Eerste waarnemingen naar bladluizen in wintergranen gestart
Met de zachtere temperaturen, werd tussen 14 en 16 maart de aanwezigheid van bladluizen na de winter geëvalueerd door het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG).

De waarnemingen gebeurden op 32 Vlaamse percelen, 14 percelen wintergerst en 18 percelen wintertarwe
Op 21 van de 32 percelen werden geen luizen waargenomen. In de wintergerst werden op 5 van de 14 percelen enkele bladluizen geteld. Wanneer er bladluizen aanwezig waren, was dit op gemiddeld 0,5 % van de planten met een maximum van 1 % bezette planten. Op 6 van de 18 percelen wintertarwe waren enkele bladluizen aanwezig. Op deze tarwepercelen was gemiddeld 0,4 % van de planten bezet.
Verspreide telling
Het belang van een verspreide telling over het perceel voor een correct beeld, werd tijdens de waarnemingen nogmaals bevestigd. Langs graskanten met hoger gras kunnen gemakkelijk hogere aantallen bladluizen worden waargenomen, wat tot een verkeerd beeld zou kunnen leiden
Het grote aandeel percelen zonder bladluizen en het geringe aantal luizen bij waarneming maakt duidelijk dat een algemene insecticidetoepassing niet nodig is en algemeen niet aangeraden moet worden.