Startpagina Wetgeving

Welke maatregelen voorziet de definitieve PAS aan de bron?

Tot en met 17 juni 2022 loopt het openbaar onderzoek over de ontwerp-PAS en het ontwerp-plan-MER. Omdat wij van lezers vernemen dat zij afgeschrikt worden door de zeer lijvige documenten die in openbaar onderzoek liggen, trachten wij enkele belangrijke krachtlijnen samen te vatten.

Leestijd : 5 min

In de ontwerp-PAS worden na een inleiding, die de historiek en regelgeving schetst, de problemen en doelstellingen geanalyseerd. Hieruit volgen de maatregelen die de overheid wil gaan nemen.

Bronmaatregelen

Eén pakket van de voorgenomen maatregelen zijn de zogenaamde bronmaatregelen. Met een aantal maatregelen die de emissiereductie aan de bron willen verwezenlijken, beoogt de overheid haar doelstellingen voor een stuk te bereiken. Deze bronmaatregelen zullen op alle veehouders een impact hebben.

Piekbelasters

De eerste categorie die wordt geraakt, zijn de zogenaamde piekbelasters. Piekbelasters zijn bedrijven (veeteeltbedrijven, mestverwerkers, industriële puntbronnen, enzovoort) waarvan de uitstoot een disproportioneel grote impact heeft op de beschermde natuur in de nabije omgeving. Als drempel wordt hier gekeken naar bedrijven die meer dan de helft van de kritische depositiewaarde van het meest gevoelige habitat bijdragen. De veehouderijen met een dergelijke impactscore werden in het verleden aangeduid als de zogenaamde ‘rode bedrijven’.

De ontwerp-PAS voorziet dat ten laatste in 2025 de stalemissies van deze piekbelasters moeten worden stopgezet. Anders gezegd moeten deze bedrijven tegen eind 2025 stoppen met dieren houden. Voor deze gedwongen stopzetting voorziet de overheid een financiële compensatie via het zogenaamde flankerende beleid. Piekbelasters die voor 2025 vrijwillig stoppen, zullen bovendien een hogere financiële vergoeding ontvangen (20% bij stopzetting in 2023, 10% in 2024).

Varkens en pluimvee

Net zoals voor rundvee, werden er voor varkens en pluimvee algemeen geldende maatregelen voorzien die voor elke veehouder in Vlaanderen zullen gelden. Zeer concreet voorziet de ontwerp-PAS dat varkens- en pluimveebedrijven een reductie van 60% moeten realiseren voor varkens en pluimvee die nog in niet-AEA-stallen (niet- ammoniakemissiearme stallen) gehuisvest zijn. Deze reductie moet gerealiseerd worden op stalniveau en ten opzichte van de uitstoot van 2015.

Hoe deze emissiereductie gerealiseerd moet worden, laat de ontwerp-PAS voor een stuk open. Letterlijk stelt de ontwerp-PAS dat waar mogelijk de reductiedoelstellingen worden gehaald met investeringen in de meest moderne technieken, en dat waar nodig en/of gewenst (dit wordt omschreven als een keuze voor het bedrijf) dit ook kan met een vermindering van het aantal dieren of een combinatie van beide. Het lijkt echter onmogelijk om de volledige reductie van 60% van de emissies door varkens of pluimvee te behalen met de meest moderne technieken. Dit blijkt ook waar de ontwerp-PAS verder zelf al uitgaat van een vermindering van het aantal dieren door deze bronmaatregelen.

Naast deze verplicht algemeen geldende maatregelen, voorziet de ontwerp-PAS ook in een vrijwillige maatregel, met name een vrijwillige stopzetting van een varkenshouderij. In 2022 zal daarvoor een oproep tot stopzetting (op bedrijfs- of stalniveau) worden gelanceerd voor alle varkensbedrijven met een impactscore hoger dan 0,5%. Er wordt gewerkt met een vast budget dat toegekend wordt aan de kandidaat-stoppers met de hoogste impactscore. De vergoedingen zijn als volgt: vleesvarkens 154 euro; zeugen 900 euro; sloopvergoeding (gerekend aan 100%) van 40 euro/m².

Rundvee

Voor rundveebedrijven voorziet de ontwerp-PAS in een verplichte reductie van 15% voor vlees- en melkvee en in een verplichte reductie van 20% voor mestkalveren. Opnieuw moet deze reductie behaald worden ten opzichte van de uitstoot in 2015. De deelsectoren melkvee en vleesvee moeten beide een reductie van 15% realiseren ten opzichte van het referentiejaar 2015, wat tegenover de toestand van 2019 neerkomt op een reductie-inspanning van 7,7% voor vleesvee en van 23,7% voor melkvee.

Correctiemechanisme

De ontwerp-PAS bevat ook een correctiemechanisme voor kleinschalige en biologische bedrijven. Bepaalde kleinschalige en biologische bedrijven zullen bij uitzondering worden vrijgesteld van de generieke maatregelen die doorgevoerd worden. Kleinschalige bedrijven die een jaar-emissie hebben van minder dan 500 kg ammoniak én een impactscore hebben die lager is dan 0,025 %, worden vrijgesteld van de verplichte generieke stikstofreductiepercentages. Deze bedrijven moeten wel andere aangepaste maatregelen nemen. Biologische bedrijven met een impactscore tussen 0,025 en 1% worden vrijgesteld van de verplichte reductiepercentages, maar moeten wel de, voor de betreffende sector, maatregelen van de PAS-lijst uitvoeren die inpasbaar zijn in het ‘lastenboek bio’. Biologische bedrijven met een impactscore van meer dan 1% moeten de algemene reductiepercentages wel behalen.

Vrijwillige stopzetting

Voor veeteeltbedrijven met een impactscore hoger dan 20% (de zogenaamde ‘donkeroranje’ bedrijven) en waarvan de vergunning nog niet vervallen is, wordt via een oproep in 2023 tijdelijk een regeling van vrijwillige bedrijfsstopzetting gelanceerd. Ook hier wordt via het flankerende beleid in een financiële compensatie voorzien die hoger zal zijn naargelang men vroeger stopt. De vrijwillige stopzetting is niet beperkt tot varkens, maar zal ook gelden voor rund- en pluimvee.

Nulbemesting

Een volgende PAS-maatregel is de invoering van nulbemesting vanaf 1 januari 2028 in alle groene bestemmingen in de speciale beschermingszones. Groene bestemmingen omvatten het geheel van de gebiedsaanduidingen ‘reservaat en natuur’, ‘bos’ en ‘overig groen’.

Mestverwerking

De vermindering van de emissies door mestverwerkers is een andere PAS-maatregel die in het ontwerp staat ingeschreven. Dit zal gerealiseerd worden door de verplichte toepassing van (luchtzuiverings-) technieken voor ammoniakemissiereductie en het regelgevend vastleggen van constructie- en werkingsvoorwaarden voor toepasbare luchtwassystemen.

Nutriëntenemissierechten

Ook het bestaande systeem van de nutriëntenemissierechten (NER’s) wordt aangepast. Het systeem van groei mits mestverwerking wordt stopgezet en uit het Mestdecreet geschrapt. Dit is al deels in voege doordat sinds 1 januari 2022 de mogelijkheid om nieuwe NER’s door mestverwerking te verkrijgen, is stopgezet.

Daarnaast wordt een systeem uitgewerkt om de slapende NER’s af te romen. De afromingsmaatregel is gericht op alle NER’s die op 1 januari 2022 de voorbije 3 jaar niet ingevuld waren met dieren. Op de ingevulde of actieve NER wordt nog een marge gevrijwaard van 10%, om fluctuaties in de stalbezetting op te vangen. Slapende NER’s die verkregen werden bij de initiële toekenning van NER’s in 2007 en die sindsdien in het bedrijf gebleven zijn, worden niet vergoed. Slapende NER’s die sinds 2007 verhandeld zijn, worden opgekocht aan 1 euro per NER.

Bezwaren

Tegen elk van deze maatregelen kan elke belanghebbende tot en met 17 juni 2022 zijn opmerkingen en bezwaren laten gelden. Dit kan door een e-mail of brief in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen van de eigen gemeente. Opmerkingen en bezwaren die te laat worden ingediend, worden niet behandeld.

Jan Opsommer

 

In een volgende bijdrage bespreken we de beoordelingskaders die in het ontwerp van de definitieve PAS zijn opgenomen. Deze beoordelingskaders zullen in de toekomst gebruikt moeten worden voor elke nieuwe vergunning, zowel bij een vraag tot hernieuwing van een bestaande vergunning zonder een uitbreiding als bij elke vraag tot uitbreiding van een be staande vergun ning of bij een vraag tot een compleet nieuwe vergunning.

Lees ook in Wetgeving

Toekomst grondgebruik onder de loep in het Vlaams parlement

Actueel Tegen 1 juli – maar ze vreest zelf dat het wel wat later kan zijn – hoopt Vlaams minister voor Leefmilieu Demir dat er een eerste rapportering op tafel ligt over hoe een heldere toekomstvisie voor het grondgebruik in Vlaanderen er moet uitzien. Zoals inmiddels geweten, zal de Vlaamse overheid tot 1 oktober terughoudend zijn wat gewijzigde bestemmingen van landbouwgrond aangaat.
Meer artikelen bekijken