marges in de zuivelsector”
Samenwerking en dialoog
Wilt u als nieuwe directeur bepaalde accenten leggen?
Er is bij BCZ al een mooi traject afgelegd dat inspeelt op de noden, trends en uitdagingen in de sector. Zelf wil ik daarin nog uitdrukkelijker de nadruk leggen op samenwerking en dialoog, zowel binnen onze organisatie als met de leden (zuivelverwerkers), melkveehouders, belangenorganisaties, beleidsmakers en andere stakeholders. Zonder dialoog zal het niet lukken. Enkel zo kunnen we vermijden dat er van bovenaf onrealistische opdrachten op de sector worden neergelegd.
Uitdagingen
Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen in de Belgische zuivelsector?
Als we dit op wereldschaal bekijken, kunnen we niet om de groeiende wereldbevolking heen. De kaap van de 8 miljard mensen is overschreden en dat aantal zal voorlopig blijven toenemen. Het is aan de agrovoedingsketen om verantwoordelijkheid op te nemen en mee te werken aan voedselzekerheid voor iedereen. Daarnaast is er natuurlijk ook die andere mondiale uitdaging: het klimaatprobleem. Het is uiteraard niet aan de Belgische of Europese zuivelsector om de hele wereld te voeden, maar omdat we zo klimaatvriendelijk en efficiënt werken, hebben we wel een sleutelrol te spelen. Dat zegt ook de FAO (de agrovoedingsorganisatie van de Verenigde Naties) in een recent gepubliceerd rapport.
Welke specifieke uitdagingen ziet u als u naar het Belgische niveau kijkt?
Dan denk ik aan de noodzaak aan een realistisch en rechtszeker beleid dat zowel landbouw
Melkprijs en zelfvoorziening
De melkprijs is traditioneel erg volatiel, maar de laatste jaren hoor je melkveehouders op dat vlak niet klagen.
De schommelingen in de melkprijs zijn inderdaad een gegeven. Maar waar het kader vroeger tussen de 25 en 40 euro/100 l lag, zien we sinds 2022 historisch hoge melkprijzen (figuur 2). Het jaargemiddelde in 2022 was 55 euro, met een piek in oktober die de 60 euro overschreed. Daarna was er een kleine terugval, maar nu zitten we opnieuw aan 45 euro/100 l. Het spel van vraag en aanbod op de internationale markt heeft een belangrijke impact op de prijs bij ons.
Met een zelfvoorzieningsgraad die schommelt rond de 100% zou je kunnen denken dat we in ons land niet sterk beïnvloed worden door de internationale vraag en aanbod van melk.
Dat is een misverstand dat vaak terugkeert. Het is niet omdat we netto gezien maar net in onze eigen behoefte aan melk en zuivel kunnen voldoen, dat we niet deelnemen aan de open economie. Gelukkig maar, want specifieke zuivelproducten kunnen we goed valoriseren via export (figuur 3). En omgekeerd geldt hetzelfde, want we voeren ook zuivel in. Anders zou je hier bijvoorbeeld geen Franse kazen kunnen kopen. Hoewel ik natuurlijk iedereen aanmoedig om vooral voor onze Belgische kazen te kiezen. We hebben een gamma topproducten, dat jammer genoeg vaak onvoldoende gekend blijkt bij de Belgische consument. Export is trouwens erg relatief, want onze belangrijkste handelspartners zijn onze buurlanden. 72% van de zuivel die we exporteren, blijft binnen Europa, de rest is bestemd voor derde landen waar bijvoorbeeld ook Groot-Brittanië toe behoort.
Ondanks alle uitdagingen stijgen de melkleveringen in België nog steeds. Hoe zit dat in onze buurlanden?
Dat is een belangrijke troef die we in handen hebben, want het Europese gemiddelde zit op een daling van 0,5%. In Frankrijk werd er vorig jaar 2,7% minder melk geleverd en in Ierland zelfs meer dan 4% minder. De expertise, passie en wil om te ondernemen die we hier hebben, moeten we koesteren, want het is niet overal een realiteit. Ook de Belgische consument blijft trouw aan zuivelproducten, het zit echt in onze cultuur. Regio’s als de onze die sterk staan in het produceren van duurzame zuivel moeten we benutten als we willen meehelpen aan het voeden van de stijgende wereldbevolking. Ik hoop dat het beleid dat beseft.
Toekomst van de sector
Welke sfeer heerst er de dag van vandaag in de melkveehouderij?
Als zuivelverwerkers zijn we communicerende vaten met de melkveehouderij. We delen dezelfde uitdagingen en kansen. De signalen die de landbouwers in de boerenprotesten van deze winter gaven, vond ik heel duidelijk en terecht. De administratieve lasten, het gebrek aan juridische zekerheid… zijn ook ons niet vreemd. De melkprijs is dan wel vrij hoog, maar dat wil niet zeggen dat alle zorgen voor de landbouwers van de baan zijn.
Hoe kijken jullie bij BCZ naar plantaardige alternatieven voor zuivel?
Een transparante en eerlijke communicatie over de aard van elk product is belangrijk. In die context is wat mij betreft een correcte naamgeving cruciaal.Alternatieven mogen geen naam krijgen die de consument in verwarring brengt over wat er precies in het product zit, te meer omdat de nutritionele eigenschappen en gezondheidseffecten van melk en afgeleide producten niet zomaar te evenaren zijn. Dat wil echter niet zeggen dat er geen plaats is voor alternatieven in het winkelrek. Zuivel en alternatieven hiervoor kunnen gerust naast elkaar bestaan, het is aan de consument om een keuze te maken. Al zien we dat zuivel heel sterk blijft staan in flexitarische voedingspatronen. Een duurzame keuze maken betekent ook dat het voedingspatroon gezond is en dat het dus nutritioneel volwaardig moet zijn. En dan blijf ik toch enorm fier op de troeven van zuivel van hier.





