
Historisch
Doorheen de geschiedenis werd tijm geassocieerd met kracht, moed, geluk en gezondheid. Egyptenaren, Grieken, Romeinen, alchemisten en monniken, allemaal wisten ze de ontsmettende en aromatische eigenschappen van dit plantje sterk te waarderen. De Egyptenaren gebruikten het bij het balsemen van lichamen en om tempels te ontsmetten. De oude Grieken gebruikten het kruid als insecticide en Griekse artsen schreven het voor bij hoest en bij luchtwegenaandoeningen. De Romeinen gebruikten het kruid onder meer bij de bereiding van kaas, niet enkel omwille van de smaak, maar ook om de kaas langer te kunnen bewaren. De Benedictijnen introduceerden tijm rond de 9de eeuw in onze streken. Algauw werd het kruid geprezen omwille van zijn geneeskrachtige eigenschappen en wist het langzaam maar zeker ook zijn plaats te veroveren in onze keukens, niet alleen omwille van zijn smaak, maar ook om zijn positieve werking op de spijsvertering.
Botanisch
Tijm is een groenblijvend, winterhard, klein halfheestertje uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Halfheesters hebben als kenmerkende eigenschap dat de kruidachtige stengeltjes pas verhouten in het tweede groeiseizoen of later. De onderste stengels zijn dus verhout, maar vormen elk jaar nieuwe, kruidachtige scheuten.
Om de tijmplant compact en in goede conditie te houden kan je hem het best na de bloei (juni) licht terugsnoeien, maar nooit tot in de oude, verhoute takken. De minuscule, langwerpige, grijsgroene blaadjes zijn onderaan bezet met kleine kliertjes, die zorgen voor de heerlijke aroma’s die de plant vrijgeeft. Vanaf mei tot oktober verschijnen er kleine witte of lichtroze bloemetjes in de oksels van de bovenste blaadjes.
Echte tijm (Thymus vulgaris) is inheems op de zonnige hellingen in Zuid-Europa. Er zijn meer dan 400 variëteiten en cultivars bekend, waarvan er eentje, al is het zeer zeldzaam, ook bij ons in het wild voorkomt: de kleine of wilde tijm (Thymus serpyllum).
Tijm als kruidenplant
Echte tijm heeft een groot aantal werkzame inhoudsstoffen, waarvan etherische oliën de belangrijkste zijn. Op basis van deze inhoudsstoffen heeft tijm een ontsmettend en infectiewerend effect op de luchtwegen, bevordert het het ophoesten en oplossen van slijmen en wordt het vaak toegepast bij aandoeningen van keel en luchtwegen en als hoestmiddel. Tijm werkt eveneens eetlustopwekkend en spijsverteringsbevorderend en wordt toegepast om indigestie en maag- en darmkrampen te verlichten. Voor uitwendig gebruik wordt tijm onder meer aangeraden voor ontgeurende mondwaters, tandpasta en voetbaden. Hiervoor worden de verse toppen of afgeriste blaadjes van de oudere plantendelen gebruikt, die men het jaarrond kan oogsten.
Net voor of bij het begin van de bloei bevat de plant de meeste inhoudsstoffen. Dat is het beste moment
Tijm in de tuin
Een (kruiden)tuin is zijn naam niet waardig als er geen tijm in staat, niet alleen voor zijn eerder geprezen eigenschappen, maar ook als voedselplant voor vlinders, bijen en andere insectenbestuivers. Kortom, het is de ideale plant om de biodiversiteit in de tuin te verhogen. In zijn oorsprongsgebied groeit tijm op goed doorlatende, droge, kalkrijke grond in de volle zon. Vertaald naar de tuin: zet de plant het best op een zonnige standplaats die, zeker in de winter, voldoende droog is en die 1 keer per jaar een beetje tuinkalk krijgt.
Tijm geeft de voorkeur aan schrale grond; dit komt de smaak en het aroma ten goede. Wil je tijm kweken in potten, dan geef je best de voorkeur aan terracottapotten, omdat die het vocht beter laten verdampen dan plastic potten. Zoals eerder gezegd volstaat 1 snoeibeurt per jaar om de struikjes compact en levenskrachtig te houden. Na enkele jaren verliezen de planten hun groeikracht, doordat ze te veel gaan verhouten. Je kan de oude planten dan scheuren in het voorjaar (april/mei) en de bewortelde toefjes diep genoeg opnieuw planten. Je kan tijm ook zaaien, maar de zaadjes hebben voldoende temperatuur (20 °C) nodig om te kiemen.