blijft er onzekerheid over de productie

Zorgen over pootgoed
Gevolgen van laat planten
Door de regen werd het planten dit voorjaar in alle West-Europese landen uitgesteld. Het grootste aandeel aardappelen werd geplant tussen midden april en begin juni, met een piek in de tweede helft van mei.
In combinatie met de vertraagde start, hebben ook andere factoren – gerelateerd aan pootgoed, de bodembewerkingen en/of de klimatologische omstandigheden – een impact gehad op de opkomst en ontwikkeling van het gewas. Bloei en (in sommige gevallen) knolvorming vonden vroeger plaats dan normaal. Hoe groot de impact zal zijn op de kwantiteit en kwaliteit van de productie van 2023, is nog te vroeg om te zeggen. Veel zal afhangen van de weersomstandigheden die volgen, maar sommige telers maken zich nu al zorgen over wat ze in in het veld zien.
Wereldwijde vraag blijft sterk
De vraag naar vrije aardappelen blijft in alle West-Europese landen aanhouden. Verwerkers moeten voldoende grondstof vinden tot het einde van het oude seizoen. Het lijkt erop dat sommige verwerkers bereid zijn om zowat elke prijs te betalen voor de laatste partijen van de oude oogst zonder contract. Het aanbod vrije aardappelen is eind juni, begin juli zo goed als opgedroogd.
Niettemin overwegen (sommige) verwerkers om de geplande vakantie en onderhoudsbeurten uit te breiden voordat ze overschakelen op de nieuwe oogst. Er zijn ook uitzonderingen met fabrieken die hun productie niet zullen stilleggen. De eerste oogst uit Rijnland, Nedersaksen en Pfalz (Duitsland) wordt echter niet vóór week 29 verwacht, terwijl de Belgische oogst (Vlaamse vroege) met voldoende omvang en drogestofgehalte waarschijnlijk pas eind juli - begin augustus (week 30 of 31) zal arriveren.