Startpagina Granen

Met teeltplan inspelen op eigen mestaanbod

Naast de zorg voor zijn varkens en vleeskoeien is Tony Hermans samen met zijn familie dit voorjaar druk in de weer met de zorg voor wintergranen en met het injecteren van dierlijke mest.

Leestijd : 6 min

Het familiale, gemengde landbouwbedrijf van de familie Hermans ligt in Beverst, nabij het Limburgse Bilzen. Dit ligt tussen Hasselt en Maastricht (NL). Drie generaties boeren er samen.

De varkens en witblauwe vleeskoeien produceren heel wat mest, die een dankbare grondstof vormt voor de akkerbouwgewassen op het bedrijf. Het teeltplan bestaat uit 20 ha wintergerst, maar niet uit wintertarwe. Dat is zo gekomen omdat het na wintergerst gemakkelijker is om in de zomer nog drijfmest kwijt te kunnen op het land. Wintergerst is immers eerder van het land dan wintertarwe. Ondertussen wordt ook in het voorjaar drijfmest gegeven aan wintergraan.

Verder bestaat het bouwplan nog uit suikerbieten, cichorei en maïs. Een aanzienlijk deel van de maïs is nodig voor het vervoederen aan de eigen runderen. De rest wordt als snijmaïs verkocht aan collega-veeboeren of als korrelmaïs. Maïs biedt dus de nodige flexibiliteit in de bedrijfsvoering. Om de teeltrotatie verder te vergroten wordt nog een deel land verhuurd om aardappelen op te telen. Landbouwleven had een gesprek met Tony Hermans.

LBL: “Tony, op welke grondsoort boer jij en wat zijn de karakteristieken van je percelen?”

TH: “We zitten hier op de overgang van zand naar zandleem. De zandleempercelen zijn doorgaans lager gelegen en natter. Op zo’n 2 m diepte zit een kleilaag die water hoger bovenin vasthoudt. Dat geeft nattere percelen, maar bij extreme droogtes krijgen de gewassen natuurlijk ook last van vochttekort. Ik doe regelmatig een bodemstaalname om zicht te krijgen op de pH en ik bekalk frequent. Ook papier-slib wordt af en toe opengespreid en ik heb stalmest van mijn runderen. Zo werk ik aan het organische- stofgehalte van de bodem. De meeste percelen liggen in bemestingszone, gebiedstype 3. Van erosie hebben onze velden nauwelijks last.

Welke voorteelt plant je voor de wintergerst?

Doorgaans zijn dit aardappelen, grotendeels vroege, zodat ik tijdig de wintergerst kan zaaien. Dit probeer ik toch ergens midden oktober te doen. Na het ploegen kom ik met een rotoreg en een mechanische graanzaaimachine. Het land mag niet te fijn liggen, zodat het bij veel regenbuien niet te snel dichtslaat.

Hoe maak je jouw rassenkeuze?

Door op meerdere plaatsen informatie te gaan inwinnen. Ik doe voor een stuk zelf aan zaadvermeerdering en ga ook rassen kopen. In het verleden heb ik hybridegerst geprobeerd. Ik ga de rassen zeker niet afbreken, maar verbouw ze nu niet meer, omdat het minder in mijn bedrijfsvoering past. Je kan ze niet zelf vermeerderen en mijn ervaring is om dikker te zaaien, dan wat hybriderassen nodig hebben. Eigen aan onze regio is dat het hier meer regent, een soort van microklimaat zeg maar. Hierdoor kunnen de gronden dichtslaan en is het plantaantal na de winter lager. Mijn filosofie is dus, als ik wat dikker zaai, komt het ook na een natte winter nog goed.

Hoe pak je de onkruidbestrijding en bemesting aan?

In het najaar doe ik de onkruidbestrijding en in het voorjaar evalueer ik of een correctiebespuiting nodig is . Dat moet dit jaar niet gebeuren. Voor de bemesting heb ik dit jaar op 8 maart drijfmest gevoerd. Dat is zeugen en biggenmest, een lichter mesttype dan dat van de vleesvarkens. Vlak bij onze boerderij ligt een groot wintergerstperceel, dus daarop kon ik makkelijk een dosering van 21 m3/ha kwijt. Op het ogenblik van de mestinjectie was de bodem goed berijdbaar en was de gerst nog heel klein. Deze is dus amper beschadigd. We zijn nu enkele weken later en aan de gewasstand zie je niet dat we met een mestton over het land zijn gereden. Door het ontbreken van neerslag in maart, zag je wel nog opgedroogde mest liggen 3 weken later. Enkele dagen na de drijfmestgift heb ik met de veldspuit vloeibare ureum gespoten (200 l/ha). De stikstof hieruit is sneller werkzaam voor het graan dan deze uit de drijfmest. Vloeibare meststoffen werken voor mij gemakkelijker. Om vervluchtiging tegen te gaan probeer ik niet in de volle zon te spuiten of tegen het vallen van de avond. De gps-stuurautomaat is hierbij een dankbare hulp. Niet ieder perceel krijgt voornoemde behandeling. Er zijn verder gelegen percelen waar ik enkel vloeibare stikstof heb gespoten en geen drijfmest in het voorjaar heb gevoerd. Die velden scheppen dan de mogelijkheid om na de oogst van de wintergerst nog drijfmest te voeren.

Drie weken na de drijfmestgift stond het wintergerstperceel er mooi en zonder schade bij.
Drie weken na de drijfmestgift stond het wintergerstperceel er mooi en zonder schade bij. - Foto: TD

Krijg je begeleiding voor uw bemestingsplan?

Ja, ik heb analyses van bodemstalen van de Bodemkundige Dienst en hun staalnemer staat mij bij. Ook ken ik de mensen van de Pibo Campus en van B3W. Met drijfmest in het voorjaar werken is ook niet zo simpel. Je moet er immers mee rekening houden dat maar 60% van uw stikstof uit dierlijke mest het eerste jaar vrijkomt. Een goed bemestingsplan vraagt dus wat denkwerk en strategie. Op het perceel wintergerst hier aan de boerderij had ik de afgelopen winter een staalname laten doen met ontleding door de Bodemkundige Dienst van België. Dat wees uit dat het een gunstige zuurtegraad heeft, een goed totaal organische- koolstofgehalte en dat de stikstofindex lager ligt dan normaal. Het stikstofbemestingsadvies bedroeg 142 kg N/ha verdeeld over 2 fracties.

Allereerst heb ik die voornoemde 21 m3/ha varkensdrijfmest gegeven. Rekening houdend met 60% werkzame stikstof, bracht ik hiermee net iets meer dan 41 kg N/ha aan. Zo heb ik het saldo kunnen maken en kunnen berekenen hoeveel kunstmest ik nog kon geven.

De  sleepvoetbemester verdeelt de  drijfmest mooi in de jonge  wintergerst.
De sleepvoetbemester verdeelt de drijfmest mooi in de jonge wintergerst. - Foto: TH

Je hebt ongetwijfeld stevig moeten investeren in het drijfmestgebeuren.

Ja. Twee jaar terug heb ik mijn oude mestton en bouwlandinjecteur vervangen door een nieuwe Joskin ton van 14.500 l en hun Pendislide- sleepvoetbemester. Deze was oorspronkelijk 12 m breed en hebben we verbreed naar 13,5 m. Zo komt dit beter uit met de spuitsporen. Mijn veldspuit heeft een spuitboom van 27 m en heeft dus de dubbele breedte van de mestinjecteur. Het is heel handig dat ik zelf een mestinjecteur heb. Ik zit al met 45 à 50 ha land rond de deur van de boerderij en heb ook mestafzet via burenregeling. Daar zitten enkele landbouwers bij die niet wachten tot een loonwerker tijd heeft en totdat die direct inspelen op een goed moment. Daar kan ik op inpikken met mijn combinatie, die vertrekkensklaar staat. Sommige boeren willen geen grotere machinecombinatie dan de mijne op hun land. Het moet ook gezegd, er staan mooie, 75 cm brede en hoge banden (750/60R30,5) onder de ton met een gestuurde achteras. Het land wordt dus amper beschadigd tijdens de bemesting hiermee. De Pendislide-sleepvoetbemester is heel dankbaar wat betreft vermogensbehoefte. Deze bemester vraagt niet veel pk’s, ten opzichte van een bouwland of schijveninjecteur. Deze kan ik met mijn huidige tractor merkelijk minder makkelijk aan, zeker als ik op heuvelachtig land zit. Zoals nu is het perfect. De John Deere- tractor levert 140 pk en kan met een vermogensboost gaan tot 160 pk. Dat is voor mij ideaal. Als ik mijn verder gelegen percelen moet injecteren, vraag ik er dikwijls een loonwerker bij, die dan het mesttransport voor zijn rekening neemt.

Hoe pak je de andere teelthandelingen in het graan aan?

Ik krijg bijstand van mijn fytoleverancier. In de winter stelt die al spuitschema’s voor en geeft hij de nodige info mee. Afhankelijk van de noden die het seizoen stelt, worden deze schema’s nog aangepast. In mijn wintergerst doe ik maar één keer een groeiregulatie. Ik heb immers graag nog wat stro om mijn witblauw runderen in te laten liggen.

Wat met de oogst en na de oogst?

Een loonwerker komt het graan dorsen en persen. Een deel van het graan gaat naar de handel of komt terug via de veevoeding. Afhankelijk van de bemesting die het perceel reeds heeft gehad, wordt er na de oogst nog drijfmest geïnjecteerd of niet. In ieder geval komen we na de oogst zo snel als mogelijk met een vastetandcultivator om de stoppelbewerking te doen en om al of niet drijfmest in te werken. Ook staat hier een elektrisch aangedreven zaaimachine op, zodat een vanggewas tijdig wordt ingezaaid.

Nog een laatste vraag: hoe zit het met je nitraatresidu na de oogst?

Dat valt wel mee, daar hebben we nog nooit grote problemen mee gehad als je beredeneerd bemest hebt.

Tim Decoster

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken