Startpagina Mechanisatie

Evolutie van het spuitmachinepark in Vlaanderen

Dit jaar werd in België reeds de tiende driejaarlijkse keuringscyclus voor spuittoestellen opgestart (2023-24-25). Tijd om de evolutie van het spuitmachinepark te schetsen voor wat betreft de veldspuiten.

Leestijd : 6 min

We zien bij de veldspuiten doorheen de jaren enkele algemene tendensen.

Verouderd machinepark met grotere werkbreedte

Tabel 1 toont duidelijk dat het aantal veldspuiten door de jaren heen afneemt, maar we zien wel een minder sterke daling van het aantal toestellen in de 9e cyclus dan in de 8e cyclus. Vermoedelijk is het grootste effect van de verstrengde wetgeving uitgewerkt (verplichting anti-drup, driftreducerende doppen, verval fytolicentie).

10-3386-figuur1-Evolutie veldspuiten in Vlaanderen-web (3)

Bouwjaar Een ander interessant gegeven is de evolutie van het bouwjaar. De gemiddelde leeftijd van de gekeurde veldspuiten was eind 1998 ongeveer 12 jaar, terwijl de gemiddelde leeftijd eind 2022 gestegen is naar ongeveer 22 jaar! Dit wijst op een sterk verouderend machinepark. Dit kan gelinkt worden aan de vergrijzing van de actieve landbouwers, investeringen worden minder snel gemaakt en toestellen worden zolang mogelijk gebruikt. Er worden in Vlaanderen ook vrij veel tweedehands toestellen verhandeld, dikwijls afkomstig uit Nederland.

Schaalvergroting Verder kunnen we zien dat de gemiddelde werkbreedte van de toestellen met bijna 4 m is gestegen wat bij de huidige schaalvergroting van de landbouwbedrijven een normale evolutie is. Toch is de totale spuitboombreedte met goed 13% gedaald doorheen de jaren. Dit wijst enerzijds op een efficiënter gebruik van elk spuittoestel (meer oppervlakte per spuittoestel) maar anderzijds ook op het dalend landbouwareaal in Vlaanderen. De totale spuitboombreedte is in vergelijking met de 8e cyclus wel min of meer stabiel gebleven.

Naast de werkbreedte kende ook de gemiddelde tankinhoud een duidelijke stijging van minder dan 800 l tot bijna 1.400 l.

Figuur 1 toont de verdeling van de werkbreedtes voor de laatste keuringscyclus (2020-21-22). Voor de werkbreedtes 12 m - 15/16 m en 18 m worden gelijkaardige aantallen genoteerd van ongeveer 1.400 toestellen. Met meer dan 1.600 stuks vormen de 21 m toestellen de grootste groep. Verder zijn ook 24 m, 27 m en 33 m toestellen vrij populair. Voor wat betreft de zeer grote werkbreedtes zijn er 97 toestellen van 39/40 m en 15 met een werkbreedte van 45 m, de grootste werkbreedte die op dit moment gekeurd wordt in Vlaanderen.

Figuur 1: Aantal toestellen per werkbreedte in de 9e cyclus (2020-21-22).
Figuur 1: Aantal toestellen per werkbreedte in de 9e cyclus (2020-21-22). - Bron: ILVO

Evolutie regelsystemen In tabel 2 kunnen we eveneens de evolutie van de gebruikte regelsystemen zien. Hierbij zien we een duidelijke stijging van het aantal toestellen met spuitcomputer (DPAe) ten nadele van toestellen met manuele regeling (DPM, CD) of mechanische volume regeling (DPAm). Verder blijft het aandeel gedragen toestellen veruit het grootst, maar toch zitten zowel de getrokken als de zelfrijdende machines overduidelijk in de lift.

10-3386-figuur3- Gebruikte regelsystemen en machinetypes-web

Effect van IPM

Doptypes Aangezien in de keuringssoftware pas vanaf 2008 alle dopgegevens worden bijgehouden, zijn er wat betreft doptypes en maten maar gegevens beschikbaar voor de laatste 5 cycli. Toch kan op basis hiervan reeds een duidelijke trend vastgesteld worden. Vooreerst zien we in figuur 2 dat het gebruik van werveldoppen op veldspuiten langzaam volledig uitdooft. Dit kan enkel toegejuicht worden aangezien werveldoppen niet thuishoren op een veldspuit vanwege hun kegelvormig spuitbeeld, met als gevolg een slechte vloeistofverdeling. De klassieke spleetdop verliest nu zeer snel terrein op de luchtmengdop. Met de invoering van de verplichting in Vlaanderen om binnen de IPM (integrated pest management) lastenboeken enkel nog driftreducerende doppen te monteren met minimaal 75% driftreductie is dit uiteraard logisch. Vanaf 2026 wordt dit trouwens 90% driftreductie binnen IPM.

Figuur 2: Gebruikte doptypes periode 2008-2022.
Figuur 2: Gebruikte doptypes periode 2008-2022. - Bron: ILVO

Dopmaten Een ander interessant gegeven zijn de gebruikte dopmaten in Vlaanderen. In tabel 3 is duidelijk te zien dat de rode ISO dopmaat nog steeds de meest gebruikte maat is, en dit op de voet gevolgd door blauw. Dit betekent dat de gangbare spuitvolumes in Vlaanderen zich situeren tussen de 200 en 300 l/ha. Echt uitgesproken tendensen zijn hier niet vast te stellen wat laat vermoeden dat het spuitvolume de laatste 15 jaar bijna ongewijzigd is gebleven in Vlaanderen (geen gegevens voorhanden omtrent de gebruikte rijsnelheden).

10-3386-figuur5-  Gebruikte dopmaten periode 2008-2022-web (3)

Technische opmerkingen veldspuiten 9e cyclus

Op de keuring worden de vastgestelde gebreken onderverdeeld in 3 categorieën. Een eerste categorie zijn de afkeuringen die binnen de 3 maanden moeten hersteld worden. De tweede categorie zijn de gebreken die tegen de volgende keuringscyclus dienen hersteld te zijn, en een laatste categorie zijn de niet bindende raadgevende opmerkingen. Het opvolgen van deze raadgevingen kan wel zorgen voor een verbetering van de toestand of het gebruiksgemak van het spuittoestel.

Terwijl in de beginjaren van de keuring tot 19% van de aangeboden spuittoestellen werden afgekeurd (alle spuittoestellen dus inclusief boomgaardspuiten) stagneert dit percentage de laatste keuringscycli steeds rond de 12 à 13%. Ook de afkeurgronden blijven ongeveer gelijklopend de laatste jaren, behalve dat er de laatste cyclus beduidend minder afkeuringen waren voor doppen. Dit is logisch aangezien in kader van IPM een groot aantal doppensets vervangen werd.

Om een overzicht te krijgen over de verdeling van de opmerkingen per klasse, werden alle opmerkingen voor de 9e keuringscyclus per categorie opgeteld en het procentueel aandeel per opmerking en per categorie weergegeven in figuren 3, 4 en 5.

Afkeuringen (klasse I gebreken)

In figuur 3 is te zien dat afkeuringen voor manometer, doppen en lekken, gezamenlijk goed zijn voor ongeveer de helft van alle afkeuringen. Nochtans kunnen deze afkeuringen perfect vermeden worden aangezien de keuringsdienst toestaat om een reserve doppenset en/of manometer los mee te brengen naar de keuring (te melden bij aanvang van de keuring). Bij een afgekeurde gemonteerde doppenset en/of manometer kan het toestel direct goedgekeurd worden met het reservemateriaal op voorwaarde dat het defecte materiaal vrijwillig wordt achtergelaten op de keuring. Ook grote lekken (18,6%) kunnen gemakkelijk opgespoord worden door het toestel stationair te laten spuiten bij 4 bar en grondig te observeren op lekkages.

Figuur 3: Procentueel aandeel klasse I afkeurgronden 9e cyclus (2020-21-22).
Figuur 3: Procentueel aandeel klasse I afkeurgronden 9e cyclus (2020-21-22). - Bron: ILVO

Op de vierde plaats vinden we problemen met afsluitkleppen terug (11,4%). Dit valt opnieuw eenvoudig zelf te controleren door het toestel te laten spuiten en na te gaan of alle kranen correct afsluiten (hoofdkranen en sectiekranen).

Stoornissen in de voedingsdarm (8,1%) duidt op problemen met drukverschillen tussen de secties onderling, vermoedelijk te wijten aan een knik of verstopping in een voedingsdarm of problemen na de verdeler. Je kijkt dus best regelmatig de toevoerleidingen naar de secties na.

Ook worden vrij veel problemen vastgesteld met spuitcomputers (7.5%) dikwijls te wijten aan een slecht werkende flowmeter. Wanneer je tijdens het spuiten vaststelt dat het werkelijke spuitvolume niet meer overeenstemt met wat ingesteld werd dan ga je de flowmeter best nazien op vervuiling of slijtage.

Verder zijn er nog een aantal minder frequent voorkomende afkeurgronden terug te vinden in het overzicht. De 6 belangrijkste zijn echter verantwoordelijke voor ongeveer 80% van de afkeuringen en kunnen mits een controle vooraf of door de aanschaf van reservemateriaal perfect vermeden worden. Ons advies is om dan ook altijd aandachtig de oproepginsbrief na te lezen waarin duidelijk de gronden van afkeuring worden vermeld.

Klasse II en III-gebreken

Klasse II-gebreken Figuur 4 toont een overzicht van de gebreken die bij de volgende driejaarlijkse keuring moeten hersteld zijn. Hier zien we in eerste instantie problemen met kleinere lekken (26,6%) en met scharnieren (18,9%). Te slappe scharnieren kunnen bij stuurcorrecties zorgen voor een te sterk zwiepende spuitboom, met als gevolg plaatselijke over- en onderdoseringen. Vandaar de nodige aandacht die hier op de keuring aan besteed wordt.

Figuur 4: Klasse II-gebreken te herstellen binnen de 3 jaar 9e cyclus (2020-21-22).
Figuur 4: Klasse II-gebreken te herstellen binnen de 3 jaar 9e cyclus (2020-21-22). - Bron: ILVO

Op de derde plaats vinden we slecht werkende anti-drupsystemen terug (15,5%). Veelal gaat het hier om anti-drupmembranen die te ver ingesleten/verstorven zijn. Het vervangen van deze membranen verhelpt meestal het probleem en het is aangewezen om ineens de membranen van alle spuitdophouders te vervangen. Eveneens zijn er ook nog problemen met hindernissen in het spuitbeeld, meestal ten gevolge van leidingen (8,6%). Ook stellen we soms problemen vast met de verticale stand van de spuitdophouders (10%). Verder vinden we nog een aantal andere minder frequent voorkomende gebreken terug in het overzicht.

Klasse III-gebreken Figuur 5 geeft een overzicht van de adviserende opmerkingen (niet bindend). Als belangrijkste zijn er problemen met de leesbaarheid van de inhoudsmarkering (21,2%), een slecht afgestelde compensatieregeling (14,6%) en (kleinere) en krommingen van de spuitboom (12,5%). Alhoewel de klasse III-opmerkingen niet kritiek zijn voor een goeie werking van het spuittoestel verdient het toch aanbeveling waar mogelijk de nodige aanpassingen te doen.

Figuur 5: Klasse III raadgevende opmerkingen 9e cyclus (2020-21-22).
Figuur 5: Klasse III raadgevende opmerkingen 9e cyclus (2020-21-22). - Bron: ILVO

Streven naar correct werkend toestel

Alhoewel velen de keuring vooral als een verplichting beschouwen, zorgt deze verplichting er wel voor dat elke eigenaar van een spuittoestel toch zeker één keer om de 3 jaar zijn toestel grondig moet (laten) nazien. Op de keuring worden de (grote) problemen gedetecteerd, en op het keuringscertificaat wordt interessante informatie meegegeven die kan leiden tot een efficiënter en duurzamer gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met een correct werkend spuittoestel.

De keuringsverplichting zorgt ervoor dat elke eigenaar van een spuittoestel toch zeker één keer om de 3 jaar zijn toestel grondig moet (laten) nazien.
De keuringsverplichting zorgt ervoor dat elke eigenaar van een spuittoestel toch zeker één keer om de 3 jaar zijn toestel grondig moet (laten) nazien. - Foto: ILVO

Op https://keuringspuittoestellen.ilvo.vlaanderen.be/nl vind je een schat aan informatie terug. Op het tabblad ‘aangiftes’ kan je alle aangiftes, verkopen, aankopen en buitengebruikstelling doorgeven aan onze dienst. Op het tabblad ‘keuringslocaties’ vind je de ligging terug van alle testcentra in Vlaanderen. Wil je naar een ander testcentrum dan kan je dit telefonisch of per mail doorgeven (keuringspuit@ilvo.vlaanderen.be). Op het tabblad ‘formulieren’ vind je de huidige Belgische wetgeving keuring spuittoestellen en eveneens een aantal beschrijvende artikels omtrent de keuring.

Johan Declercq en David Nuyttens (ILVO)

Lees ook in Mechanisatie

Meer artikelen bekijken