Startpagina Akkerbouw

Wereldwaterdag: met waterstuwen naar een klimaatrobuuste landbouw

Niet alleen voor de mens, maar ook voor de landbouw is water onmisbaar. De beschikbaarheid van water is de laatste jaren echter een hot topic geworden. Langere droogteperiodes blijken het nieuwe ‘normaal’ te worden. Om goede opbrengsten te vrijwaren zijn verschillende maatregelen mogelijk op het landbouwbedrijf, zoals het aanleggen van een waterstuw.

Leestijd : 5 min

Dat het klimaat verandert, daar kunnen we niet omheen. De laatste jaren waren allesbehalve normaal te noemen, en dat voelde de landbouwer ook aan zijn gewassen. Het jaar 2016 was erg nat, erna volgden vrij droge jaren. Toch was ook in de droge jaren af en toe wat wateroverlast te melden. Het jaar 2020 was schommelend. In het voorjaar was er op enkele plaatsen in Vlaanderen sprake van wateroverlast, terwijl de zomer weer erg droog te noemen was. Maarten Raman, projectcoördinator bij Boerennatuur Vlaanderen: “In het algemeen werd het jaar 2020 uitgeroepen tot het warmste jaar sinds het begin van de metingen. We breken meer en meer records. Ook in 2020 leidde de droogte tot het inzetten van captatieverboden, waaronder in Antwerpen en in Limburg. ”

Hij geeft mee dat er de laatste jaren een heel significant neerslagtekort opgebouwd werd, dat normaal eens om de 20 à 50 jaar voor zou mogen komen. “In de periode 2017-2020 was er een opeenstapeling van neerslagtekorten in Vlaanderen. In 2020 zijn we het groeiseizoen gestart met een neerslagtekort en dat hebben we ook gevoeld in onze gewasproductie. Momenteel zijn de watertekorten nog altijd niet aangevuld. In de toekomst verwachten we dat er in de winter meer neerslag valt dan vandaag, met meer overstromingsgevaar tot gevolg. In de periode juni tot september zal de neerslag sterk afnemen. In de zomer zullen er meer periodes zijn van extreme droogte en gemiddeld zullen de zomerse regenbuien intenser zijn. Ook de erosieproblematiek mogen we niet vergeten bij intense neerslag. Als dit het nieuwe ‘normaal’ wordt, dan moeten we ons hierop voorbereiden.”

En die voorbereiding moet zich manifesteren in droogtetolerante maatregelen. Raman geeft mee dat we vooral op buffermaatregelen moeten focussen. “Dan denken we enerzijds aan grachten en waterlopen, poelen, infiltratiezones en waterbekkens, maar ook aan stockage in de bodem. Het is de bedoeling om in de winter veel water vast te houden om in de zomer te gebruiken. Sturing zal zeker in de toekomst van belang zijn om het water naar de gewassen te brengen.” Boerennatuur Vlaanderen organiseerde in dat kader webinars omtrent stuwpeilbeheer en peilgestuurde drainage.

De werking van stuwen

Als we water willen bufferen, is het de bedoeling om zo veel mogelijk waterlekken uit ons watersysteem tegen te houden. Dit kan bijvoorbeeld door stuwen aan te leggen. Een stuw is een eenvoudige constructie, met aluminium schotbalkjes die in een stevige HDPE-kunststofkader zitten. Die schotjes kan je uit het kader halen om het waterpeil te beheren.

“De hoofdfunctie van de stuwtjes is water tegenhouden, waardoor de droogte uitgesteld kan worden. Als er veel stuwen worden geplaatst, dan kan je een grote impact hebben in een regio. Eén stuw is positief, maar meerdere stuwen kunnen een groter gebied op duurzame manier vernatten, zodat de gewasopbrengst significant kan verbeteren. Voor de stroomafwaartse omgeving is dit bovendien interessant om overstroming tegen te gaan”, verklaart Raman.

De stuw staat bij voorkeur het grootste deel van de tijd volledig dicht, tot bijna 10 maanden per jaar. In de winter kan het hemelwater zo maximaal opgevangen worden voor infiltratie in de bodem. In de zomer is het een zeer interessant systeem om het water van felle korte buien toch beschikbaar te houden voor de gewassen. “Enkel tijdens de veldwerkzaamheden of bij intense wateroverlast moet de landbouwer het grondwater laten zakken. Zodra het werk gedaan is, kan men terug water bufferen”, geeft Raman mee. “Een knijpstuw is ook een mogelijkheid. Deze zorgt via een kleine opening in één van de schotbalkjes ervoor dat een automatische buffering ontstaat na elke regenbui. In ieder geval beslist de landbouwer welke handelingen gebeuren.”

