Startpagina Recht

Naar een betere bescherming voor de producent van landbouwproducten

In het Belgisch Staatsblad van 15 december 2021 verscheen de wet van 28 november 2021 tot omzetting van de richtlijn 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken en de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen en tot wijziging van het Wetboek van Economisch recht. Dat is een hele mond vol voor de wet die de producenten en leveranciers van agrovoedingsproducten beter moet beschermen.

Leestijd : 3 min

De nieuwe wet is dus gebaseerd op een Europese richtlijn. Een Europese richtlijn is een wetgevend instrument van de Europese Unie om de nationale wetgevingen binnen de Unie op elkaar af te stemmen. De richtlijn 2019/633 moet heel specifiek zorgen voor een bescherming voor de producenten en leveranciers van landbouwvoedingsproducten. Meer in het bijzonder wil men de leveranciers van agrovoedingsproducten beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken die hun afnemers zouden begaan.

Voor wie?

De wettelijke bescherming is bedoeld voor de producenten en leveranciers van agrovoedingsproducten, al is er wel een limiet. De omvang van het bedrijf van de leverancier bepaalt immers of hij al dan niet onder de bescherming van deze richtlijn en huidige nieuwe wet valt. Alleen leveranciers met een jaarlijks omzetcijfer kleiner dan 350.000.000 euro zullen worden beschermd, met uitzondering van de landbouwcoöperatieven, die allemaal worden beschermd.

Welke bescherming?

De wet voorziet een bescherming door het opsommen van verschillende verboden oneerlijke handelspraktijken. Er wordt gewerkt met 2 soorten oneerlijke handelspraktijken, met name deze die in alle omstandigheden verboden zijn en deze die vermoed worden oneerlijk te zijn, tenzij ze eerder duidelijk en ondubbelzinnig zijn overeengekomen in een leveringsovereenkomst. Dat betekent dat een aantal praktijken per definitie als verboden worden beschouwd, daar waar van de overige praktijken wordt aangenomen dat deze in het kader van het sluiten van een overeenkomst kunnen getolereerd worden.

Absoluut verboden

Op de lijst van de absoluut verboden praktijken staat dat de betalingstermijn maximaal 30 dagen mag zijn voor zowel bederfelijke als niet-bederfelijke landbouw- en voedingsproducten. Daarnaast is een annuleringstermijn korter dan 30 dagen voor landbouw- en voedingsproducten verboden. Ook de eenzijdige wijziging van een essentiële voorwaarde van de leveringsovereenkomst is een absoluut verboden oneerlijke handelspraktijk. Het vragen van betalingen die geen verband houden met de verkoop van landbouw- en voedingsproducten van de leverancier staat eveneens op de zogenoemde zwarte lijst. Ook mag een afnemer van voedingsproducten de verlies- of bederfkosten niet afwentelen op zijn leverancier. Het is eveneens verboden om de schriftelijke bevestiging van de voorwaarden van de leveringsovereenkomst te weigeren. Leveranciers mogen ook niet dreigen met vergeldingsmaatregelen en tot slot is het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen in alle omstandigheden een verboden oneerlijke handelspraktijk.

Deze voormelde praktijken kunnen dus onder geen beding worden gesteld en zullen altijd worden gesanctioneerd.

In principe verboden, maar...

Naast de praktijken die in alle omstandigheden verboden en oneerlijk zijn, bestaat dus ook een beperkte categorie van praktijken die in principe vermoed worden oneerlijk te zijn, doch waarvan de partijen kunnen afwijken in een leveringsovereenkomst.

Het gaat daarbij om het retourneren van onverkochte producten zonder enige vergoeding, het vragen van een vergoeding voor opslag, uitstalling, opname of aanbieding en het verplicht doen mee financieren van kosten, promotieacties of producten. Ook het vragen van een betaling door de leverancier voor reclamekosten of marketingkosten voor landbouw- en voedingsproducten staat op deze zogenoemde grijze lijst. Tot slot is het vragen om betaling van personeel dat voor inrichting van ruimten bestemd voor de verkoop van producten van de leverancier wordt gebruikt, verboden, behoudens andersluidende uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst.

Al van kracht

Hoewel de richtlijn eigenlijk voorzag dat België tegen 1 november 2021 haar nationale wetgeving moest hebben aangepast, voorziet de pas ingevoerde wet niet in een terugwerkende kracht. De wet is volgens het normale regime 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van toepassing geworden.

Jan Opsommer

Lees ook in Recht

Omgevingsvergunningsprocedure wordt vereenvoudigd

Recht Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wil de omgevingsvergunningsprocedures drastisch vereenvoudigen tot één basisprocedure. Ook het milieueffectenrapport mag voor haar een heel stuk eenvoudiger worden.
Meer artikelen bekijken