Startpagina Akkerbouw

Erosiemaatregelen leveren sowieso voordelen op

Landbouwpercelen op hellingen zijn erosiegevoeliger. De schade voor de landbouwer kan in dit geval heel groot zijn. Niet alleen de vruchtbare grond, maar ook de broodnodige en ondertussen dure meststoffen met nutriënten worden niet door de planten gebruikt en gaan verloren. Met de juiste maatregelen kan dit nadeel echter omgevormd worden tot een voordeel.

Leestijd : 5 min

Hoewel bodemerosie op dit moment niet aan de orde is, omdat er de laatste tijd maar weinig neerslag viel, is het toch aan te raden om stil te staan bij de oorzaken en de gevolgen ervan. Zeker hellende percelen lopen nu een extra risico op erosie. In een uiteenzetting van Boerennatuur Vlaanderen ‘Hoe erosie in je voordeel gebruiken’ vertelt Maarten Raman van Boerennatuur meer over de mogelijkheden rond erosiebestrijding.

Klimaatverandering

In de toekomst zullen we meer aandacht aan erosie moeten spenderen. De klimaatverandering leidt immers naar meer piekneerslag. De zomers worden droger, maar de regenbuien worden heviger. In droge periodes is dat fataal voor veel hellende percelen. “Er is baat bij om erosie op te lossen. De uitdaging wordt ook steeds groter”, geeft Raman aan. Landbouwers merken dit ook. In de periode 2017 – 2020 was er jaarlijks wel een periode waarin ze schade ondervonden door erosie.

Toch was het probleem ook voor 2017 heel duidelijk. “Er kwam een kentering toen de randvoorwaarden erosie waren ingeroepen in 2016”, klinkt het. Landbouwers met percelen die rood of paars zijn ingekleurd – de percelen met hoge en zeer hoge erosiegevoeligheid – moeten maatregelen nemen om de gevolgen van erosie in te perken. Zo bestaat er een basispakket met maatregelen, maar ook specifieke maatregelen voor zowel de rode als paarse inkleuring.

De mens maakt erosie problematisch

In se is erosie wel een natuurlijk fenomeen. Wind en water hebben doorheen de geschiedenis ervoor gezorgd dat ons landschap wordt gevormd. Wij kennen erosie in onze tijd vooral als bodem die afspoelt, waardoor er modder op straat, in de rioolkolken of in waterlopen terechtkomt. Overal waar heuvels en bergen zijn, zal de zwaartekracht zijn werk doen, en ervoor zorgen dat grond en sedimenten naar beneden bewegen.

“Het is pas wanneer de mens ingrijpt dat er problemen kunnen ontstaan”, aldus Raman. Wegenwerken, bouwwerken, rioleringswerken en aanplantingswerken zijn vaak oorzaken van erosie op specifieke plaatsen. Die problematiek is vaak van korte duur. Ook bepaalde landbouwpraktijken hebben een negatieve impact. “Door jarenlang de bodem te bewerken is er vaak een blijvende problematiek ontstaan op sommige plaatsen. Erosie kan een verlies aan vruchtbare teeltoppervlak betekenen.”

Erosie meten

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) erkent het probleem al langer. Daarom heeft het VMM een sedimentmeetnet aangelegd, datte vinden is in de onbevaarbare waterlopen. Via de meetpunten wordt het gehalte aan zwevende stoffen in het water vastgelegd.

In 2020 werden de piekconcentraties en sedimentvrachten in het water steeds verklaard. Op basis van de metingen is het ook mogelijk om te bekijken waar maatregelen getroffen moeten worden. De landbouwer heeft keuze uit meerdere erosiebestrijdingsmaatregelen, maar kan ook maatregelen combineren. “Samenwerking met andere partijen is dé sleutel. Als het kan, pleiten we voor een gebiedsgerichte aanpak”, klinkt het vanuit Boerennatuur.

Niet-kerende bodembewerking

Een eerste maatregel is niet-kerende bodembewerking. Volgens het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) is het mogelijk om de hoeveelheid afspoelende bodemdeeltjes te reduceren met 85%. “De afspoeling van grond met een hoge organischestofgehalte, in de toplaag, is bijgevolg ook minder”, vertelt Raman. Deze maatregel is ook verplicht op de meest erosiegevoelige percelen sinds 2016. Een bijkomend voordeel is een betere bodemstructuur, waardoor het bodemvocht beter gereguleerd kan worden. In tijden van aanhoudende droogte beschikken percelen die niet-kerend bewerkt zijn over een sterke troefkaart.

Drempeltjes tegen erosie en tegen droogte

I n teelten waarbij ruggen nodig zijn, zoals de aardappelteelt, kan men kiezen om drempeltjes aan te leggen met een drempelmachine. Hierdoor worden als het ware kleine waterreservoirs op het perceel gecreëerd. “Het water zal meer ter plaatse in de grond dringen en de gewassen hebben meer tijd om water op te nemen”, verklaart Raman. “Eigenlijk hebben alle landbouwpercelen in Vlaanderen, ongeacht de hellingsgraad, hier dus voordeel bij.”

In teelten waarbij ruggen nodig zijn, zoals de aardappelteelt, kan men ervoor kiezen om  drempeltjes aan te leggen met een drempelmachine.
In teelten waarbij ruggen nodig zijn, zoals de aardappelteelt, kan men ervoor kiezen om drempeltjes aan te leggen met een drempelmachine. - Foto: LBL

Sinds dit jaar is de aanleg van drempels en ruggen met een drempelmachine opgenomen onder de niet-productieve investeringen (NPI’s) van het Vlaams Landbouw- en Investeringsfonds. Zo kan de landbouwer 50% subsidies krijgen bij de aankoop van een drempelma chine, maar ook bij de aankoop van aparte drempelvormelementen.

Bodembedekking

Bodembedekking is cruciaal in erosiebestrijding. Planten fixeren immers de bodem. Het zaaien van vanggewassen na de teelt is ondertussen goed ingeburgerd bij de landbouwer, zeker in erosiegevoelige gebieden. De bodem bedekt houden is immers zeer efficiënt binnen de erosiebestrijding, en is een vast onderdeel van het basispakket maatregelen onder de randvoorwaarden erosie. Is een teelt voor 15 oktober geoogst, dan moet de landbouwer kiezen tussen de inzaai van een nieuwe teelt of een groenbedekker.

Dit vermijdt de harde winterimpact op het perceel. De bodem wordt beschermd tegen neerslag en tegen de werking van de zon. Een vanggewas levert dus meerdere voordelen tegelijkertijd.

Perceelsrandmaatregelen

Maatregelen aan de rand van het perceel worden ook populairder. Dat is logisch omwille van hun dubbele doelstellingen. Grasbufferstroken bijvoorbeeld zijn een optie. ie moeten een breedte hebben tussen 9 en 12 meter. De haalbaarheid van deze maatregel hangt echter wel af van de vorm van het perceel. “Het je een zonk in het perceel, is het niet evident”, klinkt het. Eventueel kan het gras geoogst worden, maar dat is vaak moeilijk, aangezien de voorradige machines breder zijn dan de strook. “Melkveebedrijven zouden het kunnen overwegen”, aldus Raman.

Gemengde bloemenstroken zijn ook interessant en hebben een maatschappelijk nut. “Het maakt het landschap aantrekkelijker voor wandelaars en fietsers, wat goed is voor het landbouwimago. Ook voor de biodiversiteit is zo’n bloemenstrook met meerdere soorten mooi meegenomen.”

Ook de landbouwer kan er zijn voordelen uit halen. Zo kan een bloemenstrook nuttige insecten aantrekken. Hierbij denken we aan bestuivers, zoals bijen, maar ook aan insecten, die hun nut hebben in de plaagbestrijding. “In elke provincie lopen er wel projecten om de aanleg van bloemenstroken te stimuleren. Bovendien is het een idee om te informeren bij de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) voor beheerovereenkomsten.”

Houtkanten

Houtkanten hebben bovendien ook voordelen (zie ook de vorige editie van Landbouwleven). In functie van erosie: ze fixeren de bodem. Daarnaast zijn houtkanten een bron van organische koolstof, hebben ze een landschappelijke waarde en verhogen ze de biodiversiteit. Eventueel kunnen ze een economische meerwaarde betekenen. Zo bieden ze naast bodemerosie ook bescherming voor windererosie, een thema dat steevast onderbelicht wordt.

Bodembedekking is cruciaal in erosiebestrijding. Planten fixeren immers de bodem.
Bodembedekking is cruciaal in erosiebestrijding. Planten fixeren immers de bodem. - Foto: LBL

Voor de aanplant en het beheer is er NPI-steun van het VLIF mogelijk. De aanplant van hagen, heggen en houtkanten zijn 100% gesubsidieerd. Het is ook nuttig om je te informeren bij de gemeente of de provincie. Net als bij bloemenstroken kunnen beheerovereenkomsten soelaas bieden.

Erosiedammen

Ten slotte is het plaatsen van een erosiedam zeker te overwegen. Die wordt uiteraard geplaatst aan de laagst gelegen plaatsen van het perceel, aan de rand. Raman omschrijft het als een zeer plaatsefficiënte maatregel. Er is slechts 1 m breedte voor nodig, en de erosiedam moet 50 tot 75 cm hoog zijn. Voor het materiaal is er keuze tussen houthaksel, wilgentenen of kokosbalen. De zone voor de dam kan men het best een (kleine) grasstrook zaaien, omdat daar de bodemdeeltjes kunnen bezinken.

Erosiedammen zijn 100% subsidieerbaar binnen de NPI’s van het VLIF, maar ook de provincies kunnen subsidies voorzien.

Marlies Vleugels

Ben je na dit artikel geïnteresseerd in één of meerdere maatregelen, dan kan je voor info en advies terecht bij Boerennatuur.

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken