Tweeklank
Ten opzichte van het begin van de zomervakantie waren de temperaturen wel wat gedaald en af en toe deelde de weergoden een plaagstoot uit met een kort miezerig regenbuitje. Maar kortom geen weer om zich niet aan een bezoek aan de grootste openlucht landbouwbeurs te wagen. Dat maakt ook dat er dit jaar zo’n 2.000 bezoekers meer waren dan vorig jaar. Dat gaf de organisatie alvast aan bij afsluiten van de beurs.
We moeten verder met het cijfer dat zij geven. We hebben geen andere maatstaf om dat te meten. Al klopt het cijfer niet altijd met wat een exposant ervaart. Bij het aflopen van de beurs op maandagavond horen we opnieuw een ‘tweeklank’: er zijn er die tevreden zijn en er zijn er waar de verwachtingen hoger lagen.
Het aantal bezoekers zegt ook niet alles. Een grote groep bezoekers wil de ‘Waalse kermis’ in Libramont voor geen geld missen en komt voor de sfeer en het amusement. Maar een beursexposant wil handel doen.
Het lijkt er ons wel op dat sommige geïnteresseerden de beurs pas later bezochten. We hoorden meerdere landbouwers die op zaterdag nog bezig waren om de oogst van koolzaad af te ronden, of die toch stro gingen persen of verder tarwe dorsen omdat de voorspelde regens niet gevallen waren. Al moeten we opmerken dat er sterke regionale verschillen zijn in neerslaghoeveelheid en in de mate dat de veldwerkzaamheden zijn opgeschoten. In sommige regio’s was tijdens de beurs van Libramont de wintertarwe volledig geoogst, in andere streken stond naar schatting nog 20 à 30% van de tarwe recht. En het stro was zeker nog niet overal van het veld.
Vele exposanten die we spraken gaven aan het vooral op zondag en maandagochtend wat rustiger te vinden dan andere jaren. Tegen maandagmiddag was de zon (vaak) van de partij, net als de bezoekers. Weersomstandigheden, veldsituatie, bezoekersopkomst… het hangt toch allemaal wat samen voor een buitenbeurs, ook in de zomer. Dat valt niet te ontkennen.
Sereen, maar sfeervol
Natascha Perat, directeur van de beurs van Libramont, dankte op de laatste beursdag zeer zeker de weergoden. “Zowel deze boven het beursterrein als boven de rest van ons land”, lachte ze. Als ze een eerste evaluatie van de beurs maakt, dan geeft de organisatie te kennen alvast intern tevreden te zijn met wat de 89ste editie liet zien.
Perat is ook dankbaar voor de sereniteit die op het beursterrein te merken viel en de sfeer die de mensen toch deugd deed. Immers op voorhand was aangekondigd dat de landbouw er samen kwam in een gespannen sfeer, ‘gebukt’ onder de onzekerheden voor wat hun toekomst betreft. Vele landbouwers en hun beroepsorganisaties zijn immers niet tevreden over de begrotingsvoorstellen voor de periode 2028-2034 die de Europese Commissie een tiental dagen voor de start van de beurs bekend maakten.
Deelevenementen
Verder wijst Natascha Perat ons nog op enkele andere zaken. “Wijnbouw en fruitteelt zijn sectoren die hun aanwezigheid op de beurs verder hebben ontwikkeld, net als agro-ecologie. Heb ook oog voor het aantal robots die aanwezig zijn op het beursterrein.”
Jean-François Piérard, voorzitter van de beurs van Libramont, voegt toe dat ze dit jaar een nieuwe sector op Libramont zijn beginnen uitbouwen, namelijk deze van de groenvoorziening. “Beurzen en demo’s voor deze sector zitten doorgaans in Vlaanderen, waar het beursterrein van Libramont deze sector ook wat kan bieden”, klinkt het bij de organisatoren. “Heet hangijzer in de groene sector is het verbod op gewasbeschermingsmiddelen. Dat verplicht ons te zoeken naar mechanische oplossingen zoals beluchten en bezanden van sportvelden. Deze mogelijkheden wil de beurs van Libramont in de toekomst meer tonen.”
Agro-ecologische transitie
Johan Lambrechts werkt voor de vzw’s Farming For Climate en House of Agroecology. Farming For Climate ondersteunt landbouwers die stappen willen zetten in de richting van agro-ecologie. “In de eerste plaats gaat het om financiële ondersteuning”, legt Johan Lambrechts uit. “Daarbij zoeken we bedrijven die kunnen doneren, waardoor landbouwers hun specifieke projecten kunnen uitvoeren gedurende minimum 3 jaar. Intussen konden we zo al een 50-tal boerderijen over heel België op maat begeleiden. Sommige landbouwers zoeken een agronoom om hen te helpen, andere willen een tweedehandsmachine kopen die niet in aanmerking komt voor subsidies… Dan steken we dat in een programma met jaarlijkse opvolging, zodat die persoon kan starten. Maar meestal gaat het om een totaalpakket.”
