Stikstofakkoord: nutriëntenemissierechten worden ingeperkt om te sturen op de veestapel
In het Regeerakkoord bepaalde de Vlaamse regering een evaluatie en hervorming van het systeem van de nutriëntenemissierechten. De resultaten van de evaluatie door de Vlaamse Landmaatschappij tonen aan dat de nutriëntenemissierechten er sinds de invoering in 2007 niet in slagen om de veestapel in toom te houden. Er komt een hervorming van het systeem.
Onder meer daardoor kon de veestapel sinds 2007 weer toenemen. Daarom maakt een hervorming van het systeem van de nutriëntenemissierechten deel uit van het Stikstofakkoord dat de regering gisteren sloot. Dat moet bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen op vlak van waterkwaliteit, klimaat en luchtkwaliteit.
Nutriëntenemissierechten creëren groeikansen voor landbouwbedrijven
Nutriëntenemissierechten (NER) zijn productierechten die bepalen hoeveel dieren een landbouwbedrijf maximaal mag houden. De NER zijn ingevoerd in 2007 en hadden als doel een stijging van de mestproductie te voorkomen, zonder afbreuk te doen aan de individuele groeikansen van de bedrijven.
Het systeem van de NER laat echter ook bedrijfsontwikkeling toe. Een landbouwer die meer dieren wenst te houden dan mogelijk volgens zijn beschikbare NER, kan zijn of haar bedrijf uitbreiden door:
• Het overnemen van nutriëntenemissierechten-dieren (NER-D) van andere bedrijven;
• Het verkrijgen van nutriëntenemissierechten-mestverwerking (NER-MVW) mits bijkomende mestverwerking. Dat zijn bijkomende NER die gecreëerd worden.
In 2007 werden de nutriëntenemissierechten-dieren (NER-D) toegekend aan elke landbouwer, op basis van de mestproductie op het bedrijf in het verleden. Initieel waren in 2007, 285 miljoen NER-D beschikbaar in Vlaanderen. Sindsdien is de beschikbare hoeveelheid NER gestegen tot 312 miljoen NER in 2020. Die toename is voornamelijk een gevolg van de mogelijkheid tot uitbreiding mits bijkomende mestverwerking.
Nutriëntenemissierechten houden de veestapel niet in toom
Onder impuls van de uitbreidingsmogelijkheden, groeide de veestapel. Het totaal aantal dieren in Vlaanderen evolueerde van 33 tot 47 miljoen dieren in de periode 2007-2020, vooral door een toename van de pluimveestapel. Ook de mestproductie nam toe in diezelfde periode, van 123 tot 129 miljoen kg N. De nutriëntenemissierechten zorgen er dus niet voor dat de globale mestproductie op Vlaams niveau stagneert, zoals oorspronkelijk de bedoeling was.
Een groot deel van de NER wordt momenteel niet ingevuld. In 2020 telde Vlaanderen bijna 47 miljoen landbouwdieren, overeenkomend met 245 miljoen NER. Uitgezet ten opzichte van de 312 miljoen beschikbare NER in 2020, betekent dit dat 67 miljoen van de beschikbare NER (of 21%) momenteel niet wordt ingevuld. Als die niet-ingevulde nutriëntenemissierechten geactiveerd worden, veroorzaakt dat een grote milieu-impact.
Bijsturing van het instrument nutriëntenemissierechten nodig
Door het aantal dieren te verminderen daalt de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak en draagt die daling bij tot de doelstellingen op het vlak van waterkwaliteit, klimaat en luchtkwaliteit. Het systeem van nutriëntenemissierechten is een gepast instrument om daarvoor in te zetten, op voorwaarde dat het hervormd wordt.
In het Stikstofakkoord van de Vlaamse regering werd daarom, naast onder meer een afbouw van het aantal varkens met 30% tegen 2030, ook beslist om het NER-systeem drastisch in te perken en te hervormen:
-
- De zogenaamde
- Er komt ook
- NER’s worden bovendien gekoppeld aan exploitatienummer om beter te kunnen opvolgen.
U kan het evaluatierapport van de NER hier terugvinden: https://www.vlm.be/nl/SiteCollectionDocuments/Mestbank/Algemeen/Rapport_evaluatie_NER.pdf