is ook sociaal en maatschappelijk van belang. We moeten het samen doen, door onder meer in te zetten op innovatie. Vergelijk eens hoe voedingsbedrijven nu en 20 jaar geleden werden gereinigd of vergelijk de duurzame inspanningen van de aardappel- en brouwerijsector op het vlak van waterefficiëntie. Innovatie is een deel van de oplossing. Kijk maar wat er gebeurt met Flanders Food of de Vlaamse eiwittransitie.”
“We moeten de impact van de Green Deal tot een minimum beperken”, gaat Martin Van Gheluwe verder. “Hoe kunnen we blijvend een gezond eindproduct bij de consument op tafel krijgen, met respect voor mens, dier, natuur en omgeving? We staan in Vlaanderen aan de top op het vlak van mechanisatie en innovatie. Lekker en goedkoop? Ja, maar ook lekker én gezond!”
“Er zijn veel opportuniteiten, maar de hele keten is verantwoordelijk”, zegt Pieter Verhelst. “In de uitwerking van de Green Deal wordt toch sterk in silo’s geredeneerd. Inzetten op corrigeren en samenwerken: daar biedt de Green Deal geen antwoord op. Kijk maar naar het Europees mededingingsbeleid. Op lange termijn moet het beter worden voor de consument. De Green Deal moet nog veel concreter worden uitgewerkt en moet belemmeringen wegnemen.”
Dan is er nog de prijszetting. “Breng je een standaardproduct dat zich niet onderscheidt, of een meer gediversifieerd product”, aldus Lieven De Schamphelaere. “Wie een bulkproduct maakt, ondergaat de wet van de marktprijs en die blijft maar naar beneden gaan.”
Voor Geert Vermeersch betekent het duurzaamheidsverhaal niet per se dat de prijzen moeten worden verhoogd. “Die duurzaamheid moet een onderdeel van de bedrijfsvoering worden, maar ook de burger, de consument, moet mee in dat duurzaamheidsverhaal. Het is en blijft een uitdaging voor de hele voedingsindustrie: de consument wil gezonde voeding die betaalbaar is.”
Beleving belangrijk
“De maatschappij vraagt perspectief”, aldus Lieven De Schamphelaere. “Ook het sociale is belangrijk en technologie, en natuurlijke systemen, verder uitkijken naar een Vlaanderen waarin het goed is om te leven en waar ook beleving aan vasthangt.” “Er zijn heel veel opportuniteiten. En we moeten de boer meer integreren om zijn bedrijf te laten managen. Hij heeft daarvoor steun nodig van iedereen rond de tafel, ook vanuit milieu, landbouw, toelevering, voedingssector. We moeten kennis overdragen.” Geert Vermeersch van Fevia Vlaanderen besluit: “De Green Deal beschikt over veel opportuniteiten, en dat moeten we samen doen. En we moeten over de betaalbaarheid en de gelijke spelregels blijven waken.”