De hengstenhouder
Joop Van Uytert was de hengstenhouder die de vragen van de fokkers beantwoordde. Natuurlijk werd dit alles voorafgegaan door een voorstelling van zijn eigen hengsten. Landbouwleven distilleerde uit het webinar de algemene vragen en niet het advies van de hengstenhouder om een eigen hengst in te zetten voor een bepaalde merrie, wat trouwens zelden het geval was. De ervaren Van Uytert beperkte zich grotendeels tot algemeenheden, gezien hij de merries waarover de fokkers het hadden niet kon zien. Meteen gaf dit een extra dimensie aan het webinar en kwamen er boeiende thema’s aan bod.
Fokkers op de dool
Ons beroerde automatisch de vraag hoe het kwam dat de interesse zo immens was. Ontbreekt het de fokkers aan advies in het veld? Durven ze het er live niet over hebben uit angst om uit de boot te vallen? Er is dus nood aan professionele communicatie rond dat thema. Een neutrale kijk op de hengsten en hun vererving blijft nodig. De fokkers, die in een gedigitaliseerde wereld hun weg zoeken en behoefte hebben aan een échte stem en écht gehoor, blijken talrijk. Een webinar mag dan wel gedigitaliseerd zijn, de nood aan interactie met mensen was hoog en werd gretig aangegrepen. Door de pandemie waren er geen hengstenpresentaties, waar fokkers elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen. Dat verklaart waarschijnlijk mede het succes van het webinar.
Bloedspreiding
In slechts een week tijd – tijdens een gesprek met een jonge fokker in Franstalig België en op het webinar – werden we geconfronteerd met de vraag of het niet goed zou zijn om springbloed toe te voegen aan de dressuurfokkerij. Die vraag kwam van jonge mensen die zich afvragen of er geen saturatie aan dressuur- en springbloed zit aan te komen. “Bloedspreiding beroert de gemoederen voor het ogenblik en dat is een goede zaak”, was het antwoord van Joop Van Uytert, “zodat er niet teveel modeverschijnselen ontstaan.” Van Uytert adviseerde eveneens om kleine merries voor hun eerste veulen niet te laten paren met een hengst die groot fokt en dan verder de kat uit de boom te kijken. Een merrie met veel bloed kruisen met een hengst met een sterke rug zorgt voor een mooie bovenlijn. “De bovenlijn is superbelangrijk, want die dirigeert de motor van de beweging”, aldus de hengstenhouder. Er was ook veel interesse van fokkers die Iberische hengsten wilden inzetten bij merries met kader en ruime bewegingen om er aldus ‘meer aanleg voor verzamelen in te fokken’.
De discussie gaf aan dat er volop uitvalshoeken gezocht worden voor een vernieuwende trend in de sportpaardenfokkerij.
Stempelhengsten
Joop Van Uytert is er vast van overtuigd dat een hengst die bulkt van kwaliteit, deze ook vererft. “Om het te schoppen tot stempelhengst, moet de jonge hengst minstens evenveel kwaliteit hebben als zijn vader.” Gezien de hengstenhouder ook veel bekendheid geniet in de Trakehnerfokkerij, kon de vraag niet uitblijven of de invloed van Trakehnerhengsten niet voorbijgestreefd is. 81% van de deelnemers gaf binnen de minuut aan dat de Trakehner interessant blijft om te kruisen. Een voorbeeld van een succesvolle kruising is de legendarische dressuurhengst Totilas (KWPN – Gribaldi x Glendale v. Nimmerdor). Inderdaad, dressuurbloed en springbloed in een afstamming. Veel deelnemers gaven aan dat er vandaag de dag maar al te dikwijls sprake was van ‘steeds hetzelfde bloed’ in de fokkerij.
Een vriendelijk en toegankelijk paard
Vragen zoals “Ik heb een merrie met een lui achterbeen en een korte rug, welke hengst heeft ze nodig”, waren ook legio. Dergelijke zaken vragen om specifieke antwoorden die steeds moeten rekening houden met het fokdoel dat de fokker vooropstelt. Een dressuurpaard moet niet alleen beschikken over het nodige gangenwerk, kunnen verzamelen en verruimen zijn minstens even belangrijk. De reflexen op het hout zijn belangrijk bij een springpaard, maar dat mag de aandacht voor zijn wendbaarheid niet in de weg staan. De huidige springparcoursen eisen een enorme wendbaarheid van de paarden.
Bovenal primeert het karakter. Als een paard niet toegankelijk is voor de mens, staat men nergens. Renate Van Uytert typeerde dat mooi: “Een paard moet fijn zijn in de omgang en zeker niet alleen als je erop zit. De ruiter moet er vertrouwd op kunnen stappen.”
Passie
Het woord ‘passie’ kwam eveneens ruim aan bod in het webinar. “Je verwachtingen volgen brengt passie in de fokkerij”, hoorden we meermaals van de hengstenhouder. Het woord passie roept nochtans dikwijls een vorm van emotie op die niet altijd ernstig genomen wordt. Versterken of corrigeren, vroeg menig fokker zich ook af. Dat blijft veelal een persoonlijke keuze. Toch zorgt de passie, de wensdroom van de fokker, dikwijls voor een antwoord. Vallen voor de charmes van een jonge hengst of kiezen voor een bewezen vererver? Het advies luidde: “Een veilige keuze blijft een hengst van 6 tot 7 jaar. Die hebben reeds gelopen (Klassieke Cyclus, Pavo Hengstencompetitie) en er kunnen nakomelingen bezichtigd worden.” Ook financieel bleek dat voor veel fokkers een haalbare oplossing. Over het algemeen bleek dat er met meer diepgang geselecteerd werd in de springpaardenfokkerij. Veel dressuurpaardenfokkers kiezen een vaderdier op basis van een video of een foto op mooi glanzend papier, zo blijkt. Informatie verzamelen – zoveel mogelijk – blijft de regel. En dan is er nog meer dan voldoende ruimte om te fokken met passie. Doordachte passie en gezond verstand kunnen in de sportpaardenfokkerij perfect naast elkaar functioneren.





