de prijs voor lakse
regels rond IBR
Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) nieuwe gevallen
van Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (IBR, ook wel bekend
als ‘koeiengriep’) had gemeld. Een bezorgde veehouder
stuurde ons onderstaande lezersbrief. Hij wil hiermee aandacht vragen voor de volgens hem gebrekkige aanpak van IBR
en voor de gevolgen die vooral onschuldige melkveehouders dragen.
Pak de juiste bron aan
Vandaag is de wetgeving rond IBR vooral gericht op het bedrijf van aankomst: daar worden controles gedaan en maatregelen opgelegd. Dat is echter dweilen met de kraan open. De echte verspreiding gebeurt immers tijdens transporten, in verhandelingsstallen en in de zogenaamde I2-stallen (waar dieren tijdelijk worden samengebracht). Zolang men die bron niet aanpakt, blijft elke bestrijding half werk.
Onderzoek starten bij bedrijf van vertrek
Landbouworganisaties kunnen meer doen
Wat mij misschien nog het meest tegen de borst stuit, is dat landbouworganisaties dit probleem nauwelijks of nooit hebben aangekaart. Moeten we dan concluderen dat de belangen van melkveehouders ondergeschikt zijn aan andere belangen? Voor ons in het veld voelt het in elk geval wel zo. Wij volgen de regels, wij investeren in hygiëne en in monitoring, en toch zijn wij degenen die de gevolgen dragen. Het wordt tijd dat men de koe bij de horens vat, niet op papier, maar in de praktijk.
Zelf slachtoffer van IBR-uitbraak
Vorig jaar werd ik zelf slachtoffer van een IBR-uitbraak. Op 1 september 2024 werden mijn koeien geruimd. Gezien mijn hoge leeftijd ben ik niet opnieuw opgestart.





