Startpagina Granen

Bladziekten wintertarwe, een dunne lijn tussen inputs en opbrengst om nettowinst te maximaliseren

De LCG-partners voeren jaarlijks waarnemingen uit inzake de aanwezigheid van bladziekten in wintertarwe. Aan de hand daarvan wordt dan wekelijks een advies opgesteld, per regio. Deze info wordt wekelijks verspreid via de LCG-graanberichten, om graantelers bij te staan in de beslissing of er al dan niet behandeld dient te worden. Er zit echter een zeer dunne lijn tussen de kost van inputs door behandelingen en de potentiële financiële opbrengst van een perceel.

Leestijd : 6 min

De doelstelling is om binnen de grenzen van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) het financiële rendement te maximaliseren. Dit houdt dan kortweg in om met zo weinig mogelijk middelen, een zo optimaal mogelijke output (kg/ha) te genereren. Daarvoor leggen de partners van Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) al 2 jaar proeven aan.

Advisering LCG

Akkerbouwers kunnen bij het LCG terecht voor advies en begeleiding in de graanteelt. Dit vormt de kerntaak van de partners van het LCG. Daarvoor worden er jaarlijks, verspreid in de belangrijke graanregio’s in Vlaanderen, voorlichtingsmomenten georganiseerd, zoals proefveldbezoeken, en praktijkproeven aangelegd voor de voornaamste graansoorten: wintertarwe, wintergerst en triticale. Er zijn enerzijds de rassenproeven en anderzijds de ziektebestrijdingsproeven.

Rassenproeven

In de rassenproeven worden de uitgezaaide rassen nauwgezet opgevolgd, beoordeeld op ziektegevoeligheid en via kwalitatieve bepalingen bij oogst op waarde geschat. Om een correcte vergelijking van de rassen te maken, worden alle rassen gelijk behandeld met blad- en aarfungiciden, met als doel alle rassen gezond te houden en maximale landbouwkundige opbrengst (kg/ha) te genereren. Op deze manier kan een correcte vergelijking gemaakt worden tussen de verschillende rassen op het vlak van opbrengstpotentieel. In het kader van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) is informatie over de ziektegevoeligheid heel belangrijke info om een goede rassenkeuze te kunnen maken en om behandelingen met gewasbeschermingsmiddelen te reduceren.

Om deze aanvullende info inzake gevoeligheid van de verschillende rassen ten opzichte van ziektes in beeld te brengen, blijft een extra deel van de proef doorheen het volledige seizoen onbehandeld met fungiciden. Dit deel wordt doorheen het volledige groeiseizoen intensief opgevolgd om de gevoeligheid van de verschillende rassen ten opzichte van de verschillende graanziektes te beoordelen. Al deze informatie is terug te vinden in de rassenfiches op www.lcg.be.

Ziektebestrijdingsproeven

In de ziektebestrijdingsproeven wintertarwe wordt er een onderscheid gemaakt tussen bladziekten en aarziekten. Bij bladziekten wordt er in de T1-behandeling een vergelijking gemaakt van de werking op bladziektes tussen de verschillende fungiciden. Binnen de aarziektenproeven maakt het LCG de vergelijking tussen middelen in het tijdstip T2. Daarnaast wordt van de verschillende gewasbeschermingsschema’s opgelijst hoeveel g actieve stof er toegepast wordt. De middelen worden ten slotte onderverdeeld in prijscategorieën en met elkaar vergeleken.

Combinatie: Low input rassen

Binnen het LCG-project ‘Low-input rassen’, in het kader van ‘Relance Vlaanderen- Klimaatrobuust telen’, worden beide proefopzetten – rassen en fungicideschema’s – gecombineerd. Dit geeft extra informatie bovenop de resultaten van de bestaande proeven. Zo kan men het potentieel van minder ziektegevoelige rassen bij beperkt gebruik van fungiciden bepalen en zodoende deze lowinputrassen meer in de spotlight te zetten.

Daarvoor is er de voorbije 2 jaar op 3 locaties telkens een veldproef aangelegd waar dezelfde rassen zijn uitgezaaid. De rassen werden gekozen op basis van verschillen in ziektegevoeligheid: potentieel gezondere en meer gevoeligere rassen. Dit werd dan gecombineerd met 3 fungicideschema’s: geen fungicidebehandeling, één keer behandelen in het stadium 39 (laatste blad) of 2 behandelingen, in tweede knoop (32) en midden aarvorming tot bloei aar (55-65). Het verlaagde gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en een bewuste keuze voor een minder ziektegevoelig ras kunnen mogelijk resulteren in een lagere opbrengst (kg/ha), maar eveneens in lagere teeltkosten en daardoor finaal in een gelijkaardig of zelfs hoger financieel rendement. Onnodige behandelingen zetten daarnaast druk op de erkenning van middelen, maar ook op het milieu, en vragen extra budget en tijd.

Dit project heeft dus als doel akkerbouwers bewust te maken van het voordeel van ziektetolerante variëteiten en vertrouwen te geven om actief beslissingen te nemen over het aantal fungicidebehandelingen. Daardoor kunnen we de impact reduceren, brengen we minder producten in het milieu en is er dus minder kans op het verdwijnen van erkende actieve stoffen.

Twee jaar proeven: opbrengst

De proeven werden uitgevoerd in de seizoenen 2020-2021 en 2021-2022, 2 tegengestelde jaren op het vlak van klimatologische omstandigheden. Het eerste jaar was nat en koud, met een hoge ziektedruk. Het tweede jaar was droog en warm, met een lagere ziektedruk. Uit de resultaten van deze proeven kunnen we enkele eerste voorzichtige conclusies trekken.

In de grafiek wordt de gemiddelde korrelopbrengst van alle rassen opgenomen in de proeven de voorbije 2 jaar (geel), vergeleken met de korrelopbrengst van het meest gevoelige ras (groen) en het minst gevoelige ras (oranje). Daarnaast wordt ook telkens de korrelopbrengst weergegeven zonder fungicidebehandeling, met één complete behandeling en met een tweevoudige behandeling (blad en aar). De opbrengst wordt weergegeven als relatieve waarde (%) ten opzichte van de gemiddelde opbrengst over 2 jaar van alle proeven (10,9 ton/ha).

Figuur: Effect van aantal fungicidenbehandelingen op de opbrengst en op het financiële rendement van wintertarwerassen met een verschillende ziektegevoeligheid.
Figuur: Effect van aantal fungicidenbehandelingen op de opbrengst en op het financiële rendement van wintertarwerassen met een verschillende ziektegevoeligheid. - Bron: LCG

Tussen beide rassen is er weinig verschil als er 2 keer werd behandeld. Beide variëteiten zijn ziektevrij, en behalen een gelijkaardige opbrengst over beide proefjaren en 3 locaties. Als er slechts eenmaal behandeld wordt met fungicide, heeft het gevoelige ras (groen) een lagere opbrengst, zowel ten opzichte van het tolerante ras (oranje) als van de gemiddelde opbrengst van alle rassen over de 2 jaren heen (geel). Dit is nog explicieter bij afwezigheid van een fungicidebehandeling, maar dit wordt in de praktijk zeker niet geadviseerd. Een fungicidebehandeling ter bescherming tegen aarziekten (en eventueel geproduceerde mycotoxines) wordt namelijk steeds aanbevolen.

Twee jaar proeven: financieel rendement

Naast de korrelopbrenst is ook het financiële rendement berekend. Daarvoor werd de korrelopbrengst vermenigvuldigd met een marktprijs van 200, 300 en 400 euro per ton. Daarvan is vervolgens de kost van de behandelingen afgetrokken, met als richtprijs 90 euro voor de middelen en 30 euro arbeidskost, per behandeling per ha. Het prijsverschil wordt weergegeven als relatieve waarde, ten opzichte van de nulbehandeling van het algemene gemiddelde van alle rassen aan een marktprijs van 200 euro/ton (geel – nulbehandeling). Zie respectievelijk de zwarte, oranje en bruine lijnen in de grafiek.

In het linkse deel van de grafiek (geel) – met daarin het effect van de verschillende behandelingsschema’s op de gemiddelde opbrengst over de verschillende rassen heen over 2 jaar – blijkt het financiële rendement gelijk te blijven bij intensievere behandelingsschema’s, tot licht hoger te liggen vanaf een marktprijs aan 300 euro/ton. Het is echter interessanter om het financiële rendement van het gevoeligere en tolerantere ras met elkaar te vergelijken. Daaruit blijkt dat een gevoelige variëteit (groen) 2 keer behandelen een beter rendement oplevert dan een gereduceerde behandeling, en dat dit effect versterkt wordt in het geval van een hogere marktprijs (bruine lijn). Bij een toleranter ras (oranje) zien we een ander effect. Daar zien we een hoger financieel rendement in geval van gereduceerde behandelingen (of een minder intensief fungicideschema). Dat komt door de beperkte daling in opbrengst en het uitsparen van de bespuitingskost(en). Bij een enkelvoudige behandeling ligt het financiële rendement van het tolerante ras (oranje) steeds hoger dan dat van het gevoeligere ras (groen).

Het huidige rekenvoorbeeld geeft aan welke verschillen er gerealiseerd kunnen worden met een doordachte rassenkeuze en met het beredeneerd behandelen van het gewas. Het blijft echter een dunne lijn tussen inputs en financieel rendement.

Toleranter ras (19 april 2022)
Toleranter ras (19 april 2022) - Foto: LCG
Gevoeliger ras (19 april 2022)
Gevoeliger ras (19 april 2022) - Foto: LCG

Conclusie

Het financiële rendement van een perceel optimaliseren is niet eenvoudig, zeker aangezien we werken in wisselende weersomstandigheden. Die hebben een impact op het verspreiden en voorkomen van ziektes in tarwe, en hebben daarnaast een grote invloed op het opbrengstpotentieel. Uit de tweejarige proefresultaten op 3 locaties kan voorzichtig geconcludeerd worden dat bij de keuze voor een ziektetolerant ras en een minder intensief bespuitingsschema met fungiciden een gelijkaardig rendement kan bekomen worden als bij een intensievere behandeling van een ziektegevoeliger ras, wat bovendien minder impact heeft op het milieu. Een beredeneerde rassenkeuze en behandelingen kunnen dus een invloed hebben, maar het is zoals eerder gesteld, een zeer dunne lijn. Deze proefopzet zal alleszins verdergezet worden, om de resultaten te kunnen bevestigen. De LCG-graanberichten helpen akkerbouwers doorheen het seizoen met deze teelttechnische beslissingen. Schrijf je dus gerust in voor de nieuwsbrief via www.lcg.be .

Bram Vervisch (LCG)

Lees ook in Granen

Biowanze schept duidelijkheid over herkomst van tarwe

Granen Biowanze wilt duidelijkheid scheppen over foutieve informatie die circuleert over de herkomst van tarwe die ze in hun vestiging in Wanze gebruiken. Hierom informeerden ze landbouworganisaties en pers met een informatiedocument midden april.
Meer artikelen bekijken