Startpagina Melkvee

“Studie van EFSA is een advies en men kan niet alles tot in detail implementeren”

“In het belang van een Europees level playing field is het mijn standpunt om maximaal in te zetten op Europese regelgeving waarbij de studie van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, die zegt dat kalveren na de geboorte minstens 1 dag bij de moeder moeten kunnen blijven, meegenomen kan worden om toekomstige normen te bepalen”, zegt minister van Landbouw Jo Brouns.

Leestijd : 4 min

Vlaams parlementslid Sofie Joosen (N-VA) informeerde in de commissie Landbouw op 17 mei bij Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) naar zijn standpunt over de nieuwe studie van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).

“Zodra de aanbevelingen van dit EFSA-rapport resulteren in wetgeving zullen er vanuit de administratie stappen gezet worden om deze nieuwe informatie te verspreiden via studiedagen, artikels in de vakpers, enzovoort. Uiteraard staat het elke rundveehouder vrij om met bepaalde aspecten uit dit rapport aan de slag te gaan”, zegt Brouns.

Koeien zijn kuddedieren

In Vlaanderen worden kalveren doorgaans onmiddellijk na de geboorte gescheiden van de moeder. De nieuwe studie van EFSA stelt dat kalveren na de geboorte minstens 1 dag bij de moeder moeten kunnen blijven en het liefst zelfs nog langer. De band tussen kalf en koe zou pas vanaf de vierde dag tot stand komen. Verder wordt er ook aangeraden om kalveren in groepen van 2 tot 7 te zetten in plaats van in aparte kleine hokken. Koeien zijn dan ook kuddedieren. EFSA raadt een ruimte aan van ongeveer 20 m² met voldoende ligstro, waar de kalveren kunnen rusten en spelen.

“Een aantal studies bevestigen dat het zogen het risico op mastitis vermindert, doordat resterende melk in de uier wordt verwijderd door het zogende kalf. Ook bevat het speeksel van het kalf lysozymen, die de groei van bacteriën afremmen”, vertelt Joosen.

Productiviteitsvoordelen van zogende kalveren

“Een latere scheiding heeft dus heel wat voordelen. Niet alleen voor de dieren, ook voor de boeren kan dit een positief verhaal worden. Er zijn ook productiviteitsvoordelen van zogende kalveren. Tijdens de zoogperiode produceren koeien minder verkoopbare melk, maar met de huidige hoge voederprijzen zou het wel eens kunnen dat het economisch voordeliger is voor de boer om het kalf enkele dagen te laten zogen bij de moeder. Zogende kalveren groeien bovendien sneller. Ook na de zoogperiode blijft het effect positief en blijft het nog maanden aanwezig”, meent Joosen.

Minister van Dierenwelzijn Ben Weyts kondigde eerder aan dat de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn met het advies van EFSA aan de slag is gegaan in een werkgroep over het houden van kalveren. “Het advies dat dit jaar nog verwacht wordt, zal zeer nuttig zijn voor de bepaling van een standpunt in de discussies die op Europees niveau gevoerd zullen worden begin 2024, wanneer België voorzitter is van de Raad van de Europese Unie”, zegt Joosen.

Voortschrijdend inzicht is goed

“Het EFSA-rapport doet een aantal voorstellen die het welzijn van kalveren kunnen verbeteren. Vlaamse melkveehouders houden vandaag hun dieren volgens de normen opgelegd door Europese wetgeving, waarbij onze landbouwers heel vaak nog extra inspanningen leveren om het comfort en welzijn van hun dieren te maximaliseren”, duidt Brouns.

“Het is goed dat voortschrijdende inzichten en kennis kunnen leiden tot een beter dierenwelzijn. Zulke rapporten zijn daarbij nuttig, maar moeten in hun context en vanuit de verschillende relevante perspectieven gebruikt worden. In het belang van een Europees level playing field is het mijn standpunt om maximaal in te zetten op Europese regelgeving, waarbij dit EFSA-rapport meegenomen kan worden om de toekomstige normen te bepalen.

Deze informatie geraakt snel tot bij de melkveehouders via onder meer vakbladen. Van zodra de aanbevelingen van dit rapport resulteren in wetgeving, zullen er vanuit de administratie stappen gezet worden om deze informatie te verspreiden via studiedagen, artikels in de vakpers, enzovoort. Nieuwe initiatieven van onderuit, zoals demonstratie- en European Innovation Partnership-projecten, kunnen melkveehouders informeren en adviseren”, stelt minister Brouns.

Haalbaar en betaalbaar

“De aanpassingen voor melkveebedrijven rond dit advies voor kalveren zijn haalbaar en betaalbaar, maar de veehouders moeten wel beschikken over informatie om met het advies aan de slag te gaan. Momenteel is de bedrijfsvoering niet georganiseerd om dit systeem in praktijk te brengen”, stelt Joosen.

“Maar het zijn kleine aanpassingen die de sector zou moeten doen om eraan tegemoet te komen. Dan is het belangrijk dat het wetenschappelijke onderzoek tot op het terrein komt. Ik denk dat proefprojecten stimulerend zouden kunnen werken. Als een veehouder de implementatie van het systeem bij een collega zou kunnen zien, en zien dat het vruchten afwerpt, kan dat natuurlijk sneller overtuigen om dat ook in zijn bedrijf te doen”, zegt Sofie Joosen.

Niet alles tot in het kleinste detail implementeren

“De praktijk- en proefcentra nemen al tal van initiatieven om dierenwelzijn permanent te verbeteren, want dat is in ieders belang. De studie van EFSA is een advies en men kan niet alles tot in het kleinste detail implementeren, zoals Europa dat ziet. Ik denk wel dat het belangrijke adviezen zijn waarmee we aan de slag kunnen gaan. We kunnen onze kenniscentra daarmee aan de slag laten gaan, zodat het een meerwaarde kan zijn voor de bedrijfsvoering en voor het welzijn van onze kalveren”, besluit minister Brouns.

Filip Van der Linden

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken