princiepsakkoord over MAP 7

Garanties voor goede waterkwaliteit
In het princiepsakkoord is gezocht naar maatregelen die garanties moeten bieden om de doelen met betrekking tot een goede waterkwaliteit te bereiken en die rekening houden met de diversiteit van de Vlaamse landbouwbedrijven en landbouwmodellen, waaronder de biologische landbouw.
Zes pijlers
• Gebiedsgerichte verstrenging voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen
• Begeleiding van landbouwers naar meer duurzame landbouwpraktijken
• Een herwaardering van mest als grondstof voor een betere bodemkwaliteit en een circulair landbouwmodel.
• Inzetten op meer klimaatrobuuste landbouwpraktijken. Stimuleren van praktijken die een positieve impact hebben op de bodemkwaliteit.
• Vereenvoudigde handhaafbaarheid
• Samenwerking tussen overheden en middenveld binnen de opvolging
De organisaties stellen een pakket van zowel generieke als gebiedsgerichte maatregelen voor, met aandacht voor de waterkwaliteit en voor de haalbaarheid voor de boer. Concreet gaat dit onder meer over het behoud van de huidige verschillende gebiedstypes in functie van de waterkwaliteit, waarbij in gebieden waar de kwaliteitsnormen nog niet gehaald zijn de bemestingsnormen verstrengd worden.
Bufferstroken
Landbouwers worden gestimuleerd om in te zetten op betere en effectieve duurzamere landbouw- en bemestingspraktijken op basis van een vastgesteld keuzemenu van maatregelen. Langs alle waterlopen worden bufferzones eenduidig en controleerbaar uniform vastgesteld op 3 m – vrij van bemesting, pesticiden en met buffergewassen of braak – en op 5 m langs natuurgebieden en waar de waterkwaliteit onvoldoende is, voor nitraatgevoelige teelten.
Evenwichten bereikt
De milieu- en de landbouworganisaties onderstrepen dat dit akkoord meer is dan een loutere oplijsting van afzonderlijke voorstellen. Het is een samenhangend geheel waarvan de impact verder zal gaan dan enkel de verbetering van de waterkwaliteit. Het is bovendien een onderhandeld plan, waarin de nodige evenwichten bereikt werden en waarvoor draagvlak is bij zowel de milieu- als de landbouwsector.
Gaat in vanaf 2024
Een snelle verdere uitwerking is belangrijk, zodat MAP 7 kan ingaan vanaf 1 januari 2024. De organisaties benadrukken dat dit princiepsakkoord nog moet worden afgetoetst bij de Europese Commissie(EC). Als de EC haar fiat geeft, dan pas kan dit akkoord vertaald worden naar een Mestdecreet met een verdere uitwerking van de maatregelen.
Zowel de milieu- als landbouworganisaties zijn tevreden dat intensief maar constructief overleg leidde naar een consensus. Deze vormt nu de basis voor een nieuw en gedragen princiepsakkoord, dat kan leiden tot een nieuw mestactieplan dat moet garanderen dat de waterkwaliteit – in zoverre de landbouwsector hiervoor verantwoordelijk is – in Vlaanderen moet verbeteren. Dit akkoord is een duidelijk engagement vanuit de landbouwsector om de doelen te bereiken.
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) is tevreden dat het overleg tussen landbouw en natuur gelukt is. Het voorstel wordt nog geanalyseerd door het kabinet.
Zevende mestactieplan
In 1996 trad het eerste mestactieplan (MAP) in werking, maar 26 jaar en 6 plannen later voldoet de waterkwaliteit van onze Vlaamse waterlopen nog steeds niet aan de Europese richtlijnen. Een zevende en versterkte versie dringt zich dan ook op.
Een eerste, administratief, voorstel van MAP 7 verhitte eind vorig jaar de gemoederen. Demir besliste daarom om de natuur-, landbouw- en milieuorganisaties zelf de kans te geven om een nieuw voorstel uit te werken. Door een nieuw overlegmodel in het leven te roepen, naar analogie met het sociaal overleg, wilde ze het dossier deblokkeren en een effectief nieuw mestbeleid nieuwe kansen geven.





