Startpagina Recht

Erfdienstbaarheden in het nieuwe goederenrecht

De afgelopen weken stonden we al meermaals stil bij de wijzigingen die het ‘Boek 3. Goederen’ in het nieuwe Burgerlijk Wetboek aanbrengt. En uiteraard is er daarbij ook aandacht voor het belangrijke aspect van de erfdienstbaarheden. De wetgever koos ervoor om dicht bij de bestaande regels te blijven, maar wijzigde toch een aantal belangrijke zaken.

Erfdienstbaarheden worden door de wetgever voortaan gedefinieerd als een last op een onroerend goed, het lijdend erf, tot gebruik en tot nut van andermans onroerend goed, het heersend erf. Deze definitie wordt de nieuwe bepaling art. 3.114, eerste lid nieuw Burgerlijk wetboek. Met deze definitie heeft de wetgever ervoor gekozen om de vereiste van een heersend en lijdend erf te behouden. Ondanks deze duidelijke keuze voor een continuïteit inzake erfdienstbaarheden heeft de wetgever ook een aantal moderniseringen aangebracht. Voortaan zijn...

Dit artikel is alleen voor abonnees

U heeft uw maandelijkse limiet van gratis beschikbare artikels bereikt

Abonneer nu

Al abonnee of geregistreerd?

Log in of Activeer uw abonnement
Meest recent Bekijk al het nieuws >

Lees ook in Recht

Voorkooprecht bij verkoop aan de overheid voor bebossing of natuurrealisatie

Recht Onder het Vlaams Pachtdecreet bleef het principieel voorkooprecht van de pachter behouden. Er werden wel 2 bijkomende uitzonderingen op dit principe ingevoerd. In Landbouwleven van 5 december 2024 behandelden we al de nieuwe uitzondering van de zogenaamde ‘pensioenboer’. Onder het Vlaams Pachtdecreet verliest een pachter ook zijn voorkooprecht als het gepachte goed wordt aangekocht door een overheid met oog op bebossing of natuurrealisatie. Hierbij geldt wel een belangrijk voorbehoud in de figuur van de leefbaarheidstoets.
Meer artikelen bekijken