Tot 500 m³ bufferen

Zeker dicht bij de stuw is het nut alvast bewezen. “In droge perioden merken we dat gewassen nabij de stuw duidelijk beter groeien door de verhoogde waterbeschikbaarheid. De invloedszone aan weerszijden van de opgestuwde gracht kan van 15 tot zelfs 100 m diep in het perceel gaan, afhankelijk van de grondsoort. De lengte van de invloedszone hangt af van de hellingsgraad. Hoe meer hellend het reliëf is, hoe minder de buffercapaciteit”, aldus Raman. “Op een vlak perceel kan je per stuw zo’n 500 m³ water buffercapaciteit creëren. Dat is belangrijk als watervoorraad, maar ook naar het tegengaan van overstromingen toe.”

Gebiedsgerichte aanpak

Om een efficiënt waterbeleid uit te werken, zijn enkele stuwen niet voldoende en moet een grotere regio betrokken worden. Maarten Vandervelpen van Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen: “We beheren de tweede categorie waterlopen, buiten de polders en wateringen, en staan in voor beheer en advisering. We bekijken grondig welke maatregelen genomen kunnen worden.” Zo geeft hij aan dat stuwtjes vaak beter geplaatst kunnen worden in perceelgrachten in plaats van in waterlopen, omdat er in waterlopen meer knelpunten zijn. “Grotere waterlopen herbergen onder andere nog een natuurfunctie, en hier kan bijvoorbeeld de vismigratie verstoord raken door obstakels in de waterloop”, klinkt het. “Stuwen in perceelgrachten geven minder kans op conflicten, en kunnen door de pachter of gebruiker zelf beheerd worden. Daarbij betrekken we particulieren en ondernemers om oplossingen te zoeken en geven we de landbouwers verantwoordelijkheid. Op die manier werken we samen aan klimaatrobuuste landbouw, en kiezen we bewust voor een gebiedsgerichte aanpak.” Boerennatuur Vlaanderen slaagde er alvast in om 120 stuwen te plaatsen, in verschillende projecten zoals ‘Waterboeren’, ‘Triple C’ en {beek.boer.bodem} en er zijn nog een heel deel bijkomende projecten gepland.

Financiering en ondersteuning

Om dergelijke projecten succesvol te laten verlopen is sensibilisering van groot belang. Die kan komen vanuit de gemeente, maar ook via de provincie, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) of via organisaties als Boerennatuur Vlaanderen. “Vanaf het moment dat er een draagvlak is, is het mogelijk om grote stappen te zetten”, stelt Vandervelpen. “Daarnaast moet ook na de afloop van het project moeite worden gedaan naar opvolging toe.”

Naast sensibilisering en opvolging moet er voldoende budget worden vrijgemaakt. De financiering voor grote projecten komt deels vanuit de provincie, maar loopt ook via andere subsidiekanalen. Zo steunde Europa het Triple C-project, en kan het project Water+Land+Schap rekenen op de steun van de VLM. Toch kunnen landbouwers ook individueel aan de slag gaan. De Vlaamse Overheid subsidieert immers de plaatsing van stuwtjes via de niet-productieve investeringssteun voor landbouwers. Daarbij geldt momenteel nog wel een budgetbeperking van 2.350 euro, en valt de administratie en de plaatsing onder de verantwoordelijkheid van de aanvrager. Die moet hierbij rekening houden met het feit dat voor het plaatsen van een stuw een omgevingsvergunning vereist is. Er moet ook een machtiging worden bekomen bij de verantwoordelijke waterloopbeheerder, maar deze is ondertussen geïntegreerd in de omgevingsvergunning. “Belangrijk is ook om aan de verantwoordelijke instantie na te vragen of het plaatsen van een stuw op een bepaalde locatie zijn nut zal hebben. En om conflicten te vermijden is het aangewezen om alle aangelanden op voorhand te betrekken, ook met het oog op het beheer van de stuw”, geeft Vandervelpen nog mee.

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken