Startpagina Akkerbouw

Bocholt Stuwt: stuwtjes voor een klimaatrobuust waterbeheer

In 2022 werden we geconfronteerd met een zeer droge zomer. Op 2021 na werden tijdens de laatste 5 zomers recordperiodes van droogte vastgesteld. De wetenschap verwacht dat in de toekomst weersextremen zullen toenemen. Zowel periodes van droogtes als van veelvuldige neerslag zullen steeds vaker voorvallen. Een robuust waterbeheer is nodig, dat samen met landbouwers voor gezorgd kan worden. Met het project Bocholt Stuwt worden landbouwers hierbij ondersteund.

Leestijd : 4 min

Gedeputeerde voor Landbouw en voorzitter van PVL Inge Moors (cd&v): “Met het project Bocholt Stuwt neemt het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL), in samenwerking met de Bodemkundige Dienst van België, Boerennatuur Vlaanderen en Sumaqua het initiatief om de lokale landbouwers hierbij te ondersteunen.”

“Het project Bocholt Stuwt geniet een ondersteuning van 125556 euro subsidie uit het Droogte Innovatie Fonds van de Provincie Limburg. Een klimaatbewuste aanpak van ons waterbeheer wordt dan ook steeds belangrijker voor het veiligstellen van onze waterbeschikbaarheid,” gaat ze verder.

Meer dan het plaatsen

Er lopen meerdere projecten die zich focussen op het opstuwen en vasthouden van water. Dit project gaat dan ook verder dan eenvoudigweg het plaatsen van stuwtjes bij landbouwers met geschikte perceelsgrachten. Er wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van automatisatie en digitalisering van stuwen. Zo wordt er een dashboard ontwikkeld waarop de actuele waterstanden in perceelsgrachten, door middel van automatische metingen met sensoren, door de landbouwers kunnen worden opgevolgd. Deze gegevens kunnen op het bedrijf gemonitord worden zodat eventuele managementbeslissingen van op afstand kunnen worden gemaakt. Zo kunnen we de landbouwers ook een extra rit naar de stuw uitsparen en wordt het beheer van stuwtjes nog verder geoptimaliseerd.

Kanaalwater

Aansluitend wordt onderzocht in welke mate er potentie is om kanaalwater uit de Zuid-Willemsvaart in te zetten voor verdere aanvulling van de grondwatertafel. Tijdens drogere wintermaanden, zoals bijvoorbeeld dit jaar in februari, zou het lokale grachtenstelsel gevuld kunnen worden met kanaalwater om extra infiltratie mogelijk te maken. Op deze manier kunnen grondwatervoorraden ook worden aangevuld op momenten met een beperkte hoeveelheid neerslag in onze regio. Belangrijk in dit laatste luik is echter het benodigde studiewerk. Kanaalwater heeft immers een andere samenstelling dan regenwater waardoor onder andere de impact van het importeren van kanaalwater in een lokaal grachtenstelsel op de omgeving moet worden onderzocht. Bij gunstige resultaten kan dit studiewerk in een vervolgtraject aanleiding geven tot concrete implementaties.

Situering

De laatste jaren worden we steeds meer geconfronteerd met extreme weerfenomenen, gaande van langdurige droogtes tot hevige neerslag met overstromingen tot gevolg. De steeds frequenter voorkomende droogteperiodes zorgen ervoor dat het belang van irrigatie toeneemt. In Noord-Limburg gebeurt dit voornamelijk met oppervlakkig grondwater. Dit grondwater is door de stuwing van de Maas ruim aanwezig. Toch staat deze irrigatie onder een maatschappelijke en beleidsmatige druk rond het aanspreken van watervoorraden.

Het is dus noodzakelijk om de lokala neerslag uit de natte periodes zo goed als mogelijk te benutten om ons zo beter te wapenen tegen droge periodes. “De landbouwsector beschikt als grootste gebruiker van de open ruimte over een aanzienlijk potentieel om het neerslagwater efficiënter te gebruiken. Op die manier kan de sector resultaten bereiken op vlak van haar eigen watervoorziening maar tevens bijdragen aan meer gunstige grondwatervoorraden in de ruime omgeving, die ook van belang zijn voor de drinkwatervoorziening” stelt gedeputeerde Inge Moors.

Klimaatrobuust waterbeheer

Een eenvoudige manier om ons waterbeheer meer klimaatrobuust te maken, is door af te stappen van het zo snel mogelijk afvoeren van water. Nog steeds wordt teveel water van de velden naar perceelsgrachten en via waterlopen en rivieren richting de zee. Op die manier gaat er veel nuttig water verloren. Het zou beter zijn om zoveel mogelijk water plaatselijk vast te houden en het de kans geven om lokaal te infiltreren, om aldus het grondwater aan te vullen.

Stuwen

Een maatregel die landbouwers kunnen nemen om het lokale water langer vast te houden op hun percelen, is het gebruik van regelbare stuwen. Een stuw is een vrij eenvoudige constructie die geplaatst kan worden in een perceelsgracht of waterloop en, aan de hand van uitneembare schotjes, het waterpeil kan sturen.

In praktijk betekent dit dat de landbouwers zo veel mogelijk water in het grachtensysteem vast houden door de schotjes het grootste deel van het jaar in het stuwkader te laten zitten. Enkel in de periodes wanneer er veldwerkzaamheden dienen te gebeuren, zullen de schotjes worden verwijderd om het waterniveau te verlagen. Op dat moment moet het perceel namelijk droog genoeg zijn om berijdbaar te blijven en insporing en verdichting van de bodem te voorkomen. Stuwen werken dus volgens een gelijkaardig principe als peilgestuurde drainage waarbij een buis wordt verwijderd uit de regelput waaruit het water kan weglopen. Op veel plaatsen kunnen stuwen met peilgestuurde drainage worden gecombineerd om het drainwater vast te houden of om water via de peilgestuurde drainage terug in het veld te brengen (subirrigatie).

Naast de klassieke regelbare stuwen kan er ook worden geopteerd voor een knijpstuw. Een dergelijke stuw heeft een kleine opening in één van de schotbalkjes die zorgt voor een gedoseerde, langzame waterafvoer. Zo wordt er niet alleen opvangcapaciteit gecreëerd maar neemt bij hevige regen ook de kans op overstromingen af.

Provincie Limburg

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken