Startpagina Melkvee

“EU-boeren, werk meer samen!”, vraagt melkveehouder Jeroen van Maanen (NL)

Door een coalitiedeal met een van de linkse partijen in Nederland tijdens de kabinetsformatie zit de Nederlandse agrarische sector nu opgezadeld met een gigantische stikstof- en veestapelreductie die ze moeten behalen. De Nederlandse melkveehouder Jeroen van Maanen uit Zeewolde legt uit waarom dit onterecht is.

Leestijd : 8 min

Jeroen van Maanen heeft een melkveebedrijf met 125 stuks melkvee en 65 stuks jongvee in de Nederlandse Flevopolder (land dat teruggewonnen is op de zee). Hij is tevens een van de bestuurders van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV). In totaal heeft hij 50 ha grasland, waarvan 14 ha in roulatie met een akkerbouwer.

Nederlandse stikstofreductiekaart

De Nederlandse stikstofreductiekaart werd op 10 juni door de Nederlandse minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal bekendgemaakt. Als je naar deze beruchte reductiekaart kijkt dan valt het volgens Jeroen van Maanen wat zijn situatie betreft nog mee, met een reductie van ‘maar’ 12%. Er zijn namelijk ook veel gebieden waar veel meer gereduceerd moet worden, tot maar liefst 95%. “Dit betekent uiteraard het einde van vrijwel alle landbouwbedrijven daar, als dat doorgevoerd zou worden”, vertelt Jeroen.

Alhoewel het volgens Jeroen – wat zijn situatie betreft – nog meevalt met een reductie van ‘maar’ 12%, kan hij met dit percentage minder melkvee zijn hypotheek niet meer  betalen.
Alhoewel het volgens Jeroen – wat zijn situatie betreft – nog meevalt met een reductie van ‘maar’ 12%, kan hij met dit percentage minder melkvee zijn hypotheek niet meer betalen. - Foto: DvD

En of die stikstofreductiekaart nu wel of niet van tafel gaat, daar is bij onze noorderburen continu discussie over, want hij bevat volop grote fouten. Dat meldt onder meer Stichting Agrifacts (zie www.stichtingagrifacts, dd. 20 juni 2022). Zo staan er tienduizenden ha bufferzone ingetekend rondom natuurgebieden die niet stikstofgevoelig zijn. Ook zijn er bufferzones aangebracht rondom plekken waar de stikstofdoelen al gehaald zijn en waar maatregelen dus overbodig zijn en niets bijdragen.

In totaal is door de Nederlandse overheid 25 miljard euro gereserveerd voor het realiseren van stikstof-, water- en klimaatdoelen in het landelijk gebied. Het overgrote deel van dat bedrag is gereserveerd voor opkoop, onteigening en ‘afwaardering van grond’ van agrarische bedrijven. Een klein deel ervan gaat naar innovatie.

Effect op andere EU-landen

Als de maatregelen echt doorgevoerd worden, dan betekent dat in het geval van Jeroen ofwel het inzetten van innovatieve stikstofreducerende technieken – als die er tenminste al zijn – ofwel 12% minder melkvee. “In mijn geval betekent 12% minder melkvee ook het einde van mijn bedrijf, want dan kan ik mijn ING-hypotheek niet meer terugbetalen. Dan verdien ik op jaarbasis te weinig.”

De Nederlandse melkveehouder trekt de houdbaarheid van de stikstofreductiekaart van de Nederlandse minister, mede gezien de vele discussies erover, erg in twijfel. “Ook juridisch. Het is de vraag of de kaart en dit beleid wel stand zullen houden, zeker gezien de vele fouten die er in de kaart staan. Ook heeft de minister zelf gezegd dat het alleen ‘richtinggevend’ is, dus geen vast gegeven.” Dat in bepaalde gebieden in Nederland, zoals de Gelderse Vallei, De Peel en het Groene Hart, de boeren aan 95% stikstofreductie moeten voldoen – oftewel vrijwel allemaal weg moeten volgens de Nederlandse overheid – verbaast Jeroen niet. “In de eerdere plannen van stikstofprofessor Jan Willem Erisman worden deze gebieden – met relatief veel agrarische bedrijven overigens – ook al genoemd. Ze hebben dus gewoon die oude plannen weer uit de kast getrokken.”

