Startpagina Maïs

Druppelirrigatie mogelijk efficiënter dan haspel in maïs

Watervoorziening en irrigatie is door het veranderende klimaat de laatste jaren een actueel onderwerp. In groenten, aardappelen en fruit geeft beregening dan sowieso een grotere kans op meeropbrengst. In maïs bewijst beregening zijn nut door een betere kolfvorming. Het project ‘Slimme irrigatietechnieken in maïs in Noord-Limburg’ beproeft daarom druppelirrigatie in Limburg.

Leestijd : 5 min

O p dit moment wordt België opnieuw getroffen door een hittegolf. Sinds 2016 hebben we bijna elk jaar wel momenten van extreme neerslag en/of momenten van grote droogte. Duurzaam omspringen met het beschikbare water is cruciaal, en dat in alle teelten. In het zuiden van de provincie Limburg zijn landbouwers vaak aangewezen op watervoorziening uit bufferbekkens en/of waterlopen. In de noordelijke Maasvallei in Noord-Limburg kiezen bedrijven al snel voor oppervlakkig grondwater.

In Noord-Limburg is maïs een zeer belangrijke teelt. Samen met gras vormt dit de basis bij veel rantsoenen. “Er staat zo’n 14.000 ha aan maïs enkel in Noord-Limburg”, aldus gedeputeerde Inge Moors op het bedrijf van Laurent Wyers in Bocholt. De landbouwer heeft koeien en maïs staan. “Vorig jaar was er op deze zandgrond een ideaal maïsjaar, droogte is hier heel erg nefast. Beregenen is dan echt nodig. Ik geef wekelijks 20 l water per m²”, zegt Laurent .

Irrigatie in maïs

Er veel onzekerheid over de efficiëntie van irrigatie bij voedergewassen. Dat komt omdat het rendement van de maïsteelt een stuk lager is dan dat van bijvoorbeeld aardappelen. Een onderzoek van Bodemkundige Dienst toonde echter aan dat 2 beregeningsbeurten een toename van droge stofopbrengst van 7,71 ton per ha kan opleveren, waarvan 5,71 ton uit een verhoogde kolfopbrengst kwam. De kolf bepaalt de hoeveelheid zetmeel en energie, en hangt dus samen met de absolute opbrengst en met de kwaliteit en dus met de voederwaarde voor dieren. “Eigenlijk moet men ook wel irrigeren om de kosten van zaai, bemesting en gewasbescherming te recupereren”, vertelt Sander Palmans, coördinator PVL Bocholt. “En maïs zonder kolf is niets waard, zelfs niet voor de productie van energie.”

Droogte heeft een grote impact op de kolfzetting van de maïs, waardoor de voerkosten van de dieren stijgen. Dit was het geval in 2018, toen stegen de voerkosten met 0,8 euro/100 l melk. Dat komt overeen met een kostprijsstijging van 5%. Kosten wil men echter natuurlijk zo veel mogelijk beperken. Duurzaam omspringen met water is één van de mogelijkheden.

Slimme irrigatietechnieken

Het project ‘Slimme irrigatietechnieken in maïs in Noord-Limburg’ focust daarom op irrigatiemethoden die slim worden aangewend. Het kan rekenen op een ondersteuning van 49.100 euro vanuit het droogte innovatiefonds van de Provincie Limburg. In het project wordt onderzocht of druppelirrigatie in maïs economisch beter is dan haspelirrigatie, of de arbeidsdruk kan minderen en of de waterefficiëntie in de teelt kan verhogen. Het PVL Bocholt zet zijn schouders onder het project.

Ook wil men in de teelt de irrigatie optimaliseren. Zo zou men via sensoren te weten kunnen komen wat het beste tijdstip is om te irrigeren. Vaak wordt er immers nog te laat geïrrigeerd. “Het is reeds mogelijk om variaties in vochtgehaltes over het perceel in kaart te brengen met drones en satellieten. Daarnaast worden innovatieve haspels uitgerust met systemen die toelaten om meer of minder water te geven op bepaalde plaatsen in het perceel. Sensoren die in de grond meten welke kracht een plant moet uitoefenen om water uit de grond op te nemen blijven echter de beste instrumenten. Zo kan er worden nagegaan welke meerwaarde beregenen op basis van sensoren kan opleveren. In het beste geval zou druppel-irrigatie op basis van informatie van sensoren enkel aanspringen wanneer het nodig is”, legt Palmans uit.

Haspelirrigatie heeft nadelen

Haspelirrigatie is bij veel landbouwers de normale gang van zaken, en biedt meestal de garantie op kwalitatief ruwvoeder. Het heeft echter wel wat nadelen. Zo is het een arbeidsintensieve bezigheid, zeker bij de aanwezigheid van veel oppervlakte. “Dan zijn er soms zelfs meerdere haspels nodig. De landbouwer moet die vaak verzetten en dat vraagt veel tijd”, vertelt Palmans. Verder vraagt het grote debieten en een zware energievretende pomp. De kosten zijn dan ook hoog.

Waterbesparing waar kan, is bovendien belangrijk. “Op hete dagen zou het kunnen dat er verlies is door verdamping van water dat op de plant terechtkomt,” klinkt het. Een ander nadeel is dat men met een haspel een deel van de maïs kapot rijdt, met minder opbrengst tot gevolg. De landbouwer kan ook niet altijd beregenen met een haspel: tijdens de bloei beregenen is niet aangeraden, aangezien het stuifmeel zo kan worden weggespoeld door de kracht van het water. Dit heeft een slechtere bestuiving en bijgevolg kolfvorming als resultaat. Ten slotte wordt er van bovenaf beregend, waardoor de planten nat worden en er meer risico is op schimmelvorming.

Druppelirrigatie als alternatief?

Druppelirrigatie biedt ten opzichte van haspelberegening wel wat voordelen. Het is minder arbeidsintensief, is brandstof- en energiebesparend, en er is geen verlies in opbrengst omdat er geen maïs plat wordt gereden. Omdat er ondergronds wordt geïrrigeerd, is verdamping verwaarloosbaar, wordt stuifmeel niet afberegend en is de kans op schimmelvorming kleiner. Bovendien is er nog een mogelijkheid tot vloeibare bemesting (fertigatie).

Toch zijn er enkele nadelen te benoemen. Zo zijn er hoge initiële aankoop- en aanlegkosten, en vergt het wel wat tijd om druppelirrigatie aan te leggen. “En dat moet men doen zonder dat men weet of het nodig zal zijn”, klinkt het. Landbouwer Laurent Wyers geeft aan dat men afhankelijk van het type darmen om en bij de 1.100 euro/ha moet neertellen voor het druppelslangsysteem, met de kosten van een pomp bij. Een pomp kost doorgaans 6.000 euro, maar kan over 10 jaar afbetaald zijn. “Het is natuurlijk een kwestie van wat je wil. Stevige darmen kosten meer. En een pomp is pas rendabel als je veel oppervlakte maïs hebt staan”, legt Laurent uit.

Sommige soorten darmen moeten bovendien ieder jaar worden vervangen, dus er is wel sprake van wat afval. “Het zijn vooral de zachte druppeldarmen die vervangen moeten worden. De stevige darmen zijn duurder, maar wel het meest duurzaam, als deze meerdere jaren kunnen worden hergebruikt daalt de investeringskost drastisch”, aldus nog Palmans. Problemen tijdens irrigatie kunnen dan weer zijn dat lekken minder zichtbaar zijn en dat er mogelijkheid is op verstopping.

Marlies Vleugels

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken