Startpagina Maïs

Hoe presteerden de korrelmaïsrassen in 2021?

Na een eerder artikel over de opbrengst van de kuilmaïsrassen, snijden we in dit artikel de rassenkeuze voor de korrelmaïsrassen aan.

Leestijd : 9 min

De korrelmaïsrassen werden getest in het normaal netwerk van Varmabel bij de post-inscriptierassenproeven in 2021.

Een goed rendement gecombineerd met een laag vochtgehalte van de korrel vormen de basiscriteria om rassen te kiezen. Andere parameters zoals gevoeligheid voor stengelrot, builenbrand en legervastheid zijn echter ook van belang, samen met een stabiele opbrengst over meerdere jaren.

Opbrengst en vochtgehalte

Een hoge korrelopbrengst is voor elk korrelmaïsras uiteraard van groot belang. Voor CCM en de verkoop voor bio-ethanol of biogas blijft dit de belangrijkste parameter. Dit is wel in de veronderstelling dat het als korrelmaïsras onder normale omstandigheden een vochtgehalte van 30-35% moet behalen. Voor te drogen graan zou het vochtgehalte in het ideale geval lager dan 30% moeten zijn bij de oogst.

In de omstandigheden van 2021 zagen we dat deze gangbare streefdoelen voor de vochtgehaltes in de praktijk soms zeer moeilijk te behalen waren. De laatste jaren werd er soms al eens sneller naar de latere korrelmaïsrassen gegrepen. Een laat jaar zoals 2021 illustreert nog maar eens de meerwaarde van de vroegrijpe groep van de korrelmaïsrassen. Bij deze vroege rassen worden de droogkosten maximaal beperkt in het geval van een verkoop als droog graan. Het vochtgehalte bij de oogst blijft dus een zeer belangrijke factor bij de keuze van een korrelmaïsras.

De natte en koude omstandigheden van het teeltjaar 2021 vormden een totaal andere uitdaging voor de maïsplanten vergeleken met de 2 voorgaande warme en droge teeltseizoenen. In de meerjarige synthese zien we voor een aantal rassen grote schommelingen in de resultaten van jaar tot jaar. Dat toont eens te meer aan dat regelmatige resultaten in wisselende teeltomstandigheden een niet te onderschatten goede eigenschap zijn voor een ras.

Legervastheid en stengelbreuk

Gezien korrelmaïs tot in een verge-vorderd rijpheidstadium op het veld moeten blijven staan, is een goede legervastheid belangrijker dan voor kuilmaïs. In 2021 kon men op een groot aantal geoogste locaties grote rasverschillen voor stengelbreuk observeren. Mechanische legering kwam in 2021 op een beperkt aantal locaties voor en de aantasting bleef doorgaans beperkt tot enkele procenten.

Stengelrot

De gevoeligheid voor stengelrot blijft een belangrijk criterium bij de rassenkeuze voor korrelmaïs. Jaarlijks stellen we tussen de geteste variëteiten verschillen vast in de aantastingsgraad met fusarium. Bij sommige gevoelige rassen komt de ziekte slechts in een laat stadium tot uiting. Bij deze rassen voorziet men het best een vroege oogst (bijvoorbeeld als CCM). Als men na korrelmaïs tarwe wil inzaaien, moet men zeker kiezen voor de meer tolerante rassen. Ook moet de nodige aandacht besteed worden aan het onderwerken van de gewasresten.

Builenbrand

2021 was een jaar met een eerder gemiddelde aanwezigheid van builenbrand. Builenbrand ontwikkelde zich voornamelijk op de stengels, wat voor korrelmaïs een minder groot probleem betekent. Doorgaans bleef de aantasting op de proefpercelen beperkt tot enkele procenten van het aantal planten, maar in de praktijk kwam de aantasting soms wel op grote schaal voor bij meer gevoelige rassen.

Er zijn duidelijk verschillen tussen rassen voor het ontwikkelen van builenbrand op voornamelijk kolf of stengel. Het is evident dat bij korrelmaïs vooral builenbrand op de kolf voor opbrengstverliezen en problemen zorgt. Bij de tellingen op korrelmaïsrassen wordt enkel naar aantasting op de kolven gekeken.

Voor toepassing als CCM is een hoge korrelopbrengst van groot belang.
Voor toepassing als CCM is een hoge korrelopbrengst van groot belang. - Foto: LDG

Welke rassen kunnen we zaaien in 2022 ?

Bevestigende rassen: Farmoritz, KWS Iconico, DKC2990, Farmueller, Volney, Kokuna, EC Gisella, Lacorna, LG31238, Digital, Micheleen en Privat.

Farmoritz werd een derde jaar getest in het normaal netwerk en bevestigt opnieuw zijn uitstekend resultaat. Het ras eindigt op de tweede plaats in de rangschikking voor de korrelopbrengst aan 15% vocht. Met een vochtgehalte bij de oogst dat wat hoger is dan de standaardrassen behaalt het ras nog steeds een zeer goede financiële opbrengst. Het ras moet wel enkele rassen met een lager vochtgehalte laten voorgaan in de klassering van de financiële opbrengst.

Na de nieuwkomer Bismark en het ras Farmoritz, vervolledigt KWS Iconico de top 3 voor de korrelopbrengst. De 3 rassen liggen nek aan nek wat betreft de opbrengst. KWS Iconico heeft een laag vochtgehalte bij de oogst, waardoor het de hoogste financiële opbrengst behaalt.

Het ras DKC2990 behaalde in zijn derde testjaar in het normaal netwerk zijn beste opbrengsten van de afgelopen 3 jaar. De drogere teeltomstandigheden van 2020 en 2019 waren uitdagender voor het ras, maar in de nattere omstandigheden van 2021 kwam het opbrengstpotentieel wel tot zijn recht. DKC2990 heeft bovendien een zeer laag vochtgehalte bij de oogst, waardoor het naar de tweede plaats springt in de klassering op basis van de financiële opbrengst. Deze vroegrijpheid van de korrel stellen we ook in de voorgaande jaren vast.

Farmueller en Volney hebben een zeer goed en vergelijkbaar opbrengstpotentieel. Volney is met een 4de jaar in het normaal netwerk met telkens vrij stabiele en goede resultaten ondertussen een vaste waarde geworden. Beide rassen combineren hun uitstekende opbrengsten met een vochtgehalte dat iets hoger ligt dan dat van de standaardrassen. Beide rassen komen uit op een goede financiële opbrengsten. Volney springt in het klassement over Farmueller omwille van een lager vochtgehalte.

Kokuna is nog een ras met een zeer goed opbrengstpotentieel. Kokuna beschikt wel over een minder gunstig vochtgehalte bij de oogst en zakt zo onder het niveau van de standaardrassen op het vlak van financiële opbrengst. Bij een toepassing als vochtig graan speelt de vroegrijpheid een veel minder belangrijke rol en kan het ras beter zijn opbrengstpotentieel uitspelen.

De rassen EC Gisella en Lacorna werden voor het tweede jaar getest in het normaal netwerk. Beide rassen komen van dezelfde zaadfirma en hebben een zeer gelijkend profiel: een zeer goede graanopbrengst gekoppeld aan een vochtgehalte onder het niveau van de standaardrassen. Hierdoor komen EC Gisella en Lacorna uit op een financiële opbrengst op het niveau van de standaardrassen.

LG31238 staat voor het derde jaar in proef en zit wat betreft graanopbrengst op het niveau van EC Gisella en Lacorna. LG31238 beschikt over een lager vochtgehalte bij de oogst en op deze manier wordt dit ras interessanter bij een toepassing als te drogen graan.

De rassen Digital, Micheleen en Privat staan reeds 3 jaar in proef en hebben een vergelijkbaar goed opbrengstpotentieel. Micheleen beschikt bovendien over een laag vochtgehalte bij de oogst en haalt zo goede resultaten wat betreft financiële opbrengst.

Ten slotte vermelden we nog de rassen LG 31225, DKC2788, SY Telias en Benedictio KWS. Dankzij hun lage vochtgehalte bij de oogst scoren deze rassen goed wat betreft de financiële opbrengst.

Interessante nieuwigheden: Bismark, ES Traveler, LG 31240, P8271, Ashley, DS1897B, ES Myfriend en P8752.

De proefresultaten tonen aan dat heel wat rassen die al enkele jaren meelopen zich nog goed kunnen meten met de nieuwkomers in het normaal netwerk. Toch zien we elk jaar opnieuw genetische vooruitgang bij de nieuwe inschrijvingen in het Varmabel-netwerk. Meestal gaat het dan om rassen die al een eerste succesvol testjaar in het voorlopig netwerk achter de rug hebben. Als we de evoluties van de meerjarige resultaten van de afgelopen 9 jaren analyseren, dan stellen we vast dat het proefgemiddelde van het normaal netwerk korrelmaïs gemiddeld met 1,7% per jaar toeneemt voor de parameter opbrengst aan 15% vocht. Dit komt neer op een stijging van ongeveer 200 kg droog graan per ha. Het is dus geen verrassing dat de helft van de top 6 van het normaal netwerk in 2021 uit nieuwe rassen bestaat. Door de steeds uitdagender wordende teeltomstandigheden als gevolg van de toename van abiotische stress blijft de parameter stabiliteit over meerdere jaren wel belangrijk. We kunnen de rassen dus pas helemaal op hun kwaliteiten beoordelen in een tweede of derde testjaar.

Bismark komt als nieuwkomer meteen op de eerste plaats binnen van het klassement van 2021 voor de korrelopbrengst. Het gemiddelde vochtgehalte van het ras bij de oogst is wel vrij hoog, maar desondanks haalt het ras nog een uitstekende financiële opbrengst dankzij het hoge opbrengstpotentieel. Door het laatrijp karakter van Bismark is het ras minder geschikt als te drogen graan, zeker in een teeltjaar zoals 2021 met een late en trage afrijping. Bij een toepassing als CCM kan het ras wel al zijn sterktes uitspelen.

ES Traveler en LG 31240 zijn 2 interessante nieuwkomers in het normaal netwerk, met respectievelijk een vijfde en een zesde plaats in het normaal netwerk. Qua vroegrijpheid heeft ES Traveler eerder een laatrijp profiel en is het ras eerder geschikt voor een toepassing als CCM. Zelfs in de omstandigheden van 2021 (met een traag teeltverloop) behaalt het ras wel nog steeds een goede financiële opbrengst. LG 31240 scoort uitstekend wat betreft de financiële opbrengst dank zij een lager vochtgehalte.

De rassen P8271 en Ashley hebben een vergelijkbare, zeer goede graanopbrengst. P8271 haalt een goed financieel rendement bij een gemiddeld vochtgehalte bij de oogst. Ashley haalt mede dankzij een veel lager vochtgehalte bij de oogst een uitstekende derde plaats in de rangschikking van de financiële opbrengst.

De nieuwkomers DS1897B, ES Myfriend en P8752 beschikken over een goede graanopbrengst bij 15% vocht. De 3 rassen zijn vooral geschikt voor een oogst als vochtig graan. ES Myfriend heeft een beter vochtgehalte en is daarom ook nog geschikt als te drogen graan.

Als laatste nieuwigheid vermelden we ES Fieldgold. Het ras beschikt over een gemiddeld tot goede graanopbrengst. Door het lage vochtgehalte bij de oogst is het ras zeker interessant als te drogen graan, met een goede financiële opbrengst.

Onder meer de rassen Micheleen en LG 31238 (beide vroege kuilmaïs), DS1897B en EC Gisella (halfvroeg), Bismark, Farmoritz en Lacorna (3 halflate rassen) zijn geschikt al dubbeldoelrassen. Voor dubbeldoelrassen kiest men het best voor rassen die op de eerste plaats goed scoren als korrelmaïs en daarnaast ook beschikken over een goed opbrengstpotentieel als kuilmaïsras. Bij de halflate kuilmaïsrassen moet men wel het voorbehoud maken dat de droogkosten bij een oogst als te drogen korrelmaïs aan de hoge kant kunnen zijn in een jaar met gemiddeld hoge vochtgehaltes.

Ziektedruk

In 2021 was de waargenomen ziektedruk in de proefvelden wat betreft stengelrot, builenbrand en legering eerder beperkt, ondanks dat men in de praktijk soms wel problemen kon vaststellen. Op 4 van de 6 geoogste proeven van het normaal netwerk korrelmaïs kon men uitgebreide waarnemingen doen wat betreft stengelbreuk. Van de rassen met een goede opbrengst hadden de volgende rassen het minst te kampen met stengelbreuk: Bismark, Farmoritz, DKC2990, Kokuna, Ashley, LG 31238, LG 31225, P9042, KWS Camillo, DKC2788 en Benedictio KWS. De rassen ES Traveler, P8271, Lacorna, ES Fieldgold, ES Perspective, ES Submarine en P8307 vertoonden dan weer de hoogste gevoeligheid voor stengelbreuk. Verder hadden KWS Iconico, EC Gisella, Privat, P8752, SY Enermax, ES Katmandu en RGT Maxxatac te kampen met een matige aanwezigheid van planten met stengelbreuk.

Een laat jaar zoals 2021 illustreert de meerwaarde van de vroegrijpe groep van de  korrelmaïsrassen.
Een laat jaar zoals 2021 illustreert de meerwaarde van de vroegrijpe groep van de korrelmaïsrassen. - Foto: TD

Opbouw van het proefveldnetwerk

In het kader van het Varmabel netwerk werden – net zoals voor de kuilmaïs – door het CIPF en LCV samen de post-inscriptie- rassenproeven van het normaal netwerk korrelmaïs aangelegd. De coördinatie van het netwerk en het synthetiseren van de resultaten gebeurt door het CIPF.

In het normaal netwerk worden de betere korrelmaïsrassen van de afgelopen jaren uitgezaaid samen met de koplopers van het CIPF voorlopig netwerk van 2020. Daarbij komen nog de recent op de Belgische rassencatalogus ingeschreven hybriden en ten slotte nog een aantal goed presterende rassen die in 2020 hun eerste jaar meeliepen in de officiële rassenproeven. De proefvelden voor dit netwerk worden aangelegd op 9 locaties in Laag- en Midden-België (6 CIPF, 3 LCV). Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van alle landbouwstreken.

Alle korrelmaïsrassen worden gerangschikt op basis van opbrengst per ha (aan 15% vocht van de korrel). Op de website van het CIPF en LCV kan je ook een sortering op basis van financiële opbrengst in euro/ha terugvinden. De financiële opbrengst geeft de verkoopprijs van het graan weer met de droogkosten (berekend volgens de Fegra/Synagra-normen) in rekening gebracht.

In het normaal netwerk van 2021 werden 54 korrelmaïsrassen getest. Van de 9 uitgezaaide locaties in de verschillende landbouwstreken in Laag- en Midden-België werden wegens het wegvallen van de locaties op leemgrond (wegens vogelschade) enkel resultaten van locaties op zand- en zandleemgrond opgenomen in de syntheses van 2021. Finaal werden de oogstgegevens gesynthetiseerd van de volgende proeflocaties: Adegem, Boutersem, Kaulille, Tongerlo en Zoutleeuw (5x CIPF) + Lendelede (LCV). De verschillende rassen werden vergeleken ten opzichte van 4 standaardrassen (ES Perspective, Figaro, KWS Iconico en SY Calo). De standaardrassen zijn rassen die reeds meerdere jaren getest zijn en worden gekozen omwille van hun regelmatige en bevredigende eigenschappen voor de belangrijkste rascriteria. De gemiddelde korrelopbrengst van de verschillende proeven varieerde van 10,8 tot 14,1 ton per ha (bij 15% vocht) en bij gemiddelde vochtgehaltes bij de oogst, gaande van 31,2% tot 36,7%.

Jurgen Depoorter, Michaël Mary en Guy Foucart (Cipf)

Geert Haesaert, Sofie Landschoot en Gert Van de Ven (LCV)

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken