Startpagina Archief

Aanpassingen AER-maatregelen moeten

reductie stikstofuitstoot haalbaar maken

Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v) heeft recent een reeks aanpassingen goedgekeurd aan de bestaande ammoniakemissiereducerende maatregelen (AER-maatregelen) voor rundvee. De wijzigingen moeten het voor landbouwers eenvoudiger maken om deze maatregelen toe te passen op hun bedrijf. Tegelijk wordt ook de procedure om nieuwe technieken te erkennen verbeterd.

Leestijd : 3 min

De aanpassingen zorgen er bijvoorbeeld voor dat maatregelen zoals het beweiden van dieren werkbaarder worden, zowel voor dieren op roosters als op stro. Leegstand bij kalveren wordt erkend en beweiding wordt ook mogelijk bij potstallen. Zo worden de technieken, op basis van wetenschappelijk advies, beter afgestemd op de dagelijkse realiteit van veehouders, schrijft het kabinet van Brouns.

“Onze landbouwers willen inspanningen leveren om hun emissies te verminderen, maar hebben daarvoor een duidelijk en betrouwbaar wettelijk kader nodig”, zegt Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v). “Met deze aanpassingen maken we bestaande maatregelen werkbaarder en zorgen we ervoor dat innovatieve technieken sneller erkend kunnen worden. Dat is een hefboom om onze stikstofdoelstellingen te halen en om landbouwbedrijven een duurzame toekomst te bieden in Vlaanderen.”

Alle manieren om de reductie van de uitstoot van ammoniak haalbaarder te maken voor rundveehouders, is wellicht welkom. Tegen het einde van dit jaar, binnen iets meer dan een maand, moet elke rundveehouder de uitstoot van zijn bedrijf immers met 5% verminderen. Boerenbond stelde in het verleden al de haalbaarheid van deze 5%-maatregel in vraag door een gebrek aan duidelijkheid en rechtszekere technieken. De organisatie vroeg dan ook in september nog om de maatregel op te schorten. De Vlaamse meerderheid ging niet in op deze vraag.

Beweiding

Beweiding bij melkvee wordt werkbaarder, aldus het kabinet van Brouns. Het wordt mogelijk om beweiding in groep toe te passen voor melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar en voor vrouwelijk jongvee tot 2 jaar. Er komen ook meer tussencategorieën van weide-uren, waardoor een landbouwer het systeem beter kan afstemmen op de realiteit van zijn bedrijf.

Voorts moet het aantal weide-uren niet meer digitaal geregistreerd worden. Een logboek volstaat, hoewel digitale registratie nog steeds is toegestaan.

Rundveehouders met gedeeltelijk ingestrooide stallen, de zogenaamde potstallen, hekelden in het verleden het feit aan dat er weinig haalbare technieken en maatregelen voor hen bestaan om te voldoen aan de verplichtingen om ammoniak te reduceren.

Nu wordt beweiden in groep mogelijk voor melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar en voor vrouwelijk jongvee tot 2 jaar in potstallen. Daarvoor is een reductiepercentage toegekend van 5 tot 11%, afhankelijk van het aantal dagen per jaar waarop volledige beweiding is toegepast. De veehouder kan voorts ook kiezen om zijn dieren 15 tot 20 uren aan-eengesloten buiten te laten. De pot zelf dient zoveel mogelijk vrijgehouden te worden.

Jongvee, vleesvee en kalveren

Voor jongvee en vleesvee op roosters wordt niet meer verwacht dat de mest uit de put verwijderd wordt. Het verwijderen van de mest uit de put is nog steeds mogelijk, en resulteert in een hogere reductiefactor. Het is echter niet meer verplicht. Voorts werd het reductiepercentage op basis van wetenschappelijk advies verhoogd en werden er meer tussenstappen voorzien. “Zo zal voor jongvee en vleesvee de reductie op een meer werkbare manier mogelijk worden.”

Voor jongvee en vleesvee op stro wordt niet langer verwacht dat de stal wordt uitgemest. Het onaangeroerd laten van de pot waar het stro ligt, volstaat. Ook hier is het reductiepercentage op basis van wetenschappelijk advies verhoogd en wordt beweiding aldus proportioneel interessanter. Voorts zijn er ook hier meer tussenstappen voorzien in het aantal dagen beweiding. Hierdoor is de maatregel beter bedrijfsinpasbaar.

Bij kalveren wordt verlengde leegstand erkend. Afhankelijk van het aantal dagen verlengde leegstand op jaarbasis, wordt een reductie van 5 tot 10% bekomen.

Snellere erkenning van nieuwe technieken

Naast de inhoudelijke aanpassingen aan de maatregelen wordt ook de erkenningsprocedure hervormd. De samenwerking tussen het Administratief Team (AT) en het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV) wordt versterkt, zodat nieuwe technieken sneller kunnen worden beoordeeld en toegevoegd aan de AER-lijst.

Voorts krijgt het WeComV de mogelijkheid om, waar zij dat wenst, op basis van expertenadvies een emissiefactor toe te kennen. Zo kan, voor beperkte aanpassingen of voor reeds vaak onderzochte technieken, een lijvige meetprocedure vermeden worden. Tot slot wordt ook de fast lane, waarbij technieken die erkend zijn in onze buurlanden ook snel in Vlaanderen kunnen worden toegepast, concreet uitgewerkt.

FVDL/ThD

Actueel

Johan De Wilde, een Waalse varkenshouder met de blik op de toekomst

Varkens In een sector die constant evolueert, zoals de veeteelt, is het verstandig om ver genoeg vooruit te plannen, als je niet voor verrassingen wil komen te staan. Johan De Wilde, varkenshouder in Geldenaken (Jodoigne, Waals-Brabant), begrijpt dat maar al te goed. Met zijn nieuwe stallen heeft hij zich gericht op een heldere en modulaire indeling en ruimtebesparing, zodat hij en zijn dieren met een gerust hart de toekomst tegemoet kunnen gaan.
Voir plus d'articles
Meest gelezen