van alle voedingsproducten met eieren ?

Ethische productie
“Consumenten kunnen dus niet zeker weten of hun voeding ethisch werd geproduceerd, onder andere als het over de aspecten van dierenwelzijn gaat.”
Intussen kreeg Duitsland de andere lidstaten achter het idee van zo’n Europees dierenwelzijnslabel en stelt nu ook voor om de voedingsproducten waarin eieren zijn verwerkt te etiketteren met het huisvestingssysteem van de betrokken legkippen, naar analogie met verpakte eieren.
Volgens Vlaams landbouwminister Hilde Crevits komt het Duitse voorstel tegemoet aan de vraag van de consument naar meer transparantie in de voedselketen. “We steunen het Duitse voorstel dan ook volledig”, gaat Vlaams landbouwminister Hilde Crevits verder. Er is echter een ‘maar’.
“Met die kanttekening dat de praktische uitvoerbaarheid zorgvuldig moet worden bekeken. We moeten daar transparant over zijn. Het gaat dan om elementen zoals de kostprijs voor de pluimveehouder, de verwerker én de consument.”
De vermelding van het huisvestingssysteem op het etiket van voedingsproducten waarin eieren zijn verwerkt, zal gepaard gaan met extra traceringsverplichtingen en werkt dus mogelijk kostprijsverhogend voor de hele keten, inclusief de voedingsindustrie. Mijn zorg hierbij is dat dat niet zomaar op de pluimveehouder kan worden afgewenteld”, zegt minister Hilde Crevits.
En van buiten EU?
En ook hier duikt het onwelvoeglijke spook van geïmporteerde goederen van buiten de EU op. “In Europa zijn maar 4 houderijsystemen toegelaten die aan de strenge voorwaarden voldoen, maar buiten Europa worden er zelfs nog altijd leghennen gehouden in de klassieke batterijkooien. Er moet dus ook worden bekeken of die nieuwe etiketteringsregels ook opgelegd zouden kunnen worden aan geïmporteerde voedingswaren uit derde (niet EU-) landen.
Zoals bekend is in de beleidsnota Dierenwelzijn ook voorzien dat een dierenwelzijnslabel in Vlaanderen wordt ontwikkeld, onder de bevoegdheid van Ben Weyts, Vlaams minister voor Dierenwelzijn. “Ik werk daar met enthousiasme aan mee. Voor beide is de timing ‘zo vlug mogelijk’, op voorwaarde dat alle randbemerkingen die ik maakte, opgehelderd zijn”, besluit minister Crevits.