Nog steeds vragen over mobiele slachthuizen
Mobiele slachthuizen zijn diervriendelijke alternatieven voor vaste slachthuizen, omdat ze het transport en de stress die daarbij horen voor de dieren vermijden. Minister Zuhal Demir (N-VA) zit met die overweging op de lijn van partijgenoot en collega-minister van Dierenwelzijn Ben Weyts.
Om het opzetten van mobiele slachteenheden mogelijk te maken voor landbouwbedrijven die hun producten via de korte keten willen aanbieden aan de consument, moet de regelgeving echter nog worden aangepast.
Informatiedossier BioForum
In de commissie voor Leefmilieu van 12 juli informeerde Vlaams parlementslid Stijn De Roo (cd&v) bij bevoegd minister Demir naar de stand van zaken over het aanleveren van het informatiedossier van BioForum. BioForum is de sectorvereniging voor de biologische landbouw- en voedingsketen. De Roo herinnerde er- aan dat hij zowel al bijna 3 jaar geleden als nog vorig jaar op zijn honger bleef zitten. Op zijn vraag of de minister al over een onderbouwd informatiedossier beschikte vanwege BioForum, kreeg hij geen duidelijk ant-woord. Demir stelde wel dat het niet de bedoeling kan zijn dat mobiele slachtingen een grotere impact op het leefmilieu hebben dan slachtingen in een slachthuis. De Roo herinnert zich ook dat Demir hem destijds zei dat er onvoldoende informatie ter beschikking was.
Afvalwater en bloed
Naast Vlaamse regelgeving verwijst De Roo naar het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Wat transport van het afvalwater aangaat, zijn er een aantal links met het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem). De Roo heeft aan zijn collega Leen Dierick (cd&v) gevraagd om in het federaal parlement de bevoegde minister Clarinval (MR) daarover te ondervragen. In februari jongstleden antwoordde minister Clarinval dat ook het FAVV regelmatig contact heeft met BioForum. Toen bleek dat de afvoer van afvalwater en bloed als afval – wat een bevoegdheid is van de gewesten – een Vlaams knelpunt is.
Diervriendelijk alternatief
Minister Demir ziet mobiele slachthuizen als diervriendelijk alternatief voor vaste slachthuizen. Ze laten bijvoorbeeld het slachten in een veeleer vertrouwde omgeving voor het dier toe. Daarbij dient aandacht te gaan naar de milieu-impact van dergelijke inrichtingen, opdat voor het leefmilieu een gelijkwaardige bescherming zou worden geboden. Volgens de biosector zouden de huidige Vlarem-normen voor slachthuizen moeten worden aangepast in functie van de mobiele slachteenheden. Daarvoor werd al informatie gevraagd bij de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) in verband met de afvalverwerking, bij het FAVV met betrekking tot de voedselveiligheid en bij BioForum over de concrete werking van mobiele slachteenheden.
Volgens minister Demir stelt haar administratie dat ze ondanks veelvuldig aandringen, nog steeds onvoldoende informatie heeft ontvangen. Het betreft info over alle aspecten die hinder voor de buurt kunnen veroorzaken en die een impact hebben op het leefmilieu. De minister hoopt dat ze snel al die informatie van BioForum zal ontvangen.
Mobiele dodingseenheid
Demir verwijst naar een studie die vorig jaar door de minister van Dierenwelzijn aan BioForum werd uitbesteed om de haalbaarheid van het gebruik van een mobiele dodingseenheid na te gaan. Minister van Dierenwelzijn Weyts zei in juni jongstleden dat de laatste hand aan dat rapport wordt gelegd. De studie wordt uitgevoerd door BioForum, in samenwerking met de hogeschool Odisee. Er is daarbij aandacht voor de economische haalbaarheid en het dierenwelzijn, maar er worden ook milieuaspecten in meegenomen. Minister Demir laat bekijken of ze via de studie de ontbrekende informatie die ze nodig heeft, kan krijgen.
Minister Demir wijst er intussen op dat er binnen het Vlaamse wettelijke kader wel mogelijkheden zijn voor mobiele slachtactiviteiten. Landbouwers die mobiele slachtactiviteiten op hun erf willen, kunnen nu al die slachtactiviteiten aanvragen in de omgevingsvergunning.
Het afvoeren van dierlijke bijproducten, zoals slachtafval en bloed, moet gebeuren door een geregistreerd inzamelaar van dierlijke bijproducten met een begeleidend handelsdocument. De registratie moet gebeuren via het webloket van de OVAM en is een eenvoudige procedure. De registratie is opgelegd door de Europese regelgeving.
Wat het transport betreft van afvalwater door de uitbater van de mobiele slachteenheid naar zijn vestigingseenheid of een vergunde afvalverwerker, moet er geen registratie aangevraagd worden voor het vervoer van afvalstoffen. Het vervoer van het afvalwater moet wel gebeuren met een identificatienummer voor afvalstoffen.
