Startpagina Melkvee

Welke kansen biedt Wallonië voor melkveebedrijven?

Vlaamse melkveebedrijven hebben het tegenwoordig zeer moeilijk om aan alle verstrengde maatregelen te voldoen. In Wallonië biedt het wettelijk kader meer en goedkopere mogelijkheden. Daarom lichtte Carl De Braeckeleer van studie- en adviesbureau DLV in een webinar de regelgeving voor de melkveehouderij in Wallonië toe.

Leestijd : 4 min

Jonge ondernemers die plannen hebben om te groeien in de melkveehouderij, lopen snel tegen beperkingen aan. Het herlocaliseren van het jongvee naar Wallonië kan volgens De Braeckeleer een oplossing bieden. Zo kan men de ammoniakemissierechten in Vlaanderen volop benutten voor het melkvee.

Milieuvergunning

In Wallonië wordt je bedrijf ingedeeld in verschillende klassen naargelang de grootte van het bedrijf en de leeftijd van je dieren. Wanneer je in klasse 3 zit, kan je in Wallonië vrij gemakkelijk aan een milieuvergunning geraken. Je moet al meer dan 500 runderen hebben om in klasse 1 te belanden.

Als een bedrijf in Wallonië volledig in agrarisch gebied gelegen is, en de dieren ouder zijn dan 6 maanden, dan geldt de onderverdeling in klassen volgens tabel 1. Er is geen klasse 2 in agrarisch gebied.

3310-DIEREN1 (2)

Zijn de dieren minder dan 6 maanden oud, dan beland je pas in klasse 1 bij meer dan 1.000 kalveren (zie tabel 2). In Wallonië hoef je je dieren niet de cumuleren. Dat betekent dat je bijvoorbeeld 200 dieren jonger dan 6 maanden kan houden en 400 dieren ouder dan 6 maanden. Er is dus veel kans om in klasse 3 terecht te komen, wat de vergunningsaanvraag in Wallonië veel gemakkelijker maakt dan in Vlaanderen.

3310-DIEREN2 (2)

In Wallonië wordt wel veel rekening gehouden met woonzones die in de buurt liggen. Als een woonzone, een openbare dienstzone, een woning van derden buiten de landbouwzone, een recreatiezone of ‘zone de logement’ te dichtbij ligt, daalt de bovengrens van elke klasse sterk. Dan kom je snel in een andere klasse terecht. Zie tabel 3 en 4 voor de regelgeving ten opzichte van woonzones.

3310-DIEREN3 (4)
3310-DIEREN3 (3)

Mestopslag

Als landbouwer heb je in Wallonië geen milieuvergunning nodig voor het stockeren van je eigen mest”, legt De Braeckeleer uit. “Daar gaat men ervan uit dat je mestopslag hebt als je dieren hebt. Als jouw bedrijf niet in agrarisch gebied gelegen is, heb je wel een vergunning nodig. Bij een opslag tussen 10 m3 tot 500 m3 zit je in klasse 3, bij meer dan 500 m3 ga je naar klasse 2. Wens je mest van derden te stockeren dan heb je wel een milieuvergunning nodig.

Voor het stockeren van stalmest op een kopakker heb je ook geen vergunning nodig, tenzij die op minder dan 50 m van een woning van derden gelegen is. In dat geval heb je een vergunning van klasse 3 nodig. In Vlaanderen is het verboden om mest te stockeren op minder dan 100 m van een woning. In Wallonië kan dat dus wel.

Aan boorputten moet je zeker aandacht besteden als je in Wallonië start. Een boorput moet geboord worden door een bekende Waalse boorder. Kijk dus zeker na dat jouw boorder ook daar erkend is. De regels rond de perimeter rond een waterwinning zijn strenger in Wallonië. Rond een waterwinning moet een veiligheidsperimeter zijn van 10 m. In tegenstelling tot Vlaanderen kan je dus niet langs de put rijden en kan je die ook niet vlak naast een gebouw plaatsen.”

Mestafzet

“Het mestdecreet in Wallonië bepaalt dat de maximale norm voor uitrijding van mest ligt op 115 kg N/ha voor akkerland en 230 kg N/ha voor grasland in de niet-kwetsbare zone”, gaat De Braeckeleer verder. “In de kwetsbare zone is dat maximum 170 kg N/ha. Door elk jaar aangifte te doen van je gronden, veebezetting en dergelijke, toon je aan dat je afzet in evenwicht is met je bedrijf. Wanneer je onvoldoende grond hebt, moet je via afzetcontracten aantonen dat er toch voldoende afzet is. In Wallonië bestaat een wisselmarkt waar landbouwers afspraken met elkaar maken over mestafzet. Vaak gebeuren er burenregelingen met een uitwisseling van stro en mest. In Wallonië zijn er dus ook strikte regels rond mestafzet, maar het gaat allemaal wel een stuk gemakkelijker en goedkoper dan in Vlaanderen.”

De beste startplaats

Een bestaande boerderij met een vergunning voor een waterput is volgens De Braeckeleer de beste startplaats voor een landbouwer in Wallonië. “Als dat niet lukt, ga je best op zoek in agrarisch gebied naar een grond die gelegen is op meer dan 125 m van een woonzone. Dat is de limiet voor de melkveehouderij. Zo profiteer je toch van die hogere drempelwaarden. In Wallonië probeert men ook sterk de wildgroei van landbouwgebied tegen te gaan, dus een bedrijf opstarten in het midden van velden zal moeilijk worden.”

Tijdsduur aanvraag

“Na een aanvraag in klasse 3 moet je ongeveer 30 dagen wachten op een goedkeuring. Je kan je jongvee dus al na 30 dagen huisvesten. In klasse 2 krijg je de goedkeuring tussen 90 en 120 dagen. Die tijdsduur valt te vergelijken met die van een omgevingsvergunning Vlaanderen. Bij een aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning is de termijn afhankelijk van verschillende zaken, zoals of de gemeente al dan niet ontvoogd is. Die termijn kan sterk verschillen van 35 dagen tot 130 dagen.

Ook Wallonië heeft een VLIF-systeem, genaamd AIDA. De gelijkenissen tussen de 2 zijn groot. Aanvragen kunnen ingediend worden tot 31 december 2022, de aanvrager moet aan specifieke criteria voldoen, en er zijn 4 selectieperiodes van 3 maanden per jaar. Ook in Wallonië horen daar formulieren bij die ingevuld moeten worden. Voor de eerste installatie-steun kun je rekenen op maximum 70.000 euro. Je kan ook investeringssteun aanvragen tussen 5.000 en 350.000 euro exclusief btw. Afhankelijk van het type investering kan er tot 40% steun bekomen worden.

De zaken waar je steun voor kan krijgen, zijn ongeveer dezelfde als die van Vlaanderen. “Wallonië biedt dus zeker kansen, maar heeft ook verschillende strenge wetgevingen. Het is niet het land van melk en honing, maar het is daar een stuk gemakkelijker en goedkoper werken”, aldus De Braeckeleer.

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken