Perspectief op lange termijn
Die visie geeft weer hoe Vlaanderen een rendabel landbouwmodel laat passen binnen de ecologische grenzen van de regio, duurzaam grondgebruik en wederkerig goed nabuurschap. De Vlaamse Landbouwvisie 2030-2050 moet de land- en tuinbouwers een langetermijnperspectief bieden en draagt bij tot de realisatie van de diverse Europese, rechtelijke verplichtingen, onder andere de Europese natuur-, klimaat- en milieuverplichtingen. Dat doet Vlaanderen met de betrokken sectoren en het brede publiek door verder te bouwen op haar Voedselstrategie (Go4Food).
De Vlaamse regering erkent het belang van de verjonging van het landbouwberoep, onder andere door de toegang tot het landbouwberoep voor zowel familiale overnemers als potentiële zijinstromers te faciliteren. Dat wil de Vlaamse regering bereiken door onder andere de verdere uitbouw van verschillende opleidingsvormen en toegangsvormen tot gronden uit te bouwen voor iedereen die een carrière in de land- en tuinbouw beoogt. De bestaande opstartsteun, zoals de steun die past in het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB), wordt geëvalueerd.
Europa en het GLB
De Vlaamse regering zal intrafederaal en Europees altijd inspanningen doen om haar visie op het GLB door te vertalen naar de Europese besluitvorming over het GLB na 2027. Het Europese GLB moet rekening houden met de specifieke uitdagingen van de Vlaamse land- en tuinbouwer en zijn omgeving.
Tijdens de onderhandelingen over het GLB na 2027 zullen een aantal prioriteiten worden gevraagd, zoals de verzekering van de Vlaamse voedselvoorziening en de garantie op bestaanszekerheid voor landbouwers binnen de context van de internationale concurrentie, klimaatverandering en andere milieu-uitdagingen.
Billijke vergoeding
De regels voor betalingsverminderingen en sancties bij een kleine niet-naleving moeten worden geëvalueerd binnen ecoregelingen, beheerovereenkomsten en agromilieu- en klimaatregelingen. Het GLB moet nog meer aandacht hebben voor startende landbouwers.
Overheid koopt bio en lokaal
De Vlaamse overheid zal in haar aankoopbeleid focussen op het afnemen van biologische en andere lokale producenten. De Vlaamse overheid moedigt lokale besturen en andere overheidsdiensten aan om hetzelfde te doen. Daarmee wil de Vlaamse regering een afzetmarkt voor biologische en andere duurzame lokaal geproduceerde producten realiseren. Dit principe zal ook maximaal gehanteerd worden bij de uitrol van de gezonde maaltijden op school.
Forum voor bedrijfsoverdracht
Er komt een sterk forum waarbinnen jonge kandidaat-land- en tuinbouwers in contact kunnen komen met land- en tuinbouwers die hun activiteiten willen stopzetten. Zo kunnen bedrijfsoverdrachten mogelijk worden gemaakt. Drempels die grondmobiliteit bemoeilijken, worden weggewerkt wanneer die bestemd zijn voor landbouwproductie.
Vlaanderen zal lokale besturen bewustmaken van de mogelijkheden van land- en tuinbouwgronden in publieke handen voor jonge land- en tuinbouwers en landbouwers die agro-ecologische landbouwtechnieken toepassen, waaronder duurzame teeltpraktijken.
Er zal bijzondere aandacht gaan naar de begeleiding van zijinstromers in het land- en tuinbouwberoep. Voorts moeten gronden die vrijkomen in agrarisch gebied en die in een grondenbank zitten altijd prioritair worden aangeboden aan jonge land- en tuinbouwers die bijdragen aan de duurzame transitie van de landbouwsector.
De Vlaamse regering zal de prijs van landbouwgrond monitoren. Ze bekijkt hoe de toegang van jonge landbouwers tot gronden verbeterd kan worden en hoe speculatie met landbouwgronden kan verhinderd worden. De regering kijkt daarvoor ook naar buitenlandse voorbeelden. Er wordt onderzocht of een budgetneutraal systeem kan worden ontwikkeld met een fiscaal gunstregime voor successie- en registratierechten bij de overdracht van grondeigendommen in agrarisch gebied en die gegarandeerd in landbouwgebruik blijven (ook van toepassing bij langdurige pacht).
NGT’s en innovatieve technieken
Vlaanderen zal inzetten op innovatieve technieken om landbouw veerkrachtig te maken. Vlaanderen blijft op basis van aanvaardbare risico’s verder ijveren voor innovaties zoals nieuwe genomische technieken, zodat die op een veilige en efficiënte manier ingezet kunnen worden.
De regering behoudt het budget voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, zodat landbouwers blijven ondersteund worden in hun overstap naar meer duurzame landbouwpraktijken. Concreet betekent het dat het steunpercentage – meer dan vandaag de dag – verhoogd wordt voor landbouwers met de claims agro-ecologische technieken, biologische productie, geïntegreerde gewasbescherming en samenwerking.
