Familiegeschiedenis
Arthur was, net als zijn voorvaders, een hevige paardenliefhebber, maar hij was wel gekant tegen exterieurwedstrijden, omdat hij, net als zijn vader, het motto had ‘een boer hoort op zijn hof en zijn land en niet op keuringen’. Zijn echtgenote was al even erg gebeten van de paardenmicrobe en zij stond er in het dorp voor bekend dat ze met haar lievelingstrekpaard Stella
Een jeugd als Pallieter
Antoine zag als jongste het levenslicht en vertoefde heel zijn jonge Pallieterjeugd in en op de boerderijen van ouders en nonkels in de buurt. In de lagere schooltijd was hij het liefst in de weer met en rond het trekpaard. Zelfs de voorkeur om in de paardenstal te overnachten tijdens het veulenseizoen, werd een gewoonte. Ook mocht hij al heel vroeg van zijn ooms en ook van zijn neven het kordeel overnemen en de paarden mennen voor alle werk dat volgens het seizoen diende te gebeuren. Na de middelbare school studeerde hij af als dokter en vervolgens als internist.
Opbouw van de trekpaardenfokkerij
In zijn laatste jaar specialisatie – inwendige ziekten – in Leuven kocht Antoine in het dorp naast Hansbeke de boerderij ‘de Langenakker’. Na zijn eerste jaren als dokter was de eerste aankoop Mia Van De Pluimstede, aangekocht bij de jongste zus van zijn vader. Uit de bewezen fokkerij van professor Oyaert werd de merrie Ilya van Coninckxdonck (v. Gamin van de Drostehoeve) aangekocht. Daaruit werd de bruine Kastaar van de Langenakker °2000 gefokt, in combinatie met Arual van Hoeve de Eik. Kastaar werd in opfok gehouden en later met succes voorgebracht op de hengstenkeuring.
De geslaagde kruising van goede bloedlijnen met perfect mooi gelijnde eigenschappen leverden hem in 2007 het kampioenschap van Vilvoorde op en hetzelfde jaar reservekampioen op de Nationale. Kastaar bleef tot 2017 goedgekeurd. Hij overleed op 17-jarige leeftijd – een mooi voorbeeld van langleefbaarheid.
Sarah van ‘t Oyvaernest (v. Marc Terzwa) gaf in 2001, in combinatie met Hepper Sam, Heleen II van de Langenakker. Op regionaal en nationaal vlak was deze kruising een succesverhaal. Heleen II is de stammoeder van de huidige fokkerij via verscheidene nog aanwezige dochters.
Stal de ter Couterhove
Rond de eeuwwisseling 2000 is de dokter naar West-Vlaanderen verhuisd om dichter bij zijn zeer drukke dokterspraktijk te zijn in het Brugse. Zodoende veranderde hij de stalnaam van de Langenakker naar ‘de ter Couterhove’. Onder deze titel werden de zeer mooi gelijnde Laetitia de ter Couterhove (Matteo x dochter van Heleen II van de Langenakker) met 3 nakomelingen voorgesteld in Woumen: Marthe, Heleen, Esther.
Het hoogtepunt van de officiële keuring te Woumen was de voorstelling van Bob de ter Couterhove met nakomelingen. Bob is ook een de Ter Couterhove-product van Iwan van ’t Rijkelhof, met een dochter van Heleen II van de Langenakker. Hij werd vlot goedgekeurd voor het leven met een eerste categorie voor kweekproducten.
In het lot van Bob stond de zelfgefokte Mignonne de ter Couterhove (v. Bob x Marthe). Aangezien Bob uit de stam van Heleen II komt en alle fokmerries vandaag eveneens Heleen II als stammoeder hebben, kan Bob heel uitzonderlijk ingezet worden binnen de eigen fokkerij.
In 2023 werden 4 veulens geboren en dit in 3 verschillende kleuren: bruin - zwart en blauw.
Het trekpaard is meer dan alleen trekpaard
Dokter Van Couter kan terugblikken op een boeiend leven – in eerste instantie op beroepsvlak ten dienste van de mens als geliefd en bekwaam arts. De trekpaarden bleven hobby en ontspanning. Ten gevolge van zijn drukke beroepsleven, was er geen tijd om een gezin te stichten. Toen hij beroepshalve wat afbouwde, ontmoette hij echter de charmante Belgo-Française Camille de Wouters d’Oplinter, met wie hij in 2012 gehuwd is.
Als we afscheid moeten nemen, vragen we nog zijn visie omtrent het huidige trekpaardgebeuren. Diplomatisch merkt hij op dat het levende erfgoed Belgisch trekpaard meer is dan de soms competitiegeest gevoelige sfeer die dikwijls leidt tot stalblindheid, wat zich vertaalt in ‘Mijn paard, schoon paard’.
In het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw ontstond er een vernieuwde interesse voor het Belgisch trekpaard. Die leidde tot de oprichting van ‘De vereniging ter Bevordering van het Belgisch Trekpaard’. De kleurenpracht van het trekpaard gaf een bijkomende boost aan het trekpaard. Via promotie van het gebruik en vooral ook van de kleurendiversiteit, met ook zeer positieve aanmoediging van de vossekleur, werden een groot aantal mooie evenementen georganiseerd.
Via de Vereniging ter Bevordering van het Belgisch Trekpaard, waar Antoine een actieve rol in speelde, leerde hij investeerder Jan Toye kennen. Jan Toye leerde Antoine mennen volgens de methode Achenbach. Door Jan Toye kreeg Antoine Van Couter een blijvende interesse voor het mennen, wat hem veel meer plezier gaf dan het prijskampgebeuren.
Als kunstliefhebber en -kenner heeft Antoine een enorme interesse voor het agricultureel erfgoed. We moeten dit volgens hem bewaren voor de toekomst. Zo is hij vandaag de dag lid van de beheerraad van het Museum van het trekpaard. Een paar jaar geleden zette hij zich ook in voor meerdere tentoonstellingen: de tentoonstelling naar aanleiding van het afscheid van Albert De Baene in ‘Hof Lanchals’ te Brugge, de tentoonstelling van Pakov in Deinze naar aanleiding van de jubileumeditie van de Provinciale prijskamp te Deinze en recenter de tentoonstelling voor de Provinciale vereniging in West-Vlaanderen naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van de West-Vlaamse Paardenkwekersbond
Antoine Van Couter maakte meerdere besturen mee. Door zijn rol binnen het verenigingsleven houdt hij heel goede herinneringen over aan wijlen Dokter Vet. William Beeckman. Er wordt vandaag nog regelmatig verwezen naar en gesproken over William. Maar wat William volgens Antoine zo speciaal maakte, was zijn gave om mensen bij mekaar te brengen en om constructief te zijn.
Het was een serene gemoedelijke kennismaking en laten we hopen dat dokter Van Couter nog meerdere jaren bekommerd blijft om ons zo waardevolle levend erfgoed.