Ook in Vlaanderen komt het stikstofakkoord hard aan voor de land- en tuinbouwers. Van Maanen maakt duidelijk dat ook andere Europese boeren niet moeten denken dat de Nederlandse plannen geen invloed op hun beleid zullen hebben. Van Maanen: “De Duitsers zijn nog zo slim om met een hogere drempelwaarde te werken (7 in plaats van 0,05 in Nederland) in hun wetgeving, maar in veel andere EU-landen is daar geen sprake van.” Wat de Nederlandse boer rijkelijk verbaast, is dat de Nederlandse overheid – net als de Vlaamse – EU-wetgeving gebruikt die heel iets anders zegt dan wat ze nu uit willen voeren. In hoofdlijnen wordt er in de Nature and biodiversity law van de EU vooral gesproken over het in stand houden van de huidige situatie. Jeroen: “In het kort gezegd: de natuurgebieden mogen niet verslechteren. Zelfs in de nieuwe EU Nature Restoration Law (natuurherstelwet) wordt vooral over het behoud van de natuur gesproken en enigszins over de ‘restauratie’ ervan. Maar wat doet Nederland? Die geeft er de draai aan dat de situatie van de natuurgebieden verbeterd moet worden en, nog krommer, koopt er steeds meer natuur bij. Tja, als haast alle gelden naar opkoop van nieuwe natuurgronden gaan, dan blijft er voor het nodige beheer van alle andere natuur natuurlijk weinig over.”

Verdroging veel groter probleem

Wat volgens Van Maanen verder opvallend is, is dat stikstof opeens gebombardeerd wordt tot de ‘wonderpil’ voor de natuur. “Het is natuurlijk onzin dat als je alleen stikstof reduceert, je opeens de perfecte natuur krijgt. De Europese Unie heeft een lijst beschreven met in totaal zo’n 1.500 mogelijke maatregelen om de natuur te beschermen c.q. te verbeteren. Nederland heeft van deze lijst ongeveer de helft aan maatregelen nog niet ingezet.” Waar het volgens Jeroen vooral aan schort, is het gebrek aan goed beheer van de natuur in Europa. “Stikstof is maar een relatief klein onderdeeltje van het geheel. Zelfs Staatsbosbeheer, die in Nederland een groot deel van de bos- en natuurgebieden beheert, beaamt dat. Verdroging is momenteel een veel groter probleem, ook voor de natuur in heel Europa. Zoals reeds aangehaald, is het probleem dat veel geld voor het beheer van natuur nu in de aankoop van natuur wordt gestoken, met als gevolg dat er veel te weinig aan beheer gedaan wordt en dat de bestaande natuur inderdaad verwaarloosd wordt.”

Verder worden er in de Europese plannen geen deadlines gesteld aan maatregelen om de natuur op het huidige niveau te houden volgens de melkveehouder. Iedere lidstaat mag zelf het tempo bepalen. Jeroen: “Veel andere EU-landen zijn dus veel meer afwachtend en kijken eerst de kat uit de boom, wat misschien wel slim is. Veel EU-landen leveren hun stikstofgegevens ook niet eens aan bij de Europese Unie. Wellicht denken ze straks te kunnen profiteren van het feit dat andere landen, zoals Nederland, hun agrarische productie terugschroeven. Zodoende krijgt hun agrarische sector een enorme boost.”

Samenwerken is altijd beter

Volgens Jeroen zou het verstandig zijn indien alle Europese boeren meer zouden gaan samenwerken. “Overkoepelende Europese landbouworganisaties zouden hier ook meer aan kunnen bijdragen. Die zouden nationale staten ook af en toe, bij wetgeving of maatregelen met extreme gevolgen voor de Europese boeren, zoals nu in Nederland het geval is, op de vingers kunnen tikken.” Mochten er overigens Europese landbouwers zijn die naar aanleiding van dit artikel contact op willen nemen met Jeroen, dan is dat zeker mogelijk. “Ik sta open voor overleg en samen kom je altijd verder. Wij zijn als Nederlandse agrarische sector in ieder geval dankbaar voor de enorme steun van onder andere onze Duitse en Belgische collega's, die ook protesteerden langs hun snelwegen, ook in ons belang. Hopelijk komt er iemand vanuit de Europese landbouwsector met bestuurlijke capaciteiten die in Europa wat dit betreft de kar wil trekken."

Gezien het risico van oorlog, is het verstandig om in alle delen van Europa voedsel  te produceren , stelt Jeroen.
Gezien het risico van oorlog, is het verstandig om in alle delen van Europa voedsel te produceren , stelt Jeroen. - Foto: DvD

Jeroen wijst erop dat er eindelijk weer eens realistische en beargumenteerde discussies moeten worden gevoerd. Verder moet de EU niet alleen naar natuur kijken, maar ook naar voedselproductie volgens de melkveehouder. “Gezien het risico van oorlog – dat heeft de Oekraïne-crisis ons inmiddels wel duidelijk gemaakt –is het verstandig om in alle delen van Europa voedsel te produceren. Anders krijg je honger in delen waar dat niet zo is, als het verkeerd gaat. Midden-Europa heeft zeer goede akkerbouwgronden, dus is het verstandig om zeker daar voedsel te produceren. Alleen is het wel zo dat Midden-Europa ook last heeft van verdroging. De Benelux heeft door zijn lage ligging aan zee gronden die zeer geschikt zijn voor veeteelt en akkerbouw. Je kunt het beste daar voedsel produceren waar het de minste energie kost. Dat is ook duurzaam.” Verder zou het volgens hem verstandig zijn om als EU andere delen van de wereld te helpen om dier- en milieuvriendelijker voedsel te produceren. “Anders komt die wereld naar ons toe. Kijk naar de leegloop van Afrika momenteel. Brengen wij dat voedsel niet naar hen, dan komen die volkeren vanzelf naar ons toe.”

Provinciale handel

Nederland is een land dat natuurlijk veel exporteert, maar ook dat valt mee volgens Jeroen Van Maanen, als je het in een internationale context ziet. “Zo’n 75% van wat Nederland produceert, wordt geëxporteerd. Maar 80% hiervan blijft binnen een straal van 500 km van Amsterdam. Weet je hoe ze dergelijke ‘export’ in de Verenigde Staten noemen? Provinciale handel. De Amerikanen kijken dus totaal anders tegen zulke kwesties aan.”

Maar liefst 75% van wat er in Nederland geconsumeerd wordt, wordt echter geïmporteerd. Jeroen: “Een groot deel van deze enorme import voldoet totaal niet aan de Nederlandse of Europese stikstofnormen of welke andere natuur-, dierenwelzijns- en milieuwetgeving dan ook. Vanwege vrijhandelscontracten met andere delen van de wereld wordt daar niets aan gedaan. En wij als Nederlandse en Europese boeren, die wel aan alles voldoen, worden keihard onderuitgehaald.

Als je, zoals nu het plan is, een deel van de Nederlandse agrarische sector wil laten stoppen met produceren, dan moet er nóg meer geïmporteerd worden en gaan we juist nóg meer vervuilend te werk. Alleen verschuif je het probleem naar andere delen van de wereld en wij in Europa sluiten onze ogen daarvoor.”

Als het voedsel door alle maatregelen de komende jaren nóg veel duurder zal worden – en dat zal volgens de Nederlandse melkveehouder zeker het geval zijn, is er nóg een groep die de klos zal zijn. “Namelijk mensen die weinig te besteden hebben, bijvoorbeeld mensen die een uitkering hebben. Je hoort de Voedselbanken in Nederland ook al protesteren. Het aantal mensen dat daarvan afhankelijk is, stijgt explosief in Nederland. Hopelijk worden de linkse Nederlandse partijen, die voorheen altijd de arbeider met een laag loon beschermden, nu eindelijk ook eens wakker en laten ze blijken dat het genoeg is. We willen niet nóg duurder voedsel voor de gewone man of vrouw.”

Voorkom oneerlijke landovername

Volgens Jeroen moet de Europese Unie ook voorkomen dat boeren dusdanig strenge regels opgelegd krijgen dat de overheid onterecht hun grond kan inpikken, zoals dat nu in Nederland via een omweg door middel van wetgeving gebeurt. Ook in andere Europese landen kan deze tactiek door overheden op den duur toegepast worden.

Volgens Jeroen moet de EU voorkomen dat boeren dusdanig strenge regels opgelegd krijgen dat de overheid hun grond zomaar kan inpikken.
Volgens Jeroen moet de EU voorkomen dat boeren dusdanig strenge regels opgelegd krijgen dat de overheid hun grond zomaar kan inpikken. - Foto: DvD

“De grond wordt natuurlijk gebruikt voor natuur, maar ook voor industrie en woningbouw. Omdat de boeren het goedkoop moeten afstaan, komen de nieuwe eigenaars relatief goedkoop aan deze boerengronden. De Europese Unie zou er eens over kunnen nadenken of we die kant op willen, met daarnaast dan torenhoge voedselprijzen, delen in Europa waar bijna geen voedsel meer geproduceerd wordt en een gigantische import van voedsel uit andere delen van de wereld dat geproduceerd is volgens standaarden waar de EU absoluut niet mee kan leven.”

Dick van Doorn

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken