afslag we moeten nemen”
De zaken draaiden lang goed en zelfs de voorbije crisisjaren zijn ze met weinig kleerscheuren doorgekomen. Luc is verantwoordelijk voor de vleesvarkens en voor de eigen akkerbouw op zowat 60 ha cultuurpachtgronden. Die zorgen voor gerst, tarwe, maïs en veldbonen. Hij installeerde een eigen voermenginstallatie. Mieke ontfermt zich over de zeugen en de biggen. “Het werk is mooi verdeeld. Ieder doet waar hij het beste in is. De kinderen helpen al eens mee als het nodig is”, zegt Mieke.
Algen en zeewier
“In 2017 zijn we ingestapt in een Beneo-project van de Tiense Suikerraffinaderij om te kijken of algen en zeewier konden ingezet worden als varkensvoer, om de smaak van het vlees nog te verbeteren”, vertelt Luc. De biggen krijgen kleikorrels met algen en zeewier in verwerkt en de oudere dieren krijgen gedroogde algen en zeewier, dat via de lokale voederleverancier uit Scandinavië wordt geïmporteerd. “Daar worden die ook aan melkvee gegeven. De algen en het zeewier zijn goed voor de darmflora van de biggen. De resultaten zijn heel goed, maar algen en zeewier zijn relatief duur en niet in zo’n grote hoeveelheden beschikbaar dat we die aan al onze varkens kunnen geven.”
“We speelden al eerder met het idee om te beginnen met een eigen varkensras. Dat kruisen van rassen interesseerde mij wel. Ons Vlaamse Ardennen-varken is een kruising van een Britse Duroc-beer en een Deense zeug. Dat levert mooi vlees op: meer dooraderd, sappiger en smaakvoller dan het klassieke varkensvlees en toch niet zo vet als zuiver Duroc-vlees. De algen en het zeewier zorgen ervoor dat dit varkensvlees rijk is aan Omega 3, wat je in die percentages doorgaans enkel in vis vindt”, duidt het koppel.
Sterk beenwerk
Korte keten staat los van varkensboerderij
“We zitten nu al 6 jaar in de korte keten en momenteel ligt ons volume aan verwerkte Vlaamse Ardennen-varkens op 8 per week. Het versnijden en verwerken gebeurt op de boerderij. Daarvoor startte ik een vennootschap met Els Desmet. Die activiteit staat los van de varkensboerderij”, vertelt Mieke.
“We begonnen met enkel pakketten, dan kwam de winkel en daarna de charcuterie. We leveren van het Vlaamse Ardennen-varken vers vlees, zoals koteletjes, ribben en brochettes aan een aantal restaurants en we hebben een grote groep van trouwe klanten voor gekookte en gezouten ham, droge worstjes, panchetta....
Ik won de verkiezing van de Schoonste Boerin en wat later startten we met de Zwalmbeekhoeve in de korte keten. Die verkiezing heeft onze korteketenverkoop van bij de start een boost gegeven. We deden ook al mee aan tv-programma’s als Komen Eten en Boerenjaar. En ik stel vast dat al die klanten blijven terugkomen. Het moet dus wel zijn dat ze tevreden zijn”, stelt Mieke.
“Ik ben een varkensboerin in hart en nieren. Ik haal heel veel voldoening uit de reacties van klanten. We hebben grofweg 2 groepen van klanten. Enerzijds de wat oudere klanten die uit nostalgie komen voor ambachtelijke producten als kop, boudins of bloedworsten. De andere groep zijn de jongere klanten, die heel bewust kiezen voor duurzaam en lekker vers vlees en bereidingen. Zwalm is niet het centrum van de wereld, maar wij ontvangen hier klanten die zelfs speciaal voor onze producten van Ant-werpen of Brussel komen.
Persoonlijk ben ik het meest fier op onze koteletjes. Ik eet ze het liefste zonder saus, met een bruingebakken strookje vet aan.”
Door de crisis geloodst
“De korte keten heeft onze boerderij door de crisis geloodst, maar ik besef ook dat dat niet voor elke varkenshouder weggelegd is. Er komt zoveel bij kijken, administratief, qua vergunningen en afspraken… Er kruipt veel tijd in. Het is alsof je er een tweede fulltimejob bij neemt. Uit de rust van de dagen dat ik geen klanten zie, haal ik dan een andere soort energie, voor mijn gezin”, zegt Mieke.
“Onze vergunning loopt evenwel af in 2026. Zoals het er nu voor staat, moeten we bij een nieuwe vergunningsaanvraag misschien het aantal dieren met 30 tot wel 60% verminderen, omdat we bij een bos in VEN-gebied gevestigd zijn. Dat is ook een van de redenen dat we ons plan voor een nieuw te bouwen vrijloopkraamstal met luchtwassers uitgesteld hebben. Die investering is financieel niet mogelijk als we daarna minder varkens mogen houden”, zegt Luc.
“Als je onze situatie overzet naar bijvoorbeeld een bakker, dan wordt het duidelijk voor iemand van buiten de landbouw. Het is alsof je tegen een bakker zegt dat hij zijn oven moet afbreken en vervangen door een nieuwe, en dat hij daarna maar de helft zoveel brood mag verkopen. Dan zeggen ze meteen dat dat financieel niet kan kloppen”, aldus Luc en Mieke.
“Als ondernemer en als gezin doen wij meer inspanningen inzake duurzaamheid dan gemiddeld, en ook nog eens inzake dierenwelzijn. We plaatsten bijvoorbeeld zonnepanelen en gebruiken regenwater voor het reinigen van de stallen en voor het koelen van de staldaken in de zomer. Al die kleine inspanningen samen zijn echter blijkbaar van geen enkel belang van zodra het over stikstof gaat. Dan tellen enkel de koude cijfertjes”, zegt Mieke.
Wat kan nog na 2026?
“We zijn er nog niet uit hoe het na 2026 verder moet met de boerderij en de korteketenwinkel. Een van de opties is om enkel met de Vlaamse Ardennen-varkens en de winkel verder te doen, maar ook die varkens hebben een nieuwe emissievrije stal en dus zware investeringen nodig. Misschien kunnen we die aantallen nog een beetje opdrijven, maar in de korte keten is dat moeilijk en duurt dat lang. We gingen al bij de bank voor advies, maar uiteindelijk zijn het wij, als boeren, die moeten beslissen. Het is moeilijk om iets op te geven waar je zo hard voor gewerkt hebt”, geeft Luc mee.
“Onze 3 dochters zijn opgegroeid op en met deze boerderij en zij zouden graag hebben dat die blijft bestaan. De 2 oudste zijn graag met de tractor en op de akkers bezig. Voor de jongste dochter, Leonie, is het haar droom dat zij de varkensboerderij kan overnemen. We gunnen het haar zeker dat die droom kan uitkomen, maar ze beseft ook al dat de keuze niet enkel door ons gemaakt zal worden”, vertelt Mieke.
Leonie en haar droom werden zelfs verfilmd in de kortfilm Leonie, Skeet en de biggen van de Nederlandse Jip Heijenga voor Ketnet. Daarin wordt de stikstofproblematiek verteld vanuit het standpunt van een kind en wordt de boodschap gericht aan andere kinderen. “Dat was de eerste keer dat het stikstofprobleem op die manier verteld werd. En dat is ook nodig”, vindt Mieke. Het gaat in dat opzicht niet enkel over wat volwassenen willen, het gaat ook over het afnemen van kinderdromen.





