Startpagina Wetgeving

Nachtelijke oogstwerkzaamheden: geen deugd, wel een noodzaak

Vorig najaar ving onze redactie een aantal echo’s op over klachten tegen landbouwers en loonwerkers die tijdens de nachtelijke uren de oogstwerkzaamheden of het laden van de suikerbieten bleven voortzetten. Blijkbaar kwam er in sommige gemeenten protest van buurtbewoners die de politie om een tussenkomst vroegen. Wij onderzochten voor u hoe de vork juist aan de steel zit.

Leestijd : 3 min

Wanneer tussen 2 partijen een louter burgerrechtelijk geschil bestaat, zal de politie zich in principe onthouden van enige tussenkomst. Bij klassieke burenruzies komt de politie bijvoorbeeld niet tussen zo lang geen van beide kemphanen een misdrijf begaat.

Strafrecht

In principe zal de politie slechts tussenkomen en een proces-verbaal opstellen als er sprake is van een inbreuk op de strafwet. De eerste vraag die zich stelt, is dan ook of een loonwerker of landbouwer een strafbepaling overtreedt door ’s nachts voort te werken.

Hoewel er in principe geen vergunning nodig is om ’s nachts landbouwwerkzaamheden uit te voeren, zijn er toch verbodsbepalingen waar een straf aan gekoppeld is, die mogelijk toepasbaar zijn.

Nachtrumoer

Zo voorziet artikel 561 van het Strafwetboek een geldboete van 10 tot 20 euro en een gevangenisstraf van 1 dag tot 5 dagen of een van die straffen, alleen voor zij die zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer dat de rust van de inwoners kan verstoren. In geval van herhaling kan naast de geldboete ook een gevangenisstraf van ten hoogste 9 dagen worden uitgesproken.

De geldboetes die het Strafwetboek vermeldt, moeten wel vermenigvuldigd worden met 8 omwille van het systeem van de zogenaamde opdeciemen. Deze factor 8 dient ervoor om de geldboetes te actualiseren.

Zowel het begrip nacht als het begrip rumoer worden door het Strafwetboek niet verder uitgelegd of gedefinieerd. Het zal dus aan elke strafrechter toekomen om te beoordelen of een bepaalde gedraging als nachtrumoer wordt aanzien dat de rust van de inwoners kan verstoren.

Reeds in 1980 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat storend nachtgerucht veroorzaken, dat met de normale uitoefening van een beroep noodzakelijk gepaard gaat, niet strafbaar is, wanneer de dader de gepaste maatregelen heeft getroffen om de nachtrust van de buren niet te storen. Deze rechtspraak werd later nog herhaald.

Volgens ons moet het verstoren van de rust van de inwoners ook worden afgetoetst aan de plaats waar de klager juist woont. In het kader van overlast door vergunningsplichtige activiteiten werd in het verleden reeds meermaals geoordeeld dat van een bewoner van het agrarisch gebied mag verwacht worden dat hij meer kan verdragen, omdat hij ook de voordelen geniet van wonen op het platteland.

Bovendien mag niet uit het oog verloren worden dat de oogstwerkzaamheden door een beperkt aantal mensen met een beperkt aantal oogstmachines op een korte tijd moeten worden uitgevoerd. In die korte periode gebeurt het dag en nacht doorwerken dan ook noodgedwongen.

Tegen deze achtergrond lijkt het ons weinig waarschijnlijk dat een strafrechter een loonwerker of landbouwer zal veroordelen voor de normale en dringende oogstwerkzaamheden.

Politiereglement

Naast het Strafwetboek dat in heel België geldt, heeft zowat elke politiezone zijn eigen politiereglement. In dergelijk politiereglement staan heel wat specifieke verbodsbepalingen, zo ook voor nachtrumoer of nachtgerucht.

Gelukkig wordt in deze politiereglementen dikwijls een uitzondering gemaakt voor landbouw-, tuinbouw- en bosbouwwerktuigen die worden aangewend in het kader van een bedrijfsexploitatie onder normale omstandigheden. Zo stelt bijvoorbeeld de politiezone Vlaamse Ardennen principieel nachtrumoer strafbaar, maar geldt een uitzondering voor het normale gebruik van machines in de brede landbouwsector.

Burenhinder?

Tot slot zou, weliswaar zonder de tussenkomst van de politie, een klager zich ook tot de vrederechter kunnen wenden om een verbod te laten opleggen voor het uitvoeren van lawaaiverwekkende activiteiten bij nacht. In theorie is dit mogelijk op basis van het nieuwe artikel 3.101 ‘Bovenmatige burenhinder’ van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel voorziet evenwel ook uitdrukkelijk dat om de bovenmatigheid van de hinder te beoordelen, rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, zoals het tijdstip, de frequentie en de intensiteit van de hinder, de eerstingebruikneming of de publieke bestemming van het onroerend goed van waaruit de hinder wordt veroorzaakt.

Het lijkt ons weinig waarschijnlijk dat een vrederechter in het licht van deze wettelijke criteria de hinder die een buurtbewoner van een landbouwperceel 1 of 2 nachten per jaar moet ondergaan als bovenmatig zal beschouwen.

Jan Opsommer

Lees ook in Wetgeving

Pelt-arrest verontrust landbouwbedrijven

Wetgeving De Vlaamse overheid bekijkt of er nood is aan verduidelijking over de milieutechnische eenheid in het kader van de vergunningsverlening van waterwinningen. Het Pelt-arrest over grondwaterwinningen verontrust landbouwbedrijven met meerdere grondwaterwinningen.
Meer artikelen bekijken