Koolstofcertificaten
Nieuw is dat Farming For Climate ook hoogwaardige koolstofcertificaten gaat aanbieden. “Naast het klassieke model waarbij een bedrijf betaalt om een project lokaal te ondersteunen zullen we certificaten genereren waarbij de hoeveelheid koolstof die de landbouwer over 5 jaar kan opslaan in de bodem wordt gemeten”, aldus Lambrechts. “Vernieuwend aan dit model is dat het resultaatsgericht is, in plaats van elke maatregel te gaan controleren of die effectief werd uitgevoerd. Vanaf het eerste jaar wordt de boer betaald. Daarbij stelt hij samen met een agronoom een routeplan met zijn diverse stappen op, op maat van zijn bedrijf. Kan je 1,2 ton koolstof/ha/jaar opslaan – en dus in totaal 6 ton over 5 jaar/ha – dan zijn er meer certificaten beschikbaar en kan je meer verdienen. De eerste 9 boerderijen zijn intussen met de certificaten aan de slag en voldoen als eerste in Europa aan de hoogste internationale standaard. We denken dat we hiermee meer bedrijven kunnen overtuigen om meer landbouwers te ondersteunen. Uiteraard mag je het ruimere plaatje niet uit het oog verliezen. De koolstofcertificaten zijn slechts een bijkomend middel om agro-ecologie te bereiken. Overigens gaan we in het systeem ook de biodiversiteit meten.”
Opleidingen
De overkoepelende vzw House of Agroecology brengt de diverse ketenpartners – landbouwers, verwerkers, supermarkten en agronomen – samen om de transitie naar agro-ecologie in België te versnellen. “Enerzijds gebeurt dat via specifieke ketenprojecten waarbij de landbouwers ondersteund en voldoende betaald worden voor hun producten”, stelt Lambrechts. “Landbouwers die lid bij ons worden, kunnen aan onderzoeks- en ketenprojecten meewerken. Zij staan daarbij centraal. Anderzijds proberen we intussen via opleidingen de kennis rond acro-ecologie bij landbouwers en retailers op te krikken”, zegt Lambrechts.
Zo vindt er op 9 en 10 september op de Driehoekshoeve in Kasterlee een interessante tweedaagse vorming voor alle landbouwers plaats. Daarbij wordt er ingezet op zoveel mogelijk uitwisseling tussen boeren onderling en met 10 expert-lesgevers. Je kan ook een 6-daagse basiscursus ‘Boer van de Toekomst’ over regeneratieve landbouw volgen die tussen 8 oktober en 11 december wordt georganiseerd. Intussen volgden al 60 landbouwers deze basiscursus en zijn ze aan de slag met agro-ecologische principes. Meer info over deze cursussen vind je op www.houseofagroecology.org (doorklikken op ‘Diensten’ en ‘Opleidingen’). Om lid te worden klik je op de knop ‘Ik doe mee’.
Demo’s op Werktuigendagen
Op de Werktuigendagen van 20 en 21 september in Oudenaarde vinden er op het ‘Bodemeiland XXL’ 5 interessante live demonstraties rond agro-ecologie plaats voor gangbare landbouwers: niet-kerende zaaitechnieken, direct-zaaimachines, complexe groenbedekkermengsels, profielkuil XXL en afgrazing van een groenbedekker door schapen. Meer info hierover lees je in het dossier over de Werktuigendagen, dat in Landbouwleven van 11 september is gepland.
Op naar de 90ste editie met eeuwfeest
De beursorganisatie van Libramont kijkt duidelijk vooruit. Ze geeft aan al bezig te zijn met de voorbereiding van de 90ste beurs volgend jaar, die plaatsvindt van 24 tot 27 juli. Dit wordt ineens ook een historisch eeuwfeest aangezien de Beurs van Libramont 100 jaar geleden voor het eerst plaatsvond. De editie 2026 wordt aangevuld met 2 dagen van bosbouwdemonstraties op 28 en 29 juli in de gemeente Bertrix. Om de 2 jaar volgen er immers ‘verlengingen’ met Demo Forest. Dat zal volgend jaar op een andere locatie zijn dan waar de laatste editie doorging. De organisatoren geven aan over 3 locaties te beschikken waar de bosbouwdemo kan plaatsvinden. Door hier een rotatie in te steken, wordt er niet tweejaarlijks op hetzelfde terrein teruggekomen en wordt de regio en het jachtgebied niet te zwaar belast.





