correct kantstrooien
Strooischijven zorgen voor juiste verdeling
Een strooier werkt volgens het principe van dubbele overlapping. Zoals het ‘strooibeeld’ dus aangeeft, gaan de korrels dubbel zo ver dan de opgegeven ‘werkbreedte’. Vollevelds geeft dit als voordeel dat fouten in rijbreedte wat uitgevlakt worden. Wat het dichtst bij het rijspoor ligt, krijgt de volle dosis. Hoe verder van het rijspoor, hoe kleiner de dosis en hoe meer die gecompenseerd wordt bij de volgende werkgang.
Cumulatief moeten de verschillen zo klein mogelijk zijn. Men spreekt over de variatiecoëfficiënt (VC) van het strooibeeld. De VC is een maat voor de breedteverdeling van de korrels en geeft aan hoeveel procent het strooibeeld afwijkt van het theoretisch ideale strooibeeld. Een variatiecoëfficiënt die kleiner is dan 10% is goed.
Om te kunnen variëren in strooibreedte op dezelfde strooier zijn er verschillende mogelijkheden. Zo kunnen de strooischoepen in een bepaalde hoek gezet worden, maar ook kunnen de strooischoepen verkort of verlengd worden. Een andere mogelijkheid is om te variëren met de verstelbaarheid van het uitstrooipunt. Het toerental van de strooischijven verhogen of verlagen via elektronica, hydraulica of een versnellingskast is nog een mogelijkheid. Tot slot kan er gevarieerd worden met de vorm van de schijf. Deze kan zowel de vorm aannemen van een diep of een plat bord.
Wat is kantstrooien?
Kant-af strooien: het meest nauwkeurig
Kant-op strooien: efficiënt bij bijbemesting
Een ander nadeel is dat de perceelsrand onvoldoende bemest kan worden. Door de limiet op de grens kunnen de laatste meters niet met volle dosis bemest worden.
Het is absoluut aan te raden dat een hedendaagse tweeschijfstrooier zowel kant-op als kant-af kan strooien. Op die manier kan je de voordelen van beide technieken inzetten.
OptiPoint: innovatie in kantstrooien
Een recente ontwikkeling op het gebied van kantstrooien is de OptiPoint-technologie. Dit systeem past automatisch de inschakel- en uitschakelmomenten van de strooier aan op basis van perceelparameters, meststofeigenschappen en machine-instellingen. Het is immers zo dat het strooibeeld ook achter de strooier geldt.
Vaak wordt de strooier te vroeg geopend zodra we terug de rijgang inrijden. Daardoor wordt over- of onderbemesting op kopakkers en perceelsranden voorkomen.
Slimmer bemesten met sectie- strooien
Moderne kunstmestrooiers met gps-technologie en sectiestrooimogelijkheden zorgen voor een preciezere en efficiëntere bemesting. Een belangrijk voordeel ervan is de optimale bemesting van schuine perceelsranden. Zodra het risico op ongewenste overlappingen of onbehandelde zones ontstaat, past het systeem automatisch en traploos de doseeropening en het valpunt op de strooischijf aan. Zo wordt over- of onderbemesting voorkomen, wat niet alleen de gewasopbrengst ten goede komt.
Een stap verder in precisielandbouw is de toepassing op taakkaarten. Door de werkbreedte op te delen in afzonderlijke secties en de afgifte per sectie nauwkeurig te regelen, wordt de hoeveelheid kunstmest exact daar geplaatst waar het nodig is op basis van een ingeladen taakkaart.
SpeedControl-technologie
De rijsnelheid van een kunstmestrooier beïnvloedt rechtstreeks het strooibeeld op de bodem. Schommelingen in snelheid kunnen leiden tot een ongelijke verdeling van de meststoffen, wat de effectiviteit van de bemesting vermindert.
Lemken heeft hiervoor een SpeedControl-functie waarbij het strooibeeld automatisch aangepast wordt aan de rijsnelheid. Het strooibeeld wordt bijgepast door de elektronische regeling van het valpunt op de strooischijf. Dit zorgt ervoor dat de meststof altijd optimaal verdeeld wordt, ongeacht variaties in snelheid.
De handleiding blijft cruciaal
Een correcte afstelling van de kunstmeststrooier is cruciaal en vormt de basis voor alle technologie die er op heden op kan. Lees de handleiding dan ook zorgvuldig. Elke strooier heeft specifieke instellingen en procedures voor kantstrooien. Het is essentieel om deze te kennen en toe te passen.