Net als de rest van de GLB-steun koppelt de nieuwe Vlaamse regering de investeringssteun aan duurzaamheidscriteria in het kader van de uitvoering van de milieu- en klimaatdoelstellingen. Er is verhoogde investeringssteun voor niet-productieve investeringen en investeringen in duurzame landbouwpraktijken. Bij nieuwe vormen van investeringssteun vermijden ze lock-ineffecten en garanderen ze voldoende wetenschappelijke zekerheid dat de beoogde milieuprestaties worden behaald.
Minder eiwitten in veevoeder
De regering wil naar analogie met het convenant ‘enterische emissies’ een convenant sluiten met de veevoederleveranciers om de hoeveelheid eiwitten in dierenvoeding waar relevant te verminderen. Daarbij zullen de de behaalde resultaten meetellen in de taakstelling voor de betrokken bedrijven en sectoren, naar het voorbeeld van de afspraken rond de hoeveelheid fosfor in veevoeder en om de hoeveelheid soja te beperken.
Geurkader verankerd in regels
Landbouw, landschap én natuur zijn volgens de nieuwe Vlaamse regering gebaat bij de bescherming van de open ruimte tegen vormen van ongewenst zonevreemd gebruik. De regering actualiseert de mogelijkheden voor zonevreemde functiewijzigingen en koppelt die aan kwaliteitseisen en voorwaarden die het ruimtebeslag actief terugdringen (sloop van bijgebouwen, verminderen van volume en verharding...). Gedesaffecteerde bedrijfswoningen kunnen, maar altijd met respect voor en met aanvaarding van de gebiedseigen activiteiten. Met betrekking tot die woningen in het landbouwgebied herbekijken ze in dat kader het geurkader en verankeren ze dat in regelgeving.
Wetlands en natte natuur
De regering wil wetlands en natte natuur creëren, veengebieden en permanente graslanden herstellen en beschermen, en rivieren waar mogelijk terug hun natuurlijke loop laten gaan, altijd in overleg met de eigenaars/gebruikers en met de nodige flankerende maatregelen, zoals onder meer de inzet van het nieuwe Omgevingsbesluit wanneer landbouwactiviteiten onmogelijk worden.
Minder pesticiden
Specifiek ten aanzien van kwetsbare groepen verplicht de nieuwe regering landbouwers op percelen die grenzen aan woonzorgcentra, zorginstellingen, basisscholen en kinderdagverblijven om de meest effectieve driftreducerende en bufferende maatregelen te nemen. Voor die verplichtingen komen er flankerende maatregelen.
Doelfasering
Vlaanderen voert uiterlijk begin 2025 alle wederzijds afgesproken maatregelen inzake waterkwaliteit tussen de landbouw-, milieu- en natuurorganisaties uit. Als uit de monitoring in 2025 en 2026 blijkt dat er bijkomende maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen, zullen die genomen worden. Op dat moment treden ook de auto-executieve maatregelen in werking. De regering geeft bovengenoemde organisaties 4 maanden de tijd om over de bijkomende maatregelen een akkoord te bereiken, met het oog op het bereiken van een positieve milieueffectrapportage (MER). Als dat niet lukt, beslist de Vlaamse regering met dezelfde finaliteit. De maatregelen treden uiter
10.000 ha extra bos
De nieuwe Vlaamse regering vraagt aan natuur- en landbouworganisaties om structureel overleg te plegen over hun aankoopbeleid van gronden in functie van het bereiken van de doelstelling richting 10.000 ha extra bos tegen 2030, in eerste instantie in voor natuur bestemde gebieden. Samen met de lokale besturen wil de Vlaamse regering werk maken van lokale Bosplannen om actief op zoek te gaan naar ruimte voor extra bos in iedere gemeen
Voorkooprecht landbouwgrond
De regering faciliteert tegelijkertijd ook het grondaanbod voor landbouwers in agrarisch bestemde gebieden, buiten HAG en niet gelegen in SBZ of VEN. Indien voor grondaankopen voor de natuur- of bosrealisatie overheidsmiddelen worden gebruikt (via overheidsentiteiten of via subsidies aan derden), dan worden deze gronden op basis van de schattingsprijs eerst actief aangeboden aan actieve landbouwers die, in geval van aankoop, deze gronden ook effectief in (landbouw)gebruik nemen. Dit wordt opgenomen in de subsidievoorwaarden voor de terreinbeherende organisaties. Als er binnen de 3 maanden geen kandidaat-koper gevonden wordt, komt deze grond in aanmerking voor bosuitbreiding. De vergunningsplicht voor bebossing vervalt op de gronden die zo werden verworven. Naar analogie komt er een voorkooprecht uit in VEN en groene bestemmingen voor ANB of verenigingen die een natuurbeheerplan willen realiseren.
Habitats verplaatsen
Waar mogelijk en nuttig worden verplaatsingen van habitats onderzocht en bepleit op Europees niveau. De Vlaamse regering zet evenwel de inspanning verder met betrekking tot de instandhoudingsdoelen om uiterlijk tegen 2026 de allocatie te beëindigen van de natuurdoelen in habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) nabij piekbelasters en tegen uiterlijk eind 2030 voor de overige habitats. Zo kan het aantal zoekzones met bijbehorende onzekerheden maximaal ingeperkt worden.
PAS wordt gehandhaafd
De nieuwe Vlaamse regering wil alle doelstellingen van de huidige Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) behalen en de reducties uitvoeren. De monitoring en de verfijning van de huidige modellen wordt verdergezet. Er komt een interdisciplinair wetenschappelijk team om vorm te geven aan een emissiebeleid dat zowel juridisch als wetenschappelijk robuust is. De regering maakt op basis daarvan tijdens deze legislatuur werk van een volgende Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), indien de wetenschappelijke robuustheid is bewezen. Die vormt de decretale basis voor een vergunningenbeleid dat in werking treedt in 2031. De regering bewaakt daarbij de rechtszekerheid, om zo een vergunningenstop voor de brede maatschappij te voorkomen. Daartoe vereenvoudigt de regering het instrument van de passende beoordeling, zodat sneller en met minder kosten en lasten duidelijkheid verkregen wordt.
Everzwijnen aangepakt
In het kader van overlastproblematieken (onder andere door everzwijnen) faciliteert de nieuwe Vlaamse regering een doeltreffende aanpak. Op basis van wetenschappelijke monitoring stellen ze de bejaagbaarheid bij van soorten. Er komt een wetenschappelijk onderzoek naar de predatiedruk in Vlaanderen en de achteruitgang van onder andere de grondbroeders.
Agrarische biodiversiteit
In het agrarisch gebied neemt de Vlaamse regering maatregelen om de achteruitgang van de kenmerkende agrarische biodiversiteit te keren inpasbaar in de agrarische bedrijfsvoering. Daarbij wordt sterk ingezet op doeltreffende en billijke beheerovereenkomsten met landbouwers en wordt bekeken om ook langlopende beheerovereenkomsten te introduceren
De Vlaamse regering wil de nulbemesting realiseren in VEN via een vrijwillig kader op basis van degressieve compensaties. Dit kader wordt in 2027 geëvalueerd.
Dierenwelzijn
In het hoofdstuk Dierenwelzijn staan enkele passages over vee. De Vlaamse regering wil bijvoorbeeld in overleg gaan met de sector, de Orde der Dierenartsen en de beroepsverenigingen voor de Vlaamse dierenartsen om een einde te maken aan het onrechtmatige routinematig couperen van biggenstaarten.
Vlaanderen zal blijven ijveren voor een verbod op het chirurgisch castreren van biggen op Europees niveau. In Vlaanderen kan de chirurgische biggencastratie sowieso enkel mits verdoving. Door gerichte sensibilisering van varkenshouders en controles op de roostervloeren van varkensstallen moet voorkomen worden dat er nog meer varkens sterven in mestputten.
De Vlaamse regering zal onderzoeken hoe de maximale bezettingsdichtheid bij kalkoenen, vleeskippen en varkens kan verlaagd worden, rekening houdend met het gegeven dat de stikstofuitstoot niet mag verslechteren. Ze doet ook onderzoek naar de haalbaarheid van het verplicht gebruik van trager groeiende kippenrassen.
Kippen en eendagshaantjes
De regering bewaakt en begeleidt het uitdoofscenario voor kippenkooien. Dat wil zeggen dat vanaf 1 januari 2036 kippen in legkippenhouderijen of opfokbedrijven niet worden ondergebracht in kooisystemen. Dat verbod treedt in werking op 1 januari 2025 voor die houderijen die voor 1 januari 2036 hun bestaande kooisystemen willen vervangen of voor de eerste keer kooisystemen in gebruik willen nemen en waarvan tegelijkertijd de omgevingsvergunningaanvraag daarvoor niet ingediend werd voor 14 juli 2023, uitgezonderd voor aanpassingen die het dierenwelzijn ten goede komen. Daarvoor worden diervriendelijke alternatieve houderijsystemen onderzocht. Het doden van eendagshaantjes wordt verboden op een nog te bepalen datum. Die datum wordt vastgelegd zodra de geslachtsbepaling van kuikens in het ei haalbaar is voor dag 12 na incubatie. De Vlaamse regering kan uitzonderingen op het verbod voorzien.
Er wordt in elke lokale politiezone een verantwoordelijke dierenwelzijn aangeduid. Er komen controles op illegale thuisslachtingen van schapen, geiten en varkens. En er komt ten slotte verplicht cameratoezicht in elk slachthuis, waarbij de Vlaamse regering de modaliteiten en vrijstellingen bepaalt.





