Startpagina Melkvee

Peter Bauwens heeft eerste Beter voor Iedereen-label in België

Melkveehouder Peter Bauwens uit Sint-Lievens-Esse (Herzele) heeft als eerste Belgische landbouwer het Franse label Bleu Blanc Coeur gekregen. Hij hoopt het logo aan zijn gevel te kunnen tonen op de opendeurdag voor de landbouw, die de gemeente organiseert op zondag 3 september.

Leestijd : 7 min

Het Franse label wordt in het Nederlands vertaald als het Beter voor Iedereen-label. ‘Iedereen’ slaat daarbij op zowel de landbouwer en veehouder als de landbouwdieren, de bodem, de omgeving en de consument. In Frankrijk doen al zowat 7.000 landbouwers mee met dit label. Voor melkveehouders zijn er onder meer voorwaarden inzake dierenwelzijn waaraan moet voldaan worden. Peter Bauwens is de eerste Belgische veehouder die hieraan voldoet. Hij hoopt dat het Franse label ook in Vlaanderen ingang kan vinden.

Soms meer dan één juiste weg

Peter Bauwens kiest als ondernemer niet altijd voor de platgetreden paden. Hij gaat er niet automatisch van uit dat de meest toegepaste oplossingen ook altijd de beste zijn. Hij houdt elk aspect van zijn bedrijf tegen het licht en ziet dat er vaak meer dan één juiste weg is om te bewandelen.

“Als melkveehouder kan je elke dag een andere adviseur op je erf krijgen. Voor de boekhouding, voor voer, voor klauwzorg, voor elektriciteit, voor genetica, voor fyto, voor vergunningen… Uiteindelijk willen die adviseurs elk hun eigen wedstrijd rijden en helpen ze mij niet altijd om mijn wedstrijd te winnen. De veehouderij is bovendien weinig flexibel in zijn oordeel of vooroordeel: voor vleesvee is enkel Belgisch witblauw het beste en voor melkvee ben je het beste af met Holstein. Elke voerleverancier belooft een plan op maat voor elke klant en levert uiteindelijk toch bijna overal hetzelfde product. Ik ben daar een tijdje in meegegaan toen ik als 19-jarige in het bedrijf kwam van mijn ouders, maar ik merkte al gauw dat je niet elke adviseur zomaar mag vertrouwen.

Het voorgestelde voer voor mijn hoogproductieve Holsteins bevatte veel maïs en soja. Door al die maïs vervetten de lever en andere organen van de koe, waardoor die dieren niet de door mij vooropgestelde levensduur haalden. De magen van een koe zijn vooral afgestemd op gras en veel minder op maïs. Toen ik zelf op zoek ging om een rantsoen samen te stellen op basis van meer gras dan maïs, bleek hoe weinig kennis over gras als voer er is in Vlaanderen. Het was maar in Noord-Nederland dat ik ant-woorden vond op mijn vragen”, vertelt Peter.

Zelf voederkeuze gezocht

”Met vallen en opstaan heb ik zelf een voeder samengesteld waarmee mijn 130 melkkoeien uitstekende resultaten halen bij het melken, zowel in hoeveelheid als in vet- en eiwitgehalte. En wat sommigen misschien zal verbazen, is dat ik alles op mijn eigen land kan telen: gerst, veldbonen, grasklaver en gras. Veel gras. De koeien zijn daardoor veel gezonder, halen een uitstekende productie en worden tot 11 jaar oud met weinig rendementsverlies.

Ik verbaas mij er altijd over hoeveel maïs er geteeld wordt in Vlaanderen en hoe weinig voederbieten er nog op onze velden staan. Na gras zijn voederbieten voor mijn melkkoeien nochtans de beste voeding. Waarom hebben we als veehouders de voederbieten laten schieten, vraag ik mij dan af.

We proberen op onze boerderij al een aantal jaren om maïs volledig achterwege te laten en dit jaar zal het het eerste jaar zijn dat dat ook effectief lukt. Er is dit jaar nog wat maïs gezaaid, maar deze zullen we kunnen oogsten als MKS (maïskolvensilage). In de steeds droger wordende zomers mis je soms al eens 1 of 2 snedes gras en dan zou je kunnen terugvallen op maïs, maar ondanks de klimatologisch heel uitdagende zomer was dat dit jaar niet nodig.”

Maïs is makkelijk

“Ik begrijp ergens wel waarom vele collega-veehouders voor maïs blijven kiezen. Het is een oogstzeker gewas. Een droge zomer, een koud voorjaar, natte oogstmaanden: met maïs haal je toch altijd een zeker rendement. Als je echter weet hoe de magen en het darmstelsel van koeien werken, dan weet je ook dat maïs, en zeker maïsmeel, daar niet in passen. Als wij nog maïs in krachtvoer bijvoederen, dan zijn het maïsvlokken. De vlokken blijven langer ‘zweven’ in de pens en passen daardoor het beste in het dieet van de koeien.

Voedertechnisch kunnen we gerust zonder mais. Met mijn zelf-gemengd voer – in nauwe samenwerking met Valorex en eigen expertise – haal ik zonder korrel, maar met samengesteld krachtvoer gemaakt op het erf en op basis van losse grondstoffen, 43 vet en bijna 37 eiwit bij 11.000 l. Deze puike resultaten komen tot stand door strak management, protocollen en het wekelijkse bezoek van de vaste dierenarts van UGent. Ook een correcte planning met de loonwerker is van belang, zelfs de jongens die meehelpen met het afdekken van de silo… Alles moet kloppen. De productie is tot ver boven onze verwachtingen gestegen. Met mijn grasdieet haal ik een hoger omega 3-aandeel, terwijl een maïsdieet een hoger omega 6-percentage oplevert”, legt Peter uit.

Peter Bauwens heeft maïs en soja ingeruild voor gras(klaver), gerst en voederbieten.
Peter Bauwens heeft maïs en soja ingeruild voor gras(klaver), gerst en voederbieten. - Foto: FVDL

Hij laat de kalveren na de geboorte 2 tot 3 dagen bij de koe. Daarna gaan de kalfjes niet naar individuele huisvesting, maar naar een groepshuisvesting, zoals het advies nu ook komt vanuit Europa. Ook voor klauwzorg werkt hij samen met UGent. Hij verving zopas nog een manueel klauwbad door een automatisch.

Boeren zonder ploegen

Peter was ook bij de pioniers in Vlaanderen om niet langer grondkerend te werken. “Daar begin ik nu de positieve gevolgen van te merken. De bodem houdt langer water vast in droge periodes en laat meer water door in natte periodes. De toplaag spoelt veel minder af en dat is een voordeel in het licht golvende landschap waar ik mijn akkers heb. En in de toplaag zitten nu meer voedingsstoffen en andere organismen die de groei versterken. Het heeft wat tijd gevergd, maar het loont.

We zijn niet langer een klassiek bedrijf en we zijn ook geen biologisch bedrijf, maar we gaan sterk richting bio. We strooien veel minder kunstmest dan we wettelijk mogen, bespuiten veel minder – enkel voor onkruid – en proberen zoveel mogelijk rekening te houden met de natuur. We gebruiken dus geen middelen voor groeiregulator, ziekten of insecten. Helemaal niets. De gewassen staan prachtig en mooi egaal. We gebruiken ook geen Roundup meer, enkel voor kweekbestrijding en weidevernieuwing.”

Windmolen werkt ook ‘s nachts

Heel wat melkveehouders hebben zonnepanelen en boerderijbatterijen geplaatst en zijn daar heel tevreden mee. Sommigen kozen voor pocketvergisters. Peter koos voor een (relatief) kleine windmolen van het Deense bedrijf Solid Wind Power. “In pocketvergisters geloof ik niet. Je verbrandt net de meest interessante fractie van de dierlijke mest. Zonnepanelen leveren dan weer enkel elektriciteit als er zon is. De melkrobot heeft dag en nacht energie nodig. Hier in Sint-Lievens-Esse zit ik op het hoogste punt in de regio en het is in de Vlaamse Ardennen maar zelden echt windstil. Daarom koos ik voor een windturbine. Zonnepanelen komen er misschien alsnog bij, omdat het elektriciteitsverbruik van de hele boerderij toch hoger ligt overdag.

Kalfjes blijven tot 3 dagen na de geboorte bij de koe en gaan dan naar de groepshuisvesting.
Kalfjes blijven tot 3 dagen na de geboorte bij de koe en gaan dan naar de groepshuisvesting. - Foto: FVDL

De vergunning voor de windmolen werd ons bij de eerste aanvraag al toegestaan. In de voorwaarden stond evenwel dat de wieken niet mochten bewegen van 22 tot 7 uur. Dat is blijkbaar een van de standaardzinnetjes die ambtenaren van elkaar overnemen. Ik heb dan uitvoerig gemotiveerd waarom de windmolen ook ’s nachts moet draaien en dan hebben ze die voorwaarde laten vallen.

Ik haal dat niet aan als verwijt naar ambtenaren, maar er is in het algemeen te weinig kennis over een modern landbouwbedrijf in de maatschappij, niet enkel bij ambtenaren, maar ook bij politici en burgers. Ik probeer in dialoog te gaan met iedereen. Nadat ik die vergunning had voor de windmolen en de nieuwe voederloods heb ik heel wat lokale politici en ambtenaren uitgenodigd om hun eens te tonen wat ze nu feitelijk vergund hebben en hoe dat een verschil maakt voor mij en mijn bedrijf.”

De Croo in de stal

De melkveehouder trok zelfs zijn stoute schoenen aan en heeft vorig jaar premier Alexander De Croo uitgenodigd naar Herzele. “Tot mijn aanvankelijke verbazing is die zelfs langsgeweest, en niet voor een kort bezoekje met de camera’s erbij. Hij heeft uitgebreid de tijd genomen en was oprecht bezorgd. Hij is natuurlijk de premier en geen Vlaams minister van Omgeving of Landbouw. Ik hoop dat er toch iets van ons verhaal doorsijpelt naar zijn partij of naar de politiek.

Genetica is nog iets waar Peter Bauwens een ander pad kiest dan de meeste van zijn collega’s. “In Vlaanderen lijkt het alsof je als melkveehouder enkel voor Holstein kan kiezen. Zo ben ik ook begonnen. Daarna kwam de combinatie met Fleckvieh en Swiss Brown en ik wil op termijn uitkomen bij 100% Swiss Brown. Met het juiste voer en het juiste management haal ik met dat ras nagenoeg dezelfde resultaten als met Holstein. Swiss Brown-koeien zijn robuuster en hebben minder klauwproblemen”aldus Peter.

In de maatschappij weten nog maar weinig mensen hoe het eraan toegaat op een moderne boerderij.
In de maatschappij weten nog maar weinig mensen hoe het eraan toegaat op een moderne boerderij. - Foto: Peter Bauwens

De levensduur van Peters koeien bedraagt gemiddeld 5,6 jaar. Zijn oudste melkkoe wordt 12 jaar en is nog steeds productief. Het vervangingspercentage kon hij van 30% terugbrengen tot 14%.

Beweiding is nog een uitdaging voor de melkveehouder uit Sint-Lievens-Esse. “Met de melkrobot kan je de lacterende koeien enkel op een huiskavel dicht bij de melkstal laten grazen. Mijn beschikbare oppervlakte is daarvoor te klein. Ik zou maar een derde van mijn koeien op de weide kunnen laten grazen. Dus neem ik het grazen over van hen. In het seizoen krijgen ze elke dag vers gemaaid gras aan het voerrek, maar bio- of weidemelk zal ik dus wel nooit kunnen leveren.”

Verplicht om dure kunstmest te kopen

Waar de melkveehouder nog wakker van ligt, is van stikstof. “Ik heb veel gras en grasklaver, maar toch is er dit jaar geen derogatie. Daardoor worden wij als melkveehouder verplicht om dure kunstmest te kopen. Op beleidsniveau stelt blijkbaar niemand er zich vragen over hoe duurzaam en milieuvriendelijk die kunstmest is en hoe afhankelijk we daardoor zijn van het buitenland, terwijl die stikstof ook uit dierlijke mest kan komen. Dat besef dringt echter blijkbaar niet door.”

De opendeurdag is op zondag 3 september van 10.30 tot 18 uur in de Vossenhoek in Sint-Lievens-Esse.

Filip Van der Linden

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken