De voordracht werd ingeleid door Prof. dr. Gunther Van Loon, die kort de carrière en motivatie schetste van spreker dr. Annick Gryspeerdt. Deze studeerde af als dierenarts in 2005 en startte onmiddellijk daarna met haar doctoraat over rhinopneumonie. Professor Van Loon benadrukte het feit dat het gevreesde virus in de paardenwereld maar al te vaak paniek zaait. “Annick is de juiste persoon om dit te kaderen en te vertellen hoe het virus zich gedraagt”, stelde hij. De voordracht van dr. Gryspeerdt was duidelijk en helder en zorgde tevens voor veel informatie over andere besmettelijke ademhalingsziekten bij onze paarden.
“
Ademhalen is cruciaal”
“Ziektes van het ademhalingsstelsel zorgen voor besmettingen, verminderde prestaties en conditieverlies”. Meteen situeerde Gryspeerdt het belang ervan. Virussen zijn net zoals bij de mensen een bron van ellende. Bepaalde virussen (zoals het Rhinovirus B en het Adenovirus) hebben weinig klinisch belang. Een bacterie daarentegen veroorzaakt de gevreesde ziekte genaamd ‘droes’ . Daarregen helpen antibiotica, maar bij een virus helpt deze medicatie niet. Droes zorgt voor de gekende etterige neusuitvloei en openbarstende abcessen. De complicaties ervan zijn longontsteking en bloedingen van de slijmvliezen. Een paard dat de ziekte uitziekt, verwerft immuniteit. Bij behandeling komt deze immuniteit er niet. De eigenaar dient zelf een keuze te maken. Diergeneeskundige hulp is hier een absolute must als het paard ademhalingsmoeilijkheden vertoont.
Griep is onderdrukt, maar blijft gevaarlijk
Ook griep werd even aangekaart. “De hoge vaccinatiegraad zorgt voor veel minder uitbraken sinds 30 jaar”, steekt Annick Gryspeerdt van wal als het om het ondertussen bijna ‘banale’ griepvirus gaat. Banaal wat uitbraken betreft jawel, maar ronduit gruwelijk als je paard griep krijgt. “Het paard is bij griep vreselijk ziek en hoest continu. Bovendien verspreidt het virus zich zeer snel … altijd. Zelfs op de weide is het paard niet veilig, griep verspreidt zich immers kilometers ver”, benadrukt de spreker.
Rhinopneumonie als terechte boeman
Paardenhouders vrezen terecht de uitbraken van rhinopneumonie, die bovendien uitgebreid opduiken in de paardenmedia. Wedstrijden worden geannuleerd, paarden dienen in quarantaine geplaatst te worden, merries verliezen hun veulen vroegtijdig. Al die ellende is bekend onder paardenhouders en de oorzaak ervan is een van de types herpesvirussen (EHV), die in meerdere gedaantes opduiken.
“Zo zijn er de types 2 en 5, waarbij de grootste klacht luidt dat het paard niet echt ziek is, maar ook niet superfit. De paarden hebben minder eetlust, minder conditie en lichte koorts”, aldus Gryspeerdt. Tegen deze EHV 2 en 5 bestaat geen vaccin. De infecties worden ook niet als dé rhinopneumonie bestempeld.
Men spreekt pas echt van rhinopneumonie bij infectie met de herpesvirussen EHV1 en EHV4 (Equine herpes virus types 1 & 4) genaamd. Annick Gryspeerdt heeft het in eerste instantie over type 1, waar we allemaal bang voor zijn door de abortussen en de ondertussen gekende zenuwstoornissen (n.v.d.r. onder andere verlammingen achterhand). Bij type 4 zijn er ademhalingsstoornissen, maar zelden abortus en zeer zelden de gevreesde zenuwstoornissen, die voor dit type nooit opdoken en dit wereldwijd. Ook dient geweten dat 60 tot 80% van de paarden geïnfecteerd wordt op jonge leeftijd en levenslang drager blijft van het virus.
Verloop van de infectie
De 2 belangrijkste herpesvirussen bij het paard zijn dus EHV1 en EHV4. De infectie verloopt altijd via de neus en grijpt niet om zich heen zoals griep. Het rhinovirus kan worden overgedragen door onder andere besmette voorwerpen.
Een drachtige merrie die rhinopneumonie EHV1 oploopt, krijgt een abortus in de laatste 4 maanden van de dracht. Deze abortus is plots en spontaan, ronduit choquerend en als eigenaar vergeet je dit nooit! In geval het veulen leeft, is het zeer zwak en sterft het na een paar dagen. De zenuwstoornissen die opduiken bij dit type rhino gaan onder andere gepaard met verlamming van blaas en darm en de zieke paarden geraken niet meer recht. Onnodig te vermelden welke doffe ellende dit alles impliceert …
Nut van vaccinatie
Het principe van vaccinatie is de immuniteit stimuleren. In België past men een vaccin toe met dode virusdeeltjes, die het lichaam alarmeren om anti-stoffen aan te maken Drachtige merries worden 3 x gevaccineerd tegen EHV1 en EHV4, in de vijfde, zevende en de negende maand van de dracht. Bij sommige paarden lokt dit vaccin reacties uit, maar nooit abortus of zenuwstoornissen. Veel paardenhouders vrezen deze ent-reacties, zeker als het om paarden gaan die in een wedstrijdschema functioneren. Goed wikken en wegen wordt geadviseerd, net als te rade gaan bij je dierenarts om eventueel via medicatie deze ent-reacties tegen te gaan.
Als vaccinatieschema geldt voor veulens: eerte vaccin op 6 maand, herhaling 4 weken later en daarna om de 6 maanden. Het vaccin is niet onfeilbaar, maar onderzoek wees uit dat 80% van de merries niet aborteerden als ze werden gevaccineerd, terwijl bij niet-vaccinatie alle merries hun veulen verloren. Ook in verband met zenuwstoornissen is het nut van vaccinatie ondertussen bewezen.
Wil je de lezing integraal volgen? In de nieuwsbrief van oktober 2024 van PaardenPunt Vlaanderen hoef je enkel de link aan te klikken. Iedere paardenhouder heeft dit aanspreekpunt nodig voor up-to- date informatie. Schrijf je in voor de nieuwsbrief op www.paarden.vlaanderen.be
Patricia Borgenon