Startpagina RULA: 'Landbouw en topsport'

Paratriatleet Wim De Paepe: “Mijn roots in de landbouw stuwen mij altijd verder vooruit”

Wim De Paepe is een paratriatleet, die opgroeide op een landbouwbedrijf in Waals-Brabant. Op het einde van vorig jaar veroverde hij een bronzen medaille op de wereldkampioenschappen in Abu Dhabi. De discipline en het sterke karakter dat je in deze discipline nodig hebt, vinden zonder twijfel hun oorsprong in zijn opleiding en in de omgeving waarin hij opgroeide.

Leestijd : 5 min

Wim groeide op op het platteland van Bois-de-Nivelles in een gezin met 3 kinderen. “Mijn ouders hadden in de jaren 80 het familiebedrijf overgenomen, met akkerbouw en veeteelt (Belgisch witblauw). Om hun activiteiten te verbreden, zijn ze later gestart met de teelt van aardbeien. Dat is al snel uitgegroeid tot de specialiteit van onze boerderij. Met mijn zus en mijn broer heb ik altijd mee de handen uit de mouwen gestoken, vooral voor de aardbeien, maar onze ouders waakten erover dat wij verder keken dan onze eigen boerderij en dat we de hele wereld zouden ontdekken. Zo komt het dat we alle 3 begonnen zijn aan een toekomst die soms toch wel ver van de landbouw staat en dat onze ouders nog steeds de boerderij runnen, ook al verdienen ze zeker eens een rustpauze”, vertelt Wim.

Sport is alomtegenwoordig

Sport was alomtegenwoordig bij de familie De Paepe: “Sport was voor ons altijd een familie-aangelegendheid. Zelfs als iemand een bepaalde sport niet zelf beoefent, is er altijd wel interesse. Ik herinner mij dat mijn vader in het weekend ging lopen met vrienden. Ze hebben zich zelfs gewaagd aan marathons. Onze interesse in sport vindt daar zijn oorsprong, denk ik.”

Jammer genoeg werd Wim op de leeftijd van 9 jaar het slachtoffer van een ongeval met een grondbewerkingsmachine. “Ik verloor een deel van mijn rechterbeen, maar ik wou absoluut nog aan sport doen. Mijn zus was reeds bezig met zwemmen en daarom heb ik toen beslist om me daarop te richten. Ik heb daarvoor geen speciale uitrusting nodig en zij kon mij helpen om te leren omgaan met mijn nieuwe lichaam.”

Wim begon dan keihard te trainen, wel 1 of 2 keer per dag, en trad vanaf zijn 15 jaar aan in internationale competities voor mensen met een handicap. “Dat traject leidde mij naar de Paralympische Zomerspelen van Athene in 2004. Daar kon ik mij kwalificeren voor de finale en behaalde ik een zesde plaats.”

Landbouw of sport?

Daarna kwamen zijn hogere studies in zicht. Wim twijfelde nog even of hij zich op de agrosector wilde richten, maar koos dan voor het beroep van kinesist, dankzij zijn ervaringen in de sport. “Bij wedstrijden werd ik vaak geholpen door kinesisten en dat heeft mij naar die studiekeuze geleid. De sport heeft mij geleerd waar mijn nieuwe limieten liggen en hoe ik mijn lichaam correct kan laten functioneren. Als je lichaam ingrijpend verandert, zijn beweging en sport heel belangrijk. Ik moest kiezen tussen 2 werelden die veel voor mij betekenden. Dat ik koos voor een leven als kinesist, wil echter niet zeggen dat ik de landbouw heb afgezworen. Ik heb daar nog steeds heel veel interesse voor. Landbouw blijft deel uitmaken van mijn leven en ik kom er nog regelmatig mee in contact via mijn familie.”

Wim beseft wel dat zijn opvoeding en zijn roots invloed hebben op zijn waarden in het leven en op zijn sportieve doorzettingsvermogen. “Ik kom uit een hecht gezin en uit een milieu waarin hard werken gewaardeerd wordt, waar altijd wel iets te doen is en waar je altijd een manier vindt om uit te blinken. Dat zijn waarden die mijn leven en sportieve prestaties bepaald hebben. Als ik iets doe, smijt ik mij helemaal.”

Van het zwemmen naar de paratriatlon

Tijdens zijn studies bleef Wim zwemmen en trainen. Jammer genoeg miste hij maar net de kwalificaties voor de Paralympische Spelen van 2008. “Ik moet toegeven dat ik toen misschien net iets te veel van het studentenleven genoten heb”, zegt hij lachend.

Vervolgens startte hij zijn kinepraktijk en begon hij met zijn opleiding als osteopaat. Hij stichtte ook zijn eigen gezinnetje en werd papa van 3 zonen. “Sport had tot dan altijd deel uitgemaakt van mijn leven, maar toen ging het niveau wat naar beneden. Ik zwom en trainde enkel nog voor het plezier. De omslag kwam met de coronapandemie. Daardoor kon ik minder werken en startte ik met fietsen om meer aan sport te doen. Dat zorgde voor een zeker evenwicht. Als ik kan zwemmen en fietsen, waarom dan niet starten met wielrennen? Daarvoor heb je een aangepaste prothese nodig. Omdat ik niet van half werk hou, ben ik vanaf dat moment helemaal gegaan om me te bewijzen als paratriatleet. Was het niet gelukt, dan was het toch al een goede manier om mezelf te heroriënteren.”

Naar de Paralympische Spelen in Parijs

De resultaten kwamen al snel. Eind 2022 won Wim een bronzen medaille op de wereldkampioenschappen in Abu Dhabi. “Dat betekende dat ik voortaan een beroep kon doen op financiële steun. Dat is belangrijk, want om maximaal te kunnen trainen, moet ik werktijd laten vallen. De steun van de Federatie is echt wel belangrijk daarin. Het volgende doel is om mij te kunnen kwalificeren voor de

Paralympische Spelen in Parijs in 2024. Bijna 20 jaar na die van Athene zou ik daar veel mensen mee verrassen. Alleen al daarom ga ik nu een jaar lang keihard trainen.”

Discipline en organisatie

Hoe combineert hij werk met sport en een gezin? “Topsport vergt uiteraard opofferingen, maar ik heb een manier gevonden om alles op elkaar af te stemmen. Er is niet meer nodig dan een goede organisatie. Eens je de juiste methode gevonden hebt, vallen alle puzzelstukjes in elkaar, als je maar genoeg discipline hebt. Toen ik begon met sporten, deed ik mijn schoolwerk in het weekend, zodat ik tijdens de week kon trainen. Nadien had ik al snel door dat ik niet bij de jongeren behoorde die uitgingen tot het uur dat ik zou moeten opstaan om te starten met mijn zwemtraining. Vandaag vergezelt mijn echtgenote mij naar wedstrijden, terwijl de kinderen al eens mee trainen. We krijgen ook veel steun en logistieke hulp van de rest van de familie. Zonder hulp behaal je geen goede resultaten”, besluit Wim.

Lees de verhalen van de andere topsporters met landbouwroots in het RULA-magazine via deze link.

Delphine Jaunard

Lees ook in RULA: 'Landbouw en topsport'

Marthe Truyen: “Ik wist al heel vroeg dat ik niet melkveehoudster, maar wielrenster wilde worden”

RULA: 'Landbouw en topsport' In de RULA laten we jullie kennismaken met enkele topsporters met roots in de landbouw. Toen Marthe Truyen 5 jaar oud was, besliste ze dat ze de nieuwe Sven Nys of Marianne Vos wilde worden. De liefde voor de wielersport was nieuw in de familie, en omdat haar ouders een melkveebedrijf hebben, duurde het nog jaren voor ze zelf kon starten. Ondertussen won Marthe haar eerste wegrit bij de profs, en werd ze derde in Parijs-Roubaix.
Meer artikelen bekijken