Startpagina Akkerbouw

Bart Debussche: “De boer denkt aan klimaat, maar vindt gewasbescherming een acuter probleem

Droogte was in 2021 eens geen probleem, in tegenstelling tot voorgaande jaren. Toch traden bij verschillende teelten problemen op, zoals de vorming van schimmels. Een goed waterbeheer, zowel bij extreem nat en extreem droog weer, blijft cruciaal. Het onderzoek blijft gaande.

Leestijd : 7 min

K limaatverandering blijft elk jaar een hot topic, maar vorig jaar was het iets minder ‘hot’ dan andere jaren. Er was geen of weinig sprake van droogte. Landbouwers klaagden eerder over te natte omstandigheden. Het veld betreden met machines was duidelijk moeilijker door de verzopen velden. Toch waren er wel wat regionale verschillen, met in Wallonië en het oosten van Brussel de gekende desastreuze toestanden. Ook in West-Vlaanderen, de voornaamste groentestreek, werden er echter wel wat problemen gespot. Landbouwleven sprak met beleidsadviseur openluchtgroenten en bemesting bij Vlaamse Overheid Bart Debussche over de thematiek rond waterbeheer.

LBL: “Vorig jaar was het vaker nat dan droog, je zag dan waarschijnlijk andere problemen dan de droge jaren ervoor?”

BD: “Inderdaad. Door te vochtige omstandigheden was de problematiek van schimmels veel groter. In uien bijvoorbeeld was valse meeldauw heel sterk aanwezig, en dat was de jaren voordien weinig of niet het geval. Dat betekent ook dat er meer behandelingen moesten zijn dan de jaren ervoor.

Dat merkten we ook in het onderzoek: in de droge jaren lukten proeven in uien bij valse meeldauw amper wegens te weinig aantasting, en vorig jaar was er heel veel aantasting. Het verschil tussen de werking van producten was dus ook groter. Het was duidelijk een schimmeljaar, zeker in de zomer. Toen was er niet veel zon en waren er meer natte omstandigheden. Het was vorig jaar duidelijk een goed jaar om fungicideonderzoek te doen.”

Hoe zat het bij andere groenteteelten?

Ook in andere teelten merkten we dat de kwaliteit achteruitging. Als de waterstanden in de bodem te hoog zijn, sterven de wortels af, en ontstaan er kwaliteitsproblemen. Dat was onder andere het geval bij spruitkool in het late najaar. Bij andere teelten viel de schade nog mee, maar waren er andere problemen. Het was vooral omdat het veel regende en omdat het water niet opdroogde, dat men niet tijdig kon planten of zaaien. Echt wateroverlast was er niet geweest in de regio van de groenten. Het viel nog mee als je vergelijkt met Wallonië of rond het Leuvense, waar er echt overlast was. Toch was het planten begin juli moeilijk. Er is laattijdig geplant in bloemkool en prei. Men vreesde voor een erg laat seizoen. Bij bloemkool is dat nog goedgekomen, die heeft uiteindelijk niet veel afgezien. Voor prei had je aanplantingen net voor en net na de vele regens. Ook bij bonen moest men vorig jaar meer behandelen tegen schimmels. Dat heeft ervoor gezorgd dat de teelt duurder was ten opzichte van de andere jaren. Desalniettemin was de productie wel goed.

Zijn er geen groenteteelten die meer kansen krijgen door klimaatopwarming?

Door het warmer wordende weer is de teelt van bataat aan het opkomen. Dat komt niet alleen door klimaatverandering natuurlijk, er is wel degelijk interesse voor. In droge en warme jaren doet bataat het in combinatie met irrigatie wel goed. Vorig jaar was het resultaat minder door het koude voorjaar en de nattere omstandigheden. Een andere groenteteelt die profiteert van het warmere weer is courgette. Courgette is een mediterrane plant en onze levensgewoonten worden de laatste tijd ook meer mediterraans. Mensen kiezen meer voor zomerse en zuiderse smaken. Het areaal beslaat al een aantal jaren zo’n 700 ha in Vlaanderen en blijft vrij stabiel. Het is een plant die het graag warm en vochtig heeft. Het nadeel is wel dat hij gevoelig is voor schimmels.

Wat is beter: te droge of te vochtige omstandigheden?

Dat is een moeilijke én dubbele vraag. Doorgaans zijn op het einde van de rit de drogere jaren de iets betere jaren qua prijsvorming, vaak door een iets beperkter aanbod. Ook ziektebestrijding is minder een issue, insecten zijn dan wel meer een probleem. Bij groenten is de nood aan water wel groot, bij andere teelten is er wat minder nodig. Daarom moet men inspanningen doen om groenten van water te voorzien via irrigatie. Als landbouwer moet je wel doordacht te werk gaan en kijken naar de kosten ten opzichte van de opbrengsten. Gaat het echt om een extreme droogte, en is veel beregening nodig, dan betaal je een hoge kostprijs. En is dat in verhouding met de winsten? Het verschil tussen droogte en te natte omstandigheden is dat te natte omstandigheden vaak plots komen. Dan spreken we ook over overmacht: je kan er niet veel aan doen en je kan moeilijk remediëren. Bij echte wateroverlast kan het zijn dat de teelt op één dag verloren is. Dat is niet het geval bij droogte. Droogte wordt cumulatief opgebouwd. De impact van droogte kan heel groot zijn, maar je merkt wel dat planten zich aanpassen en dat ze zelfs een beetje sterker worden. Als het te lang te droog is, kan de impact toch gigantisch zijn, zoals bij spinazie of bloemkool. Bij droogte kan je echter tenminste water geven als dat er is, bij te natte omstandigheden is het moeilijk om het water te verwijderen.

Lukt dat ook niet met drainage?

Drainage werkt van onderuit. Als het grondwater voldoende hoog staat, dan begint de drainage te werken. Als het op een dag heel veel regent en je veld staat onder water, dan zal drainage niet de oplossing zijn om dat water sneller te doen verdwijnen. De infiltratiecapaciteit van je bodem door een goede bodemstructuur en het vermijden van storende lagen in de bodem is een veel betere remedie om het overtollige water in de bodem te laten dringen.

Zijn er naar waterbeheer nieuwe zaken onderzocht?

Sinds de droogteperiodes in 2016 en de jaren erna is droogte wel op de kaart gezet. Het is een belangrijk onderwerp geworden op alle vlakken. Op onderzoeksniveau zijn er veel projecten opgestart of al uitgevoerd. Er ging veel aandacht naartoe. Ook op beleidsniveau wordt er gediscussieerd: waar haal je water vandaan als het te droog is? Er wordt gekeken naar de mogelijkheden van hergebruik van gezuiverd afvalwater dat een groot volume aan water behelst. Landbouwers zelf hebben ook heel veel geïnvesteerd in wateropslag. In de mate van het mogelijke doen ze zeker inspanningen. Daarnaast is er aandacht voor druppelirrigatie. Er werd heel wat onderzoek naar gedaan en ook telers beginnen er meer en meer op in te zetten. Druppel-irrigatie biedt wel wat voordelen, maar het is niet heiligmakend. Eens de druppelslangen op het veld liggen, ben je als landbouwer meer op je gemak: in principe moet je enkel de kraan opendraaien en beginnen. Met druppelirrigatie kun je ook het beschikbare water heel efficiënt inzetten. Bovendien is de energiekost laag door de lage druk. Ten slotte is er minder arbeid nodig in vergelijking met de plaatsing van een haspel na de aanleg van de druppelslangen. Een nadeel is dat je een serieuze kost hebt bij het leggen. De slangen kosten immers geld. Het vraagt ook wel wat controle op het veld om eventuele schade te detecteren. Het is daarenboven een kost die je op voorhand moet maken, zonder dat je weet of je het nodig zal hebben. Het toepassen in teelten waar je bijna zeker moet gaan irrigeren rendeert dan ook sneller, zoals knolvenkel, selder, courgette, … Hergebruik van de slangen is nog iets dat de kost sterk zou kunnen reduceren, maar momenteel worden de meeste maar eenmalig gebruikt wegens een te groot risico op beschadiging bij het oprollen. Het is ook mogelijk om de slangen onder het maaiveld te steken en dan moet die er niet jaarlijks uit. Ondergrondse irrigatie is nog vrij nieuw, en daar doen we in Vlaanderen nog onderzoek naar. Het vraagt ook inspanning om ze er diep in te steken.

Denk je dat watervoorziening een van de grootste uitdagingen is?

Klimaat, bemesting, gewasbescherming, arbeid... het zijn allemaal knelpunten in de landbouw. Gewasbescherming kwam wel duidelijk als grootste zorg naar voor bij de bevraging in polls tijdens onze webinars. Klimaat bleek een veel kleinere zorg. Zelf denk ik dat bij droogte veel geremedieerd kan worden, met kosten weliswaar. Het gebrek aan gewasbescherming geeft meer problemen in de toekomst: bij onvoldoende middelen is het moeilijk om de teelt nog te houden. Mechanische onkruidbestrijding is een deel van de oplossing. In natte omstandigheden is de mechanische onkruidbestrijding wel niet evident, in tegenstelling tot de droge jaren. Er zijn heel wat oplossingen en je voelt dat er evolutie is in bepaalde teelten.

Gewasbescherming kwam wel duidelijk als grootste zorg naar voor bij de bevraging in polls tijdens de webinars.
Gewasbescherming kwam wel duidelijk als grootste zorg naar voor bij de bevraging in polls tijdens de webinars. - Foto: TD

Een bodem van goede kwaliteit is uitermate belangrijk om je te wapenen tegen extreme weersomstandigheden. Landbouwers weten dat en zetten er ook erg op in.

Hoe sta je tegenover biostimulanten?

Uit praktijkonderzoek blijkt meestal dat er niet zo eenduidige of aantoonbare effecten zijn. Er wordt wel meer onderzoek naar gedaan, want er is vaak weinig objectieve ervaring in Vlaanderen. Er zijn wel enkele biostimulanten waarvan wel iets verwacht wordt. Op Europees vlak treedt er op 16 juli dit jaar een verordening in werking in verband met het op de markt brengen van onder andere biostimulanten, zodat de erkenning van deze producten meer geharmoniseerd wordt.

Wat kan de groenteteler het beste doen om groenten te vrijwaren tegen mogelijke stress?

Voor groenten in openlucht kan je zeggen dat de bodem cruciaal is. Organische stof is een belangrijke factor, naast een goede pH en bodemstructuur. Je moet zien dat de teelten door een goede bodem optimaal kunnen groeien en zo kan je de extremen proberen te milderen. Zeker tijdens droogte helpt dat. Bij te veel regen zorgt een kwaliteitsvolle bodem voor een betere infiltratie. Maar eigenlijk is het een en-en-verhaal: als je als landbouwer meerdere maatregelen kan treffen, is dat altijd beter. Een eigen watervoorraad aanleggen is bij groentetelers vaak een noodzaak, zeker tijdens een captatieverbod, maar jammer genoeg is het niet altijd mogelijk om dit te realiseren.

Maar er zijn wel projecten die de landbouwer helpen.

Inderdaad, het Inero-project in Ardooie en het Ciro-project in Limburg zijn grotere projecten die de landbouwer van water kunnen voorzien. Er zijn echter ook een aantal kleinere projecten waarbij een leidingnetwerk wordt aangelegd. Een voorbeeld hiervan is de aanleg van een waterleidingnetwerk rond mestverwerkingsinstallaties. Zo'n projecten vragen wel tijd, maar het zijn zeker duurzame projecten en je legt ze voor een zeer lange periode.

